Dit initiatiefvoorstel van het Tweede Kamerlid Van Nispen (SP) bevat de tweede lezing voor het wijzigen van de Grondwet in verband met de invoering van een bindend correctief referendum.
De invoering van een bindend correctief referendum in Nederland is al jarenlang onderwerp van discussie, zowel binnen als buiten het parlement. Het belangrijkste argument voor een referendum is de versterking van de democratie. Een groeiende groep mensen voelt zich niet vertegenwoordigd door de politiek en beleidsmakers. Daarmee is de urgentie voor de invoering van een bindend correctief referendum volgens de initiatiefneemster onderstreept.
De Staatscommissie Parlementair Stelsel deed aanbevelingen voor de voorwaarden rondom de invoering van een referendum. Sommige van deze voorwaarden horen in de Grondwet thuis, zoals de onderwerpen waar wel of geen referendum over georganiseerd kan worden, dat een uitkomstdrempel vastgesteld moet worden en dat er een inleidend verzoek moet worden gedaan. Dit behoort immers tot de principiële afwegingen of een referendum als democratisch middel kan functioneren. De initiatiefneemster vindt dat de procedurele uitwerking van deze voorwaarden, in een uitvoeringswet vervat dient te worden en niet in de Grondwet. Daarom krijgt de wetgever de grondwettelijke opdracht om nadere regels te stellen. Bij de parlementaire behandeling van het in juli 2022 verworpen initiatiefwetsvoorstel werd in de beraadslagingen duidelijk dat het debat over de principiële wenselijkheid van de mogelijkheid tot het opnemen van een referendum in de Grondwet en het debat over de procedurele uitwerking van de voorwaarden niet gescheiden bleven. De initiatiefnemer heeft er daarom voor gekozen ook het initiatief te nemen voor een uitvoeringswet. Dit voorkomt dat twee discussies oneigenlijk door elkaar beïnvloed worden en geeft de richting aan waar zij bij de uitvoering van het voorliggende voorstel aan denkt.
Het overwegingsvoorstel 36.160 is op 10 oktober 2023 door de Eerste Kamer aangenomen.
Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.
De leden Dijk en Van Nispen hebben de Tweede Kamer bij brief van 27 september 2024 (TK, 7) medegedeeld dat het lid Van Nispen de verdediging van dit wetsvoorstel overneem tan het lid Dijk.
Het lid Dijk heeft de Tweede Kamer bij brief van 14 december 2023 (TK, 4) medegedeeld dat hij de verdediging van dit wetsvoorstel overneemt van de leden Marijnissen en Temmink.
ingediend
24 november 2023titel
Voorstel van wet van het lid Van Nispen houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendumschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
De wijziging in artikel 81 alsmede de artikelen 89a tot en met 89f, 128a en 133a treden eerst na vijf jaren of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking. Deze termijn kan bij de wet voor ten hoogste vijf jaren worden verlengd. Het tijdstip van inwerkingtreding kan voor de artikelen 89a tot en met 89f anders worden vastgesteld dan voor de artikelen 128a en 133a.
11
-
-
-
-
-
-
29 januari 2024
brief van de minister van BZK over het verdelingssysteem van de Spreidingswet bij een bindend referendum op provinciaal of gemeentelijk niveau EK 36.160 / 36.333 / 36.468, J Bevat bijlage
Op 27 februari 2024 voor kennisgeving aangenomen. -
14 december 2023
advies Advies Afdeling advisering Raad van State en Reactie van de initiatiefnemer TK, 5 -
14 december 2023
brief van het lid Dijk inzake overname van de verdediging van het initiatiefvoorstel TK, 4 -
-
-