Dit voorstel wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht (OVO).
Door deze wetswijziging gaat het wettelijk minimumloon ook gelden voor personen die tegen beloning arbeid verrichten op basis van een OVO, tenzij het gaat om mensen die fiscaal als ondernemer beschouwd worden. De wetswijziging moet ‘oneigenlijk gebruik’ van de OVO tegengaan en oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.623, A) is op 10 oktober 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 maart 2017 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen. De motie-Rinnooy Kan (D66) c.s. over het veiligstellen van beloning op minimumloonniveau (EK, N) is op 28 maart 2017 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD en PVV stemden tegen.
ingediend
1 mei 2013titel
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdrachtschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
5