Doel van het wetsvoorstel is te bewerkstellingen dat instellingen voor hoger onderwijs meer vertrouwen en minder lasten ervaren bij de accreditatieprocedure.

Zo vervalt accreditatie niet meer automatisch na zes jaar. Daarnaast wordt geregeld dat er in de accreditatieprocedure een scherper onderscheid wordt gehanteerd tussen activiteiten die gericht zijn op de externe verantwoording over kwaliteit enerzijds en activiteiten die onderwijsverbetering stimuleren anderzijds. Daarmee wordt beoogd dat docenten de regelmatige opleidingsvisitaties en de voorbereidingen daarop als een meer betekenisvolle activiteit ervaren. Zij krijgen meer eigenaarschap over de onderwijskwaliteit en kwaliteitsverbetering.

Verder wordt in dit wetsvoorstel geregeld dat studenten een grotere rol krijgen bij de visitaties, bijvoorbeeld door versterking van de positie van de opleidingscommissie en door invoering van een studentenpanel mogelijk te maken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 13 februari 2018 aangenomen door de Tweede Kamer. De SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, 50PLUS, D66, de SGP, het CDA en de ChristenUnie stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 juni 2018 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.


Kerngegevens

ingediend

7 juni 2017

titel

Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel (Wet accreditatie op maat)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en kan voor de onderdelen U tot en met Y van artikel I terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip


Documenten

Bladeren:
[1-50] [51-51] documenten
Bladeren:
[1-50] [51-51] documenten