Dit wetsvoorstel treft maatregelen in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2014. Het voorstel bevat maatregelen die primair betrekking hebben op het budgettaire en koopkrachtbeeld van 2014.
Het voorstel (EK 33.752, A herdruk) is op 19 november 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, ChristenUnie, VVD, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden vóór artikel XIX, onderdeel A t/m D, te hebben gestemd.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 december 2013 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD, PvdA, ChristenUnie, SGP, GroenLinks en D66 stemden voor. De fractie van de SGP is daarbij aantekening verleend tegen artikel XIX, onderdelen E, F en G gestemd te hebben. De fractie van de PVV is aantekening verleend voor artikel XIX, onderdelen A tot en met D gestemd te hebben. Over vijf ingediende moties is ook op 17 december 2013 gestemd.
De Eerste Kamercommissie voor Financiën heeft op 4 november 2014 een mondeling overleg gevoerd met de staatssecretaris van Financiën over (toekomstperspectieven voor) pensioenen in eigen beheer. Van dit overleg is een verslag uitgebracht (EK 33.752, X). Het onderwerp was aan de orde naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van Financiën van 6 december 2013 (EK 33.752, E) over o.a. pensioen in eigen beheer, de toezegging T01958 en de brief van de staatssecretaris van 16 september 2014 (EK 33.752, Q) over fiscale moties en toezeggingen.
Voor de commissie werd op 26 november 2013 door medewerkers van het ministerie van Financiën een technische briefing over het Belastingplan 2014 verzorgd.
Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met de wetsvoorstellen 33.753, 33.754 en 33.755.
Artikel XXXIII en artikel XXXVII, eerste lid, onderdeel m van het oorspronkelijk ingediende wetsvoorstel Belastingplan 2014 is vervallen door de Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (33.847).
ingediend
17 september 2013titel
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat:
-
-indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2015 wordt toegepast: artikel II, onderdelen J en K, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
-
-indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2016 wordt toegepast: artikel III, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
-
-indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2017 wordt toegepast: artikel IV eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
-
-indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2015 wordt toegepast: artikel VI, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
-
-indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2016 wordt toegepast: artikel VII, onderdelen C en D, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
-
-indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2017 wordt toegepast: artikel VIII eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d en artikel IX bij het begin van genoemd kalenderjaar zijn toegepast;
-
-artikel XIX, onderdeel F, eerst toepassing vindt nadat artikel 81a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 bij het begin van het kalenderjaar 2014 is toegepast;
-
-indien artikel 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2017 wordt toegepast: artikel XXIV eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 90 bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;
-
-de wijziging ingevolge artikel XXVII, onderdeel A, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot berekeningsjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2011;
-
-de artikelen XXIXA en XXX toepassing vinden voordat artikel II van het Belastingplan 2010 en de artikelen III en IIIbis, onderdelen A, B en C, van het Belastingplan 2011 worden toegepast;
-
-artikel XXXI, onderdeel A, toepassing vindt voordat artikel XXVA van de Wet uitwerking autobrief wordt toegepast;
-
-artikel XXXIII toepassing vindt voordat artikel V van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen wordt toegepast.
-
2.Artikel XIV, onderdeel B, werkt terug tot en met 29 oktober 2012.
-
3.De artikelen I, onderdeel Ea, en XXVIIA, onderdeel C, werken terug tot en met 1 januari 2013.
-
4.Artikel I, onderdeel F, en artikel XIV, onderdeel C, werken terug tot en met 1 oktober 2013.
-
5.In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIA, onderdeel C, in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
-
6.In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIA, onderdelen A, B en D, in werking met ingang van 1 juli 2014
-
7.In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XXVII, onderdeel B, onder 1, en XXVIIA, onderdeel E, in werking met ingang van 1 januari 2015.
146
-
1 juli 2016
brief van de staatssecretaris van Financiën over het pensioen in eigen beheer (PEB) EK, AC
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie Financiën op 12 juli 2016 -
-
-
-
-
3 februari 2015
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van SZW van 3 februari 2015 over de Nederlandse vermogensverdeling EK 33.752, Y herdruk -
-
5 december 2014
brief regering; Stand van zaken toekomstperspectief pensioen in eigen beheer TK, 111 -
28 november 2014
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van Financiën over aspecten van principeel staatsrechtelijke aard met betrekking tot de voorgenomen wijziging van de leidingwaterbelasting EK, W
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie Financiën op 2 december 2014 -
-
28 oktober 2014
brief aan de staatssecretaris van Financiën over de stand van zaken met betrekking tot diverse toezeggingen EK 34.002 / 34.000 IX, E -
-
-
-
16 september 2014
brief van de minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën van 16 september 2014 over de Nederlandse vermogensverdeling EK 33.752 / CVII, R -
16 september 2014
brief van de staatssecretaris van Financiën over fiscale moties en toezeggingen EK, Q Bevat bijlagen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie Financiën op 23 september 2014 -
-
3 juli 2014
brief regering; Verdere uitwerking van de werkkostenregeling (WKR) TK, 110 Bevat bijlagen -
-
-
-
-
-
-
-
26 juni 2014
Motie van het lid Tony van Dijck over afzien van verdere accijnsverhoging op tabak TK, 102 -
26 juni 2014
Motie van het lid Merkies over een beter harmonisatiebeleid met België en Duitsland TK, 101 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
28 mei 2014
brief van de staatssecretaris van Financiën over de evaluatie van de accijnsverhoging op diesel en LPG EK, niet als Kamerstuk gepubliceerd -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
14 april 2014
brief regering; Modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen (aanbieding concept voorstel van wet) TK, 84 Bevat bijlagen -
-
3 april 2014
brief van de staatssecretaris van Financiën ter aanbieding van de evaluatie van de verhoging van het btw-tarief op podiumkunsten EK, M Bevat bijlage
voor kennisgeving aangenomen door de commissie Financiën op 8 april 2014 -
28 maart 2014
brief van de staatssecretaris van Financiën over de aan de Tweede Kamer toegezegde richtinggevende brief over het onderbrengen van de nettolijfrente in de tweede pijler EK 33.610 / 33.752 / 33.847, L