Verslag van de vergadering van 13 januari 2015 (2014/2015 nr. 16)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.52 uur
Mevrouw Duthler i (VVD):
Voorzitter. Ik dank de bewindslieden voor de uitvoerige beantwoording van de vragen die mijn fractie in eerste termijn heeft gesteld. Ik ben toen vrij uitgebreid ingegaan op de griffierechten. Voor de beantwoording van sommige vragen verwijst de minister naar het wetsvoorstel dat aan de overkant in behandeling is. Ik zal mijn nadere vragen dan ook opsparen tot het moment dat de behandeling van dat wetsvoorstel ook in de Eerste Kamer aan de orde is. Met name als het gaat om de griffierechten is het voor mijn fractie belangrijk dat de Kamer haar handen bij de behandeling vrij heeft als zij nu instemt met de begroting. De minister heeft dat in zijn eerste termijn bevestigd. Ik zie hem nogmaals knikken. Ik dank hem daarvoor.
Ik heb nog een enkele vraag over de bereikbaarheid van de rechter voor de zogenoemde "sandwich class". De minister heeft aangegeven open te staan voor alternatieven en voor onderzoeken naar alternatieve vormen van procesfinanciering en die te zullen betrekken bij het wetsvoorstel inzake massaschade. Litigation funding beperkt zich niet tot massaschade, maar gaat verder. Ik denk dan aan de intellectuele-eigendomszaken, uitkoopgeschillen, fiscale geschillen en de onrechtmatige overheidsdaad. Mijn fractie vraagt de minister om zijn onderzoek naar die alternatieve vormen van procesfinanciering niet te beperken tot massaschade, maar om dat breder te trekken.
De staatssecretaris is ingegaan op het al dan niet punitieve karakter van de eigen bijdrage van verdachten. Hij heeft aangegeven dat ze alternatief worden opgelegd en afgehandeld en dat de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Ze kunnen natuurlijk wel degelijk als punitief worden ervaren dan wel een punitief effect hebben. Is dat in het wetsvoorstel verdisconteerd? Zo ja, op welke wijze is dat gebeurd?
De minister heeft uitvoerig aangegeven welke initiatieven, kabinetsvisies, nota's en voorstellen de regering doet op het vlak van privacybescherming. De motie-Franken is nog steeds actueel. Hij noemde dit los van de antiterrorismewetsvoorstellen en de aanpak van het jihadisme. Ik neem echter aan dat hij deze wel degelijk betrekt bij de verdere uitwerking van die aanpak en die wetsvoorstellen. Het is misschien een retorische vraag, maar mijn fractie ziet dat graag bevestigd.