Dit wetsvoorstel voorziet in een verlenging van de minimale geldigheidsduur van cadeaubonnen naar twee jaar.
Hierdoor krijgen consumenten meer tijd om een cadeaubon te gelde te maken en blijven ze minder vaak zitten met verlopen cadeaubonnen.
Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid Van den Berg over een minimale geldigheidsduur van twee jaar voor cadeaukaarten (TK 24.036, 430).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 9 september 2021 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 oktober 2021 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
4 maart 2021titel
Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met de verlenging van de minimale geldigheidsduur van cadeaubonnen tot twee jaarschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.