Verslag van de vergadering van 16 december 2014 (2014/2015 nr. 14)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.23 uur
De heer Hoekstra i (CDA):
Voorzitter. Gisteren hebben we hier tot 00.30 uur gedebatteerd. Volgens mij hebben wij vanavond de ambitie om het nog tot 02.15 uur te rekken en de gifbeker helemaal leeg te drinken. Als de Eerste Kamer een inspanningsverbintenis heeft, dan komt zij die deze dagen in ieder geval helemaal na. Zij komt die inspanningsverbintenis helemaal na omdat de regering een groot aantal wetsvoorstellen heeft aangemerkt als spoedeisend. Bij dit wetsvoorstel is volgens mijn fractie de tragiek dat wij ons er enorm voor inspannen om Nederland precies de verkeerde kant uit te helpen, maar dat zal de staatssecretaris in de eerste termijn al wel geworden zijn.
Ik heb in eerste termijn namens het CDA vijf punten naar voren gebracht. Ik heb oprecht persoonlijke waardering voor de staatssecretaris, maar bij vier van die vijf punten is er toch niet het begin van een overtuigend antwoord gekomen. Op één punt is dat er wel gekomen. Dat zal ik ruiterlijk toegeven. Dat is namelijk het punt van de UFR. Ik had een, ik mag wel zeggen, loepzuivere motie voorbereid die op brede steun zou hebben kunnen rekenen, maar die zal ik laten liggen op dezelfde plank waarop de staatssecretaris dit wetsvoorstel zou hebben moeten willen achterlaten, zoals ik betoogd heb. Volgens mij hebben wij met z'n allen vandaag de kerstgedachte al genoeg geweld aangedaan. Daarom laat ik het hierbij.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Ester. Ik zie hem niet in de zaal, dus ik sla hem even over. Het woord is aan de heer Elzinga.