Verslag van de vergadering van 15 december 2014 (2014/2015 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.34 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter. Een debat over koetjes en kalfjes: vandaag behandelen we met stoom en kokend water de wet die officieel de Wet regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij heet. Er zijn echter nauwelijks regels te ontdekken in deze carte blanche die we geacht worden af te geven. We weten al jaren dat het melkquotum zal worden afgeschaft, maar ondanks dat moet de wet nog voor de kerst door beide Kamers gejaagd worden. Waarom is het uiteindelijk zo'n haastklus geworden? Omdat er eindeloos is overlegd met de sector. Zo is dat vorig jaar rond deze tijd gegaan met de mestwet, zo is het eerder deze herfst gegaan met de PAS en zo gaat het nu weer.
Uit de beantwoording van onze schriftelijke vragen blijkt dat de staatssecretaris niet weet hoe veel vergunningen er in de afgelopen jaren zijn afgegeven, en dus niet wat de feitelijke uitbreidingsruimte van de melkveehouderij is. Hoe kan ze dan volhouden dat de uitbreiding beperkt zal blijven tot 20% in 2020? Ik vraag dat temeer daar zij op een andere plek al heeft aangegeven dat de melkveehouderij kennelijk al een voorschot heeft genomen op die uitbreiding. Ik hoor graag haar reactie.
Op onze vragen over de positie van de melkveehouderij in de wereldzuivelmarkt gaat de staatssecretaris helaas niet in, terwijl die positie nu juist wordt aangehaald als een van de overwegingen om de melkveehouderij zo veel mogelijk ruimte te geven. Het is een wereldmarkt waarin 80% van de consumenten lactose-intolerant is, ook al weet collega Schaap dat nog niet. Desondanks trekt die markt cowboys uit het rijke westen aan om mensen daar ervan te overtuigen dat onze zuivel hun hoop voor de toekomst zou zijn, of hun mesthoop voor de toekomst.
De Wereldgezondheidsorganisatie noemt het subsidiëren van melk, kaas en boter vanuit het gemeenschappelijk landbouwbeleid "een systeem dat op een controversiële wijze te omschrijven valt als ontworpen om Europese burgers te doden via hart- en vaatziekten." Ik zeg met nadruk dat ik citeer, omdat het niet logisch lijkt dat zo'n officiële instantie dit soort termen hanteert. Kan de staatssecretaris aangeven of zij iets met deze waarschuwing van de Wereldgezondheidsorganisatie gedaan heeft of gaat doen? Ik hoor graag haar reactie.
Hoe verantwoord is de melkveehouderij en haar groei eigenlijk? Op korte termijn is het voor de melkveesector tamelijk risicoloos ondernemen, omdat de lusten voor de boer zijn en de lasten voor de burger, het milieu en de dieren. Op de langere termijn zullen boeren het slachtoffer worden van de grenzeloze hebzucht die nu leidt tot onverantwoorde uitbreiding. Het witte goud, zoals melk is gaan heten, en het bruine goud, zoals mest aan ons verkocht wordt, zullen klatergoud blijken. Binnen tien jaar zal de uitstoot van broeikasgassen door de Europese melkveehouderij gestegen zijn tot 221 miljoen ton CO2, volgens verwachtingen van de sector zelf. Ook volgens verwachtingen van de sector zelf zal de mestproductie in Nederland stijgen naar 80 miljoen ton. De sector schat daarbij dat tot 40% daarvan illegaal wordt verwerkt. In moderne stallen, die in feite een grote kopie zijn van de dieronvriendelijke, ouderwetse ligboxenstal, wordt het dierenwelzijn opgeofferd aan het belang van een nog hogere productie per koe, tot 12.000 liter melk per jaar. Nog niet zo heel lang geleden gaven koeien 3.000 liter melk per jaar.
De heer Schaap i (VVD):
De heer Koffeman heeft het over de dieronvriendelijke ligboxenstal. Wat is eigenlijk zijn alternatief voor de ligboxenstal?
De heer Koffeman (PvdD):
Er zijn verschillende alternatieven. De ouderwetse potstal is bijvoorbeeld veel beter dan de ligboxenstal.
De heer Schaap (VVD):
De heer Koffeman gaat toch niet zo ver dat hij weer de ouderwetse Friese of Hollandse stal als voorbeeld tegenover de ligboxenstal gaat plaatsen?
De heer Koffeman (PvdD):
Nou, dat ouderwetse was nog niet zo'n heel gek systeem, maar dat had te maken met kleinschaligheid. Vroeger waren groepen koeien niet groter dan 80 koeien. Dan kon je zo'n systeem op een diervriendelijke manier heel goed in de hand houden. Op het moment dat je met honderden koeien in een kudde probeert te werken, lukt dat niet. Dat betekent dat je inderdaad tegen de grenzen van de mogelijkheden oploopt. Bij grondgebondenheid van de landbouw ben je bijvoorbeeld genoodzaakt om stallen te hebben waarbij de dieren boven een gierkelder worden gehouden vanwege het feit dat je de mest moet opvangen en niet meer in de wei terecht kunt laten komen. Dus ja, de wijze waarop de veehouderij letterlijk gierend uit de hand loopt, zorgt er inderdaad voor dat dit soort vraagstukken zich voordoen.
De heer Schaap (VVD):
De heer Koffeman ontwikkelt hier lange volzinnen, maar ik vroeg heel simpel wat een diervriendelijk alternatief voor de ligboxenstal is. Toen kwam er toch uit dat die kleinschalige Hollandse en Friese stal beter zouden zijn. Ik ben toevallig groot geworden op een boerenbedrijf en weet dus uit ervaring wat zo'n oude Hollandse stal is en van hoeveel pootontsteking, uierontsteking en wat niet meer de koeien toen te lijden hadden en wat voor zegen het voor de dieren is geweest dat ze eindelijk van de ketting los konden en vrij konden rondlopen in die ligboxenstal. Dus keer in hemelsnaam niet terug naar die ouderwetse situatie.
De heer Koffeman (PvdD):
De situatie van dit moment, die collega Schaap dus een stuk beter vindt dan de oude situatie, zorgt ervoor dat zeven van de tien koeien rondloopt met poot- en klauwproblemen, zeer pijnlijke aandoeningen. Elk jaar krijgen vier van de tien koeien last van pijnlijke uierontsteking en jaarlijks worden 700.000 kalfjes in die fijne nieuwe stallen met een brander onthoornd, regelmatig zonder verdoving. 26% van de koeien staat inmiddels het jaar rond op stal. Dat is helemaal geen fijne situatie voor de koeien, wat de heer Schaap daarvan ook zegt.
Ik zei dus dat in de moderne stallen, die in feite een grotere kopie zijn van de dieronvriendelijke ouderwetse ligboxstal, het dierenwelzijn wordt opgeofferd aan het belang van een nog hogere productie per koe. De melkveehouderij krijgt ernstige kwalen als uierontsteking, pootproblemen en onvruchtbaarheid niet onder controle vanwege de grootschaligheid. LTO heeft daarover in 2006 een onthutsend boekje open gedaan. Ik raad collega Schaap aan dat nog eens te lezen. De staatssecretaris trekt haar handen daarvan af. Dat is de verantwoordelijkheid van de ondernemer, zegt zij. Waarom mag de melkveehouder zelf uitmaken hoeveel leed hij zijn dieren laat ondervinden? Waarom worden de regels opgerekt om dat mogelijk te maken? Waarom faciliteren we een systeem dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie en de Verenigde Naties een ramp is voor de volksgezondheid, voor het klimaat, voor het milieu, voor de natuur en voor de dieren zelf, zonder dat het de boeren veel zal opleveren. We rekken de regels op via een derogatie als het gaat om stikstof, via mestverwerking als het gaat om fosfaat. En de C02-uitstoot uit de veehouderij valt buiten het klimaatakkoord. Waarom eigenlijk, terwijl we weten dat de melkveehouderij een van de grootste veroorzakers is van de uitstoot van broeikasgassen? Graag een reactie in relatie tot wat de Wet verantwoorde groei is gaan heten.
Een jaar geleden zei de staatssecretaris dat de uitbreiding van de melkveestapel ecologisch begrensd zou zijn. Waarom vinden we nauwelijks iets van die ecologische grenzen terug in de huidige lege kaderwet? Graag een reactie.
De Nederlandse overheid steekt via de belastingbetaler en het omweggetje Brussel per jaar een kleine 400 miljoen in de melkveehouderij. Per bedrijf gaat het om bedragen die variëren tussen de €20.000 en ruim €100.000. De overheid is dus grootaandeelhouder en heeft dus namens de burgers zeggenschap over de koers die deze bedrijven zouden moeten volgen. Waarom subsidiëren wij wat volgens voorgaande woordvoerders een succesvolle sector is en volgens de Wereldgezondheidsorganisatie en de VN grote problemen veroorzaakt? Waarom subsidieer je een sector die makkelijk zijn eigen broek moet kunnen ophouden en die zo veel succes heeft? Waarom subsidieer je een sector die zulke grote problemen veroorzaakt?
Via het voerspoor is de fosfaatproductie vorig jaar toegenomen in plaats van afgenomen. Toch blijft de staatssecretaris daarop inzetten. Vandaag heeft het CBS bekendgemaakt dat er in 2012 161 miljoen fosfaat is geproduceerd en in 2013 166 miljoen. Het productieplafond is 173 miljoen en dat naderen we met rasse schreden. Deze wet is dus al achterhaald voordat hij wordt aangenomen. Koeien worden letterlijk uitgemolken. Ze moeten meer produceren en mogen minder lang blijven leven. De staatssecretaris laat zich leiden door een sector die zich gek heeft laten maken door de relatief hoge melkprijs van de afgelopen twee jaar. De sector gáát niet uitbreiden, de sector hééft al uitgebreid en zit nu al, voordat de echte uitbreiding van start kan gaan, met de gebakken peren. En die gebakken peren worden, zoals te doen gebruikelijk, straks via wat duw- en trekwerk met tractoren weer op het bordje van de burger geschoven. Op de termijnmarkten blijven de prijzen voor melk zakken: tot onder de €0,18 voor de leveringen van juni. De staatssecretaris blijft er echter bij dat de sector moet kunnen uitbreiden vanwege goede kansen op de wereldmarkt.
Wetten zijn er om problemen op te lossen of te voorkomen. Ons land bezwijkt onder het mestoverschot dat niet alleen door de 1,6 miljoen koeien wordt geproduceerd, maar ook door de 12 miljoen varkens en 97 miljoen kippen en kalkoenen in Nederland, op dit moment. Samen produceren deze dieren 71 miljoen ton mest per jaar. We hebben het dan over 4.000 kilo mest per Nederlander. Het gaat om 20 tot 25 badkuipen vol met poep per Nederlander. Waar laat je dat? Als de Nederlandse mestproductie zou worden uitgereden over de gemeente Den Haag, zouden alle Hagenaars tot aan hun middel in de poep staan. De verzurende en vermestende stoffen uit mest zijn funest voor onze natuur. Heide en de open duinen vergrassen en groeien dicht. Het kost miljoenen euro's aan natuurbeheer om deze bijzondere natuur te behouden. In tijden van bezuinigingen op natuur is dat geen prettig gegeven.
De effecten van de enorme hoeveelheid mest in ons land op het oppervlaktewater zijn nog ernstiger. Te hoge concentraties nitraat bedreigen ons drinkwater. Van de Europese waterkwaliteitsdoelen halen we zelfs in 2027 nog niet eens de helft. Kruidenrijke graslanden en weilanden met paardenbloemen zien we nauwelijks meer. Dat is een drama voor de weidevogels.
De wet die we vandaag behandelen pakt deze problemen niet aan. Sterker nog, die laat de veestapel in ons land nog verder groeien. Deze wet zorgt er bovendien voor dat de dieren nog dichter op elkaar gestald zullen worden. Om mest te verwerken — en dat moet door deze wet — moet je de mest wel opvangen. En dus moeten de dieren in een stal staan, bovenop de gierkelder.
Het loslaten van de compartimentering heeft de fraudedruk alleen maar groter gemaakt. Transport kost handenvol geld en dus is er een enorme prikkel om te sjoemelen. En dat gebeurt volop. Een aantal weken geleden hebben wij nog te maken gehad met een jonge mestfraudeur, de 16-jarige Niels Lentjes, die voor miljoenen fraudeerde met mest. Vandaag werd bekend dat in België een echtpaar is opgepakt en veroordeeld tot een miljoen boete wegens het frauderen met mest. Het gebeurt op grote schaal en toezicht is er nauwelijks.
In 2009 sprak minister Verburg de ijdele hoop uit dat zij de laatste minister zou zijn voor wie mest een hoofdpijndossier was. Zij hoopte "dat we met z'n allen van mest een succesdossier kunnen maken. Dat we toepassingen kunnen vinden waar iedereen, ook heel veel burgers, nooit van hadden kunnen dromen". Vijf jaar later zit Nederland dieper in de stront dan ooit tevoren en als het aan het kabinet ligt, gaan we dat record opnieuw breken.
De melkveehouderij als sector en de melkkoe als dier zijn letterlijk uit hun krachten gegroeid. Met deze wet legt het kabinet de melkveehouderij geen strobreed in de weg om nog verder te groeien, zich om te vormen tot een nieuwe vorm van bio-industrie en het toch al gigantische mestoverschot nog verder te laten groeien. Zelfs de vertegenwoordigers van de sector vinden een onbeperkte grondloze groei van de melkveehouderij niet wenselijk. En toch zet de staatssecretaris daarop in. Waarom heeft zij waarschuwingen nodig van twee oud-ministers, nota bene van CDA- en VVD-huize, om de wet zo aan te passen dat de ongebreidelde grondloze groei die de melkveehouderij bedreigt, niet mogelijk is? Waarom volgt zij hun advies niet op? De coalitie lijkt niet te mogen uitglijden over het enorme mestoverschot in ons land. Al jaren zien we de waarschuwingen in de Balans van de Leefomgeving dat de seinen voor de natuur- en waterkwaliteit op rood staan. In 2010 deed CapGemini in opdracht van de regering onderzoek naar de gevolgen van een groei van de veestapel. CapGemini kwam tot de conclusie dat de overheid moest ingrijpen. Met deze waarschuwingen is wat de melkveehouderij betreft niets gedaan. Er werden geen grenzen gesteld en er werden geen waarschuwingen gegeven aan de sector. De sector groeide dus door in een snel tempo vanaf 2007 jaarlijks met 2%. Vanaf 2012 ging het echt hard. Boeren anticipeerden op het vervallen van de melkquota door steeds meer jongvee aan te houden op het bedrijf. In 2013 is de melkproductie met 6% gestegen. En nu die groei een feit is, met alle negatieve gevolgen van dien, wordt de fosfaatproductie in het jaar 2013 als referentie genomen.
De enige optie om echte grondgebondenheid te behouden, is het invoeren van een maximum aan het aantal graasdiereenheden per hectare. CDA-minister Braks stelde dit al in 1991 voor. Dat is ook de enige manier om de voortgaande intensivering van de melkproductie per koe een halt toe te roepen. Ik zei het al: een koe leverde vroeger 3.000 liter melk per jaar, en nu 12.000 liter. Een koe is na drie jaar letterlijk opgebrand, terwijl de natuurlijke levensverwachting van een koe twintig jaar is. Het is heel hard nodig voor het welzijn en de gezondheid van deze dieren om daar paal en perk aan te stellen. In de hoofdlijnenbrief wordt deze optie echter zo goed als afgeschoten.
Het Centrum voor Landbouw en Milieu heeft doorberekend wat het gevolg kan zijn als je ondernemers de mogelijkheid geeft om te groeien met als enige beperking 50 kg per hectare overschot aan grondgebondenheid. We komen dan op een mogelijke groei van de melkveehouderij van 49%. Ik herhaal: 49%. Dan schieten we dus ook binnen de kortste keren door het met de Europese Commissie afgesproken fosfaatplafond heen. En dat gaat gebeuren. Kan de staatsecretaris bevestigen dat de consequentie van het overschrijden van het fosfaatplafond is, dat alle Nederlandse melkveehouders hun derogatie zullen verliezen? Dat wil dus zeggen dat de boeren die op dit moment geen fosfaatoverschot hebben op hun bedrijf, omdat zij alle mest op hun eigen grond kwijt kunnen, opeens een groot deel van hun mest zouden moeten laten verwerken of heel veel grond bij zouden moeten kopen. Ik hoor hierop graag een reactie.
De staatssecretaris vertrouwt erop dat de convenanten en afspraken die zij heeft gemaakt met de sector, voldoende zullen zijn om dit scenario af te wenden. Ik betwijfel dat ten zeerste. Veel boeren vinden dat honderden koeien in een grote dichte megastal veel minder leuk werken is dan het houden van 60 of 70 koeien die lekker buiten in de wei kunnen lopen. Maar de cowboys van de cowmunities gaan voor het grote geld. Die zien TTIP en die zien de vraag in China naar zuivelproducten. Die ondernemer wil produceren voor de wereldmarkt en heeft dus geen enkele boodschap aan convenanten, weidepremies en fosfaatplafonds. Dat wordt onherroepelijk het einde van de derogatie, maar wel aan de zeer late kant.
Het probleem is simpel: we produceren te veel mest. De oplossing is dan dat je simpelweg minder dieren moet gaan houden in dit land. Minder dieren, minder mest, minder problemen. Deze wet biedt potentieel goede mogelijkheden om de veestapel in Nederland in te krimpen en een duidelijk toekomstbeeld neer te leggen voor de intensieve veehouderij als geheel. Deze wet zou ook iets moeten doen aan de dierenwelzijnsproblemen die samenhangen met de grootschaligheid van de sector. De melkkoeien kregen er klauwproblemen en uierontsteking voor terug. Koeien zijn zo doorgefokt dat ze letterlijk uitgemolken zijn. Keer op keer moeten moederkoeien het traumatische proces doorstaan dat hun kalf direct na de geboorte wordt weggehaald. Vorig jaar heeft een wijk in Amsterdam dit verdriet van een moederkoe letterlijk moeten aanhoren.
De heer Schaap (VVD):
Deze zin over het weghalen van de kalveren bij de moederkoe bezie ik ook weer even a contrario. U wilt dus op de een of andere manier geregeld hebben dat de kalveren verplicht bij de koe blijven?
De heer Koffeman (PvdD):
Ja, dat zou een heel goed idee zijn. Dat is ook een heel natuurlijk proces. Zuigelingen zijn per definitie afhankelijk van hun moeder. Ik zou denken dat dat ook geldt voor koeien.
De heer Schaap (VVD):
Het kalf gaat zich inderdaad als zuigeling gedragen bij de koe. Wat denkt de heer Koffeman dat het gevolg daarvan is?
De heer Koffeman (PvdD):
Dat weet ik heel goed. Als een kalf zich als zuigeling bij een koe gaat gedragen, drinkt hij de moedermelk die de koe produceert. Dat is niet meer dan natuurlijk.
De heer Schaap (VVD):
Inderdaad is dat natuurlijk. Het gevolg is dat het kalf onmiddellijk diarree krijgt en met grote zekerheid daaraan zal sterven. De melk van de koe is namelijk totaal ongeschikt voor het kalf.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat is een heel interessant gegeven. Als een kalfje bij zijn moeder blijft, is dat zeer ten nadele van dat kalf, zo begrijp ik van de VVD. Het kalf moet dus worden behoed voor de ellende die zijn moeder bij hem zou kunnen veroorzaken. Als dit de veehouderij is die collega Schaap voorstaat, is dat zo gedenatureerd dat je mag zeggen dat het ver van de realiteit af staat, maar ook ver van alles wat de natuur in petto had.
De voorzitter:
Mijnheer Schaap, tot slot over dit onderwerp.
De heer Schaap (VVD):
Ik kan de heer Koffeman vertellen dat dit al een eeuw lang praktijk is, dus dat al een eeuw lang ervoor is gezorgd dat het kalf niet kapotgaat aan het drinken van de eigen moedermelk.
De heer Koffeman (PvdD):
Als het kalf kapotgaat aan de eigen moedermelk, is het zeer de vraag hoe gezond die moedermelk dan voor mensen is. We zijn overigens de enige soort die moedermelk van een andere soort tot zich neemt. Ik denk dat de heer Schaap hier nog eens rustig zijn gedachten over moet laten gaan. Het feit dat kalfjes behoed zouden moeten worden voor wat hun moeder ze kan aandoen, is echt te zot voor woorden.
Voorzitter. Ik zei al even dat bewoners van Amsterdam van dichtbij hebben kunnen meemaken hoe het leed klinkt van een kalf dat wordt weggehaald bij zijn moeder. De kranten stonden er vol van toen koe Els van de Tostifabriek van haar kalfje gescheiden werd. Tientallen omwonenden beschreven dit verdriet als het geluid van een stoomlocomotief en een leger zeehonden. Kalfjes lijden onder enorme stress omdat ze de individuele zorg en bescherming van hun moeder moeten missen. De afgelopen maanden hebben melkveehouders geanticipeerd op het wegvallen van de melkquota door uitbreiding, schaalvergroting en het verhogen van de melkproductie. Melkveehouders zijn ernstig over hun melkquotum heen gegaan en namen de boete van de Europese Commissie graag voor lief. Het kon uit.
Vorige week werd de zeer lage decembermelkprijs bekendgemaakt. Boeren reageerden direct door 50% extra koeien aan te bieden aan de slachthuizen. Wat doet de boer dus als de melkprijs een beetje daalt? Dan neemt hij direct afscheid van zijn koeien. Op radio en tv hoor je boeren omfloerst praten op over de band die ze met hun dieren hebben. Dat staat in schril contrast met het feit dat als de melkprijs een klein beetje daalt, er direct 50% meer koeien naar het slachthuis worden gebracht. Geld is het enige wat telt in deze sector. Is de staatssecretaris van mening dat de wijze waarop de sector zijn productie begrenst door de levens van de dieren af te meten aan de prijs van een liter melk, effectiever is dan een systeem van dierrechten? Kan zij uitleggen hoe het begrenzen van de productie door dieren naar de slachterij te sturen afhankelijk van de prijs van een liter melk, past binnen de kabinetsvisie van een duurzame veehouderij?
Helaas worden we vandaag geconfronteerd met niet meer dan een lege wet, die geen van de grote problemen in de melkveehouderij het hoofd biedt en waarvan op geen enkele manier duidelijk is hoe hij wordt ingevuld. Regeren is helaas vooruitschuiven geworden. Vorig jaar moest de wijziging van de Meststoffenwet er nog even snel voor kerst doorheen worden gejast. Dat is ook een wet die het grote mestprobleem in ons land ongemoeid liet, naliet om het probleem bij de bron aan te pakken en waarmee alleen werd ingezet op oplossingen aan het einde van de lijn, zoals mestverwerking. Ik vind zowel de inhoud als het proces van deze wet onacceptabel en kan er dan ook onmogelijk mee instemmen. Dat zou eigenlijk moeten gelden voor alle andere partijen die duurzaamheid als belangrijk thema in hun verkiezingsprogramma hebben, maar kennelijk kiezen voor economische kortetermijnbelangen. We mogen deze wet niet afkeuren. Hij moet voor 1 januari aangenomen zijn, anders krijgen we problemen met Brussel. De kiezer is de enige die op 18 maart ervoor kan zorgen dat er straks in dit huis minder poep gepraat wordt.