Dit wetsvoorstel wijzigt de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet op enkele verschillende onderdelen.
De voornaamste aanleiding voor het wetsvoorstel is het Energierapport 2011. Hierin is een aantal knelpunten in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet geconstateerd en is aangekondigd dat deze door middel van wetgeving als eerste worden opgelost (TK 31.510, nr. 45).
Daarnaast geeft een aantal andere ontwikkelingen aanleiding tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998. Dit betreft een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de definitie van aansluiting, de motie van Jansen c.s. (TK 29.023, nr. 93) over salderen in het geval van verenigingen van eigenaren en de wenselijkheid om in het kader van de SDE+ een eenduidige regeling te hebben voor het certificeren van duurzame energie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.493, A) is 11 juni 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 december 2013 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen. De tijdens de behandeling ingediende motie-Vos (GroenLinks) c.s. inzake vrijstelling van energiebelasting (EK 33.493, F) is na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD en PVV stemden tegen.
De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken (EZ) heeft de minister van Economische Zaken bij brief van 21 januari 2014 benaderd over de uitvoering van de motie-Vos c.s.. De minister heeft hier bij brief van 14 februari 2014 op geantwoord. Beide brieven zijn opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg dat de commissie op 17 februari 2014 heeft uitgebracht (EK 33.493, G). De commissie heeft op 18 februari 2014 besloten, naar aanleiding van het antwoord, de minister uit te nodigen voor een mondeling overleg. Dit overleg vond plaats op 1 april 2014.
ingediend
30 november 2012titel
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld