Het voorstel vervangt het huidige wettelijke stelsel voor de natuurbescherming, zoals neergelegd in de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet, door één wet: de Wet natuurbescherming.
Het voorstel regelt daarmee allereerst de taken en bevoegdheden ten behoeve van de bescherming van natuurgebieden en planten- en diersoorten. Daarnaast bevat het voorstel onder meer bepalingen over de jacht en over houtopstanden.
Het voorgestelde nieuwe stelsel neemt de Europese regelgeving als uitgangspunt. Dat is niet alleen van belang vanwege het feit dat Nederland is gehouden tot nakoming van zijn internationale verplichtingen, maar ook, omdat de Europese regelgeving een hoog beschermingsniveau van de natuur verzekert, hoger dan de bescherming die vóór de totstandbrenging van de Europese kaders werd geboden door de nationale wetgeving. Met het oog op een goede doorwerking van de Europese beschermingskaders en maximale duidelijkheid voor burgers, ondernemers en overheden is ervoor gekozen de kern en reikwijdte van de Europese voorschriften op herkenbare wijze op formeel wetsniveau te regelen. Waar dat noodzakelijk is voor een adequate bescherming van natuurwaarden waarvoor geen specifieke bescherming is voorzien in Europese regelgeving worden op formeel wetsniveau aanvullende, als zodanig kenbare 'nationale' beschermingsvoorschriften verankerd. De verschillende onderdelen van de wettelijke regeling (te weten de regelingen inzake de bescherming van gebieden, van soorten en van houtopstanden) zijn beter afgestemd op elkaar en ook op de voornemens ten aanzien van het omgevingsrecht, onder meer op het punt van procedurele integratie van plannen en besluiten inzake gebiedsontwikkeling. Het instrumentarium voor de aanpak van illegale handel in dieren en planten van beschermde soorten, illegale handel in producten daarvan en handel in illegaal geproduceerd hout of producten daarvan wordt met dit wetsvoorstel versterkt. De normen en maatregelen als voorzien in dit wetsvoorstel strekken tot de bescherming van de kernnatuurwaarden en de houtopstanden. Zij staan niet op zichzelf, maar maken deel uit van veel groter maatregelenpakket gericht op de bescherming van natuurwaarden en het tegengaan van biodiversiteitsverlies. De taken en verantwoordelijkheden worden in het wetsvoorstel zoveel mogelijk bij de provincies neergelegd, overeenkomstig het uitgangspunt 'decentraal tenzij'.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 1 juli 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. PVV, Groep Bontes/Van Klaveren, CDA, ChristenUnie, SGP, VVD, Houwers, Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, Van Vliet, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 december 2015 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdD, SP, PVV en het lid Prast (D66) stemden tegen. De stemmingen over de moties vonden eveneens plaats op 15 december 2015.
De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) heeft op 12 maart 2019 een mondeling overleg gehouden met de minister van LNV over evaluatie Natuurpact en Voortgangsrapportage Natuur (EK, N).
De deskundigenbijeenkomst op 2 oktober 2018 kunt u hier terugkijken.
Een deskundigenbijeenkomst vond plaats op 26 oktober 2015. Deze bijeenkomst kunt u hier terugkijken.
ingediend
20 augustus 2012titel
Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
283