Verslag van de vergadering van 9 september 2014 (2013/2014 nr. 39)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.03 uur
De heer Flierman i (CDA):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar uitvoerige en deskundige beantwoording. Ik heb echt met bewondering naar haar geluisterd en gezien hoe zij, toch in heel veel opzichten boven de materie staand, het debat met de Kamer is aangegaan.
Het mag duidelijk zijn dat de CDA-fractie het wetsvoorstel zal steunen. Ik heb eigenlijk nog een zorgpunt dat ik in eerste termijn niet heb benoemd, maar ik kwam erop door wat de heer Van Beek daarover zei, namelijk de rechtszekerheid. Dat is voor ondernemers en anderen die een vergunning krijgen wel van het allergrootste belang. Ik ga ervan uit dat een eenmaal verleende vergunning onherroepelijk is, zodat je daar niet meer op terug kunt komen. Ook het stellen van aanvullende voorwaarden — dat heb ik de staatssecretaris horen zeggen — zou mij met zorg vervullen. Als wij in dit land rechtszekerheid willen scheppen — daar staan wij ook voor — dan zou dat eigenlijk niet mogen.
We zien te zijner tijd met veel belangstelling de invulling van de ontwikkelingsruimte tegemoet, zoals die in overleg tussen de regering en de provinciebesturen vorm zal worden gegeven. Dat biedt ons inderdaad de kans om te bekijken of zo zorgvuldig mogelijk met alle belangen en prioriteiten rekening wordt gehouden.
Voor het overige zijn wij heel benieuwd wat tijdens het Europees voorzitterschap de discussie over de fitness check van de Vogel- en Habitatrichtlijn nog gaat opleveren. Want ook dit debat heeft mij gesterkt in de opvatting dat, wil je op de wat langere termijn en wat grofmaziger naar echte resultaten toewerken, de Europese benadering, waarbij wordt gekeken hoe je op Europese schaal zaken tot hun recht kunt laten komen die moeten worden geborgd en beschermd, van groot belang is. Het korhoen op de Sallandse Heuvelrug of in de Schotse Hooglanden is al genoemd. Dat whiskymerk heeft het korhoen niet voor niets op z'n etiketten staan, zullen we maar zeggen. Die discussie lijkt mij de moeite waard. Daarbij spelen landsgrenzen een merkwaardige rol. Als Nederland een deel van Duitsland zou zijn of de Noordoostpolder nog bij Overijssel zou horen, zou je een ander perspectief krijgen. Dat sterkt mij in de opvatting dat het Europees perspectief van groot belang is.
Het is daarom echt van belang om de dynamiek in de natuurontwikkeling in de gaten te houden. Diverse woordvoerders hebben voorbeelden genoemd van soorten die terugkeren. De staatssecretaris weet net als ik dat wij in Twente met spanning afwachten, wanneer de eerste wolf echt de grens bij ons overkomt. Dat is toch ook het bewijs van nieuwe dynamiek, als een opmerkelijk bijproduct van het einde van de Koude Oorlog. Wat dat betreft moet je wel afwachten wat er de komende tijd nog gaat gebeuren. Die dynamiek moet je in ogenschouw nemen, naast de sociaaleconomische factoren, die van groot belang zijn. Dat geldt in tweeërlei opzicht: enerzijds zal economische groei de belasting inderdaad weer doen toenemen, maar anderzijds is economische groei de onderlegger en de basis van draagvlak voor dit soort maatregelen. Ik heb wel eens de indruk dat dit door sommige woordvoerders een klein beetje over het hoofd wordt gezien. In een land waar het economisch verschrikkelijk slecht gaat maar de natuur welig tiert, zouden wij toch niet willen wonen.