Verslag van de vergadering van 11 maart 2014 (2013/2014 nr. 22)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.34 uur
Mevrouw Duthler i (VVD):
Voorzitter. Ik dank de regering voor de uitvoerige beantwoording van alle vragen. In mijn tweede termijn zal ik dezelfde volgorde hanteren die de regering heeft gehanteerd. Daarom zal ik beginnen met het KEI-programma.
De minister gaf aan dat de wetgeving nog voor de zomer naar de Raad van State wordt gestuurd. In mijn eerste termijn heb ik het KEI-programma veelbelovend genoemd, maar het moet niet veelbelovend blijven. Mij stond bij dat de wetgeving al veel eerder naar de Kamer zou worden gestuurd. In een notitie van 11 juni 2013 — dat is het handige van een iPad — was het streven nog eind 2013. Wat maakt de minister nu aarzelender? Wij kennen deze minister als een doortastende minister. Op dit onderwerp lijkt hij iets minder doortastend. Zijn daar redenen voor?
Het volgende onderwerp is hoger beroep van kantonzaken door een unus in plaats van een meervoudige kamer. De minister gaf aan dat alleen geschikte zaken enkelvoudig zullen worden afgedaan: enkelvoudig als het kan, meervoudig als het moet. Dat behoeft natuurlijk enige uitwerking in nadere criteria. Het wetsvoorstel is in behandeling, dus ik ga de minister nu niet vragen om op deze vragen te antwoorden, maar ze wel mee te nemen bij de behandeling van het wetsvoorstel zelf.
Dan kom ik bij het strafrecht. Mijn fractie heeft aangegeven dat zij principiële bezwaren heeft bij sommige voorstellen die nu in behandeling zijn of al behandeld zijn geweest. De minister gaf aan een zeer zorgvuldige voorbereiding in acht te nemen en nadrukkelijke afwegingen kenbaar te maken, ook op verzoek van de fractie van GroenLinks. Mijn fractie heeft die principiële bezwaren nog steeds. Bij de behandeling van de concrete wetsvoorstellen zullen wij dan ook nog steeds heel kritisch daarnaar kijken. Ook op dit onderwerp hoeft nu geen concreet antwoord van de regering te komen.
Ik kom bij de verhoging van de griffierechten. Ook op dit onderwerp heeft de minister aangegeven alternatieven in overweging te willen nemen. Kan hij uitdrukkelijk aangeven dat hij daarbij ook prikkels wil betrekken om naar alternatieve geschilbeslechting te zoeken of om tot onderlinge geschilbeslechting te komen? Dat is dan een belangrijke randvoorwaarde. Dat is geheel in lijn met de uitspraak van de staatssecretaris dat toegang tot het recht ook een effectieve oplossing van een geschil is, en dat dat niet per se via de overheidsrechter hoeft.
Dank voor de duidelijke toezegging op het punt van recht en technologie. De minister refereerde aan een nota van eind december. Hij heeft uitdrukkelijk toegezegd dat de agenda die daarin wordt genoemd, zal worden verbreed en dat daarbij ook de voorwaarden die worden gesteld aan het gebruik van informatie, gegenereerd door technologie — ik noemde dat het informatie-ecosysteem — worden betrokken. Dank voor deze toezegging. Ik meen dat ik de minister heb horen zeggen dat hij op korte termijn een aanvullende agenda naar de Kamer stuurt. Ik zie hem knikken, dus dat is het geval. Dank daarvoor.
Ik kom ten slotte toe aan de toekomst van de bestuursrechtspraak. De minister van BZK heeft aangegeven, op korte termijn met een brief te komen en daarin een standpunt en een beoogd tijdpad aan te geven. Geeft hij daarin ook een reactie op de notitie van de Raad voor de Rechtspraak? Kan de minister van BZK mijn fractie verzekeren dat hij het regeringsvoornemen daadwerkelijk gaat uitvoeren?