Verslag van de vergadering van 25 november 2014 (2014/2015 nr. 9)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.49 uur
Mevrouw Popken i (PVV):
Mevrouw de voorzitter. Mijn fractie kan niet anders dan met teleurstelling constateren dat de wet niet wordt ingetrokken, wat ook niet te verwachten was, maar ook dat deze Kamer bij meerderheid waarschijnlijk deze wet zal aannemen. Zoals eerder gezegd, zal de afbraak van onze ouderenzorg hiermee een feit zijn. Ik hoorde de staatssecretaris in de beantwoording van de vragen zeggen dat we heel erg moeten we oppassen met de beelden die wij schetsen en dat het allemaal niet veel slechter zal worden. Ik benadruk dat die beelden nu al zichtbaar zijn in de media, op televisie, in kranten. Er zitten mensen op de publieke tribune. Er worden petities aangeboden. Wethouders en gemeenten schreeuwen moord en brand dat het hem niet gaat worden.
Ik herhaal wat ik in eerste termijn zei: dit is wat de PVV-fractie betreft niet alleen de beschaving, maar ook de schaamte voorbij. Het enige goede wat deze wet in zich had, de verblijfsrechten, zijn in de Tweede Kamer eruit gesloopt. Wat mijn fractie betreft, is het onacceptabel dat onze ouderen geen wettelijk recht hebben om gedoucht en aangekleed te worden, om tijdig naar het toilet te gaan, om buiten een ommetje te maken. Dat zijn essentiële basisrechten die onze ouderen of gehandicapten niet ontzegd mogen worden. Daarom dien ik de volgende motie in.
De voorzitter:
Door de leden Popken, Koffeman, Nagel, De Lange, Van Beek, Kok, Kops, Frijters-Klijnen en Slagter-Roukema wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat wettelijke verankering van verblijfsrechten voor bewoners van zorginstellingen het belangrijkste speerpunt voor kwaliteitsverbetering is;
constaterende dat de verblijfsrechten uit de Wet langdurige zorg (artikel 8.1.1) zijn geschrapt;
concluderende dat de eigen regie met betrekking tot douchen, tijdig toiletbezoek of naar buiten mogen daardoor niet geregeld is;
verzoekt de regering, de bepalingen uit de Beginselenwet AWBZ-zorg over te nemen in de Wet langdurige zorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter M (33891).
Mevrouw Barth i (PvdA):
U neemt grote woorden in de mond door te spreken over de afbraak van de ouderenzorg. Hebt u enig idee, mevrouw Popken, hoeveel meer geld Nederland gemiddeld uitgeeft aan de langdurige zorg dan andere OESO-landen?
Mevrouw Popken (PVV):
We kunnen nu, zoals mevrouw Barth ook heeft gedaan in eerste termijn, gaan spreken over geld, we kunnen gaan spreken over cijfers, we kunnen vergelijkingen gaan trekken met alle landen in de Europese Unie en daarbuiten, maar waar het mijn fractie om gaat en wat de kern van het verhaal is, is dat er miljarden bespaard kunnen worden met bezuinigingen door verspilling, fraude en bureaucratie aan te pakken, door regelarm te werken, door het scheiden van wonen en zorg. Miljarden. Dat doet niemand een centje pijn. Daardoor blijven de verzorgingshuizen open en hoeft de thuiszorg niet gehalveerd te worden.
Mevrouw Barth (PvdA):
Mevrouw Popken verweet mij in eerste termijn te spreken met meel in de mond, maar ik stel haar nu een heel concrete en simpele vraag: heeft zij een idee hoeveel meer geld Nederland uitgeeft aan de langdurige zorg dan de andere OESO-landen?
Mevrouw Popken (PVV):
Ik heb hier geen schema bij me, maar ik heb het vermoeden dat u dat antwoord nu aan mij gaat vertellen.
Mevrouw Barth (PvdA):
Het is tweeënhalf keer zoveel als andere OESO-landen. Daarbij zitten landen als Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Verenigde Staten. Tweeënhalf keer zoveel! We steken er met kop en schouders bovenuit. U hebt volgens mij net ook de staatssecretaris horen zeggen dat de bezuiniging die ingeboekt staat op het Wlz-deel van de langdurige zorg, neerkomt op minder meer. Het budget gaat gewoon omhoog. U hebt misschien ook wel een idee hoeveel er bezuinigd wordt in 2015 op het deel van de Wlz? Welk bedrag wordt er in 2015 bezuinigd?
De voorzitter:
Zijn we nu bezig met een quiz?
Mevrouw Barth (PvdA):
Mevrouw Popken zegt dat de zorg wordt afgebroken, dus ik wil op zoek naar het antwoord op de vraag waar die afbraak uit bestaat. Ik vraag haar om de term "afbraak" te adstrueren. Ik vraag haar daarom hoeveel er in 2015 wordt bezuinigd op het Wlz-deel in de langdurige zorg. Anders moet zij toch zo'n term als "afbraak" niet gebruiken?
De voorzitter:
Ik geef mevrouw Popken nog even de gelegenheid om een antwoord te geven, en dan denk ik dat we deze discussie verder moeten sluiten. Ik denk dat u niet veel verder komt dan het antwoord dat mevrouw Popken op de eerste vraag gegeven heeft.
Mevrouw Barth (PvdA):
Ik ben benieuwd.
Mevrouw Popken (PVV):
Wat er nu gebeurt, is eigenlijk heel logisch. Mevrouw Barth moet een verhaal gaan verdedigen dat gewoon niet te verdedigen valt. In eerste termijn heb ik daar al het volgende over gezegd. [Wij geven 2,5 maal zoveel uit dan een gemiddeld OESO-land. Het gaat erom hoe je het geld besteedt en waaraan je het besteedt. In eerste termijn heb ik ervoor gepleit om dat geld op een goede manier aan de handen aan het bed te besteden, zodat verspilling, fraude, bureaucratie en overhead aangepakt worden, dat regelarm gewerkt kan worden en dat wonen en zorg gescheiden kunnen worden. Ik heb dus niets aan vergelijkingen met 2,5 keer meer of 2,5 minder. Waar het mijn partij om gaat, is dat ouderen in het verzorgingshuis — als zij er al in komen — naar het toilet kunnen, verschoond en gedoucht worden, dat zij goed te eten krijgen en dat zij een praatje krijgen. Als dat op een goede manier met minder geld kan doordat er geen verspilling, fraude, bureaucratie en overhead meer zijn en doordat er regelarme zorginstellingen worden gebruikt, staat mijn partij die manier voor. Wij zeggen niet dat wij de verzorgingshuizen sluiten en de mensen thuis laten wonen om vervolgens de thuiszorg te halveren en de begeleiding en de dagbesteding grotendeels te schrappen. De mensen moeten thuis wonen, maar er wordt niet gezorgd voor extra aangepaste woningen waarin alles gelijkvloers is en er geen drempels zijn. De gemeenten krijgen een hele handel aan extra taken over de schutting gekieperd en worden gekort op het budget. Dat is dus niet de manier die mijn partij voorstaat, maar de partij van mevrouw Barth wel. Ik zal in deze Kamer, waarin wij de discussie inhoudelijk aangaan, zoals mevrouw Barth dat graag wil, geen welles-nietesspelletje of een quizje doen. Daar is dit onderwerp te belangrijk voor. Mensen kijken er thuis naar en zitten de hele avond lang op de publieke tribune. Ik ga daar dus niet in mee.
De voorzitter:
Mevrouw Barth, tot slot nog één vraag.
Mevrouw Barth (PvdA):
Mevrouw Popken gebruikt zelf het woord "afbraak". Dan zou zij nu toch paraat moeten hebben hoeveel euro in 2015 op de langdurige zorg in het Wlz-deel bezuinigd wordt? Wat vindt zij dan afbraak? Laat zij dat bedrag nu gewoon noemen!
De voorzitter:
Mevrouw Popken, kort een antwoord en dan wil ik deze discussie beëindigen.
Mevrouw Popken (PVV):
Zeker. Ik zal mevrouw Barth heel kort mijn definitie van afbraak van de ouderenzorg geven.
Mevrouw Barth (PvdA):
Ik vraag een bedrag! Geeft u nu gewoon dat bedrag.
De voorzitter:
Mevrouw Barth, mevrouw Popken geeft een antwoord.
Mevrouw Barth (PvdA):
Ik noem hier de bureaucratie. Het antwoord op mijn vraag is namelijk nul euro. In 2015 wordt op het Wlz-deel in de langdurige zorg nul euro bezuinigd. Dat is volgens mij geen afbraak. Als we het over bureaucratie hebben, heb ik nog een vraag over de motie aan mevrouw Popken.
De voorzitter:
Heel kort!
Mevrouw Barth (PvdA):
Mevrouw Popken wil dat de bureaucratie in de zorg naar beneden gaat. Dat is een volkomen terecht pleidooi, maar haar motie versterkt juist de bureaucratie in de zorg, want zij wil iets in de wet vastleggen wat voor instellingen veel ingewikkelder is om mee te werken. Het voorstel van de Tweede Kamer na amendering is om dat bij AMvB te regelen. De bewering van mevrouw Popken dat dingen niet meer gaan gebeuren omdat het niet in de wet staat, klopt dus niet. Wat zij daarmee doet, betekent ook nog extra bureaucreatie. Als zij daar zo op tegen is, waarom dient zij deze motie in?
Mevrouw Popken (PVV):
Ik zal kort reageren op deze woordenbrij. Ik zal heel kort aangeven wat onze partij verstaat onder afbraak van de ouderenzorg en van de langdurige zorg. Dat zijn die 600.000 ouderen die uit de AWBZ worden gewerkt, de 120.000 hoogbejaarden die nergens naartoe kunnen en thuis moeten wonen en de 120.000 helden in de zorg die ontslagen worden. Dat is wat ons betreft de afbraak van de ouderenzorg. Als mijn motie, die ik namens enkele andere fracties heb ingediend, ervoor zorgt dat mensen niet de hele dag met een bevuilde broek blijven zitten of liggen en niet twee weken lang niet gedoucht worden maar met vieze natte doekjes af en toe een poetsbeurt krijgen, dan dien ik die motie graag in!
De voorzitter:
Mijnheer De Lange, een korte vraag.
De heer De Lange i (OSF):
Mevrouw Barth spreekt over de motie die mede door mij ondertekend is en het is dan ook terecht dat ik daarop reageer.
De voorzitter:
In uw eigen termijn graag.
De heer De Lange (OSF):
Kan ook.