Dit voorstel voorziet in een sluitende set nationaalrechtelijke grondslagen voor de terugvordering van niet overeenkomstig de staatssteunregels verstrekte niet-fiscale bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke staatssteun.
De Europese Commissie controleert op grond van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) of lidstaten de Unierechtelijke staatssteunregels juist toepassen. In dat kader kan de Commissie een lidstaat opdragen niet overeenkomstig de regels verstrekte staatssteun terug te vorderen. De lidstaat dient die steun dan zonder vertraging en op basis van het nationale recht terug te vorderen.
Het gaat om dan om gevallen waarin de noodzaak van terugvordering door Nederland een gegeven is en de vraag of teruggevorderd moet worden reeds bevestigend is beantwoord in de vorm van een verplichting tot terugvordering.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 1 februari 2018 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 februari 2018 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
4 juli 2017titel
Regels voor de terugvordering van staatssteun (Wet terugvordering staatssteun)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld