Dit wetsvoorstel implementeert richtlijn 2011/93/EU (oorspronkelijk 2011/92/EU) ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie in het Wetboek van Strafrecht. Hiermee worden de Nederlandse regels ter bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiging en seksueel misbruik aangescherpt.
Met dit voorstel worden een aantal strafverzwaringen toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht. Het strafmaximum voor ontucht met misbruik van gezag wordt verhoogd. Daarnaast komt er en nieuwe strafbepaling voor het opzettelijk bevorderen van ontucht door een persoon onder de 18 jaar met een andere door dwang, geweld, of dreiging. Ook wordt aan het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens een regeling toegevoegd waardoor ten behoeve van het het aannemen van personeel voor activiteiten met kinderen justitiele gegevens doorgegeven moeten worden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 33.580, nr. 2) is op 19 september 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 februari 2014 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is hierbij aantekening verleend.
ingediend
18 maart 2013titel
Implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad (PbEU L 335)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.