Dit wetsvoorstel bevat een deel van de maatregelen die eerder zijn opgenomen in het voorstelt Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst (33.714). Dat wetsvoorstel bestaat uit twee delen: 1) het bieden van een grondslag voor verplicht elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst en 2) een nieuw heffingssysteem voor aanslagbelastingen. In een brief van 18 december 2014 is door de staatssecretaris van Financiën medegedeeld dat voor punt 2 meer tijd nodig is maar dat het voor punt 1 belangrijk is dat er geen verdere vertraging opgelopen wordt en dat daarom dit onderdeel begin 2015 in een ander (onderhavig) wetsvoorstel wordt ondergebracht.
In dit (onderhavige) wetsvoorstel wordt de grondslag gecreëerd voor het elektronische berichtenverkeer. Daarbij is het streven om het berichtenverkeer tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst op langere termijn uitsluitend nog langs elektronische weg te laten plaatsvinden. In dit onderhavige voorstel zijn ten opzichte van het wetsvoorstel 33.714 enkele wijzigingen aangebracht. Er is een grondslag opgenomen voor voorzieningen voor onder meer elektronisch berichtenverkeer (MijnOverheid, Berichtenbox), elektronische authenticatie (DigiD) en elektronische registratie van machtigingen en het raadplegen ervan (DigiD Machtigen), alsmede voor de in dat verband noodzakelijke verwerking van persoonsgegevens. Voorts zijn de uitkomsten van overleg met de decentrale overheden in de tekst verwerkt.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 34.196, nr. 2) is op 2 juli 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. PVV, Groep Bontes/Van Klaveren, SGP, VVD, Klein, Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, Van Vliet, 50PLUS, D66, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 oktober 2015 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. ChristenUnie, GroenLinks en PvdD stemden tegen.
ingediend
28 april 2015titel
Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met een regeling voor het elektronische berichtenverkeer (Wet elektronisch berichtenverkeer belastingdienst)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld;
-
2.Bij de bepaling van het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, kan op grond van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum worden afgeweken van de artikelen 8 en 9 van die wet;
-
3.Artikel X vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
0
Er zijn geen documenten gevonden.