Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2021 van het gemeentefonds.
Het voorstel (EK, A) is op 8 december 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, Krol, GroenLinks, 50PLUS, Van Kooten-Arissen, DENK, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV en FVD.
Tegen: PvdD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 december 2020 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PvdD is daarbij aantekening verleend.
De Eerste Kamer heeft op 11 mei 2021 met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gedebatteerd over de relatie tussen de centrale overheid en decentrale overheden en meer specifiek over de balans tussen taken, bevoegdheden en financiering.
Tijdens dit debat werden drie moties ingediend waarover op 18 mei 2021 werd gestemd.
ingediend
15 september 2020titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
8
-
18 mei 2021
stemming moties, ingediend bij het debat over de verhouding tussen de centrale overheid en decentrale overheden Verslag EK 2020/2021, nr. 37, item 4 -
11 mei 2021
voortzetting debat over de verhouding tussen de centrale overheid en decentrale overheden Verslag EK 2020/2021, nr. 36, item 10 -
11 mei 2021
debat over de verhouding tussen de centrale overheid en decentrale overheden Verslag EK 2020/2021, nr. 36, item 3 -
-
-
-
-