Verslag van de vergadering van 7 april 2015 (2014/2015 nr. 27)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.22 uur
Mevrouw Sent i (PvdA):
Voorzitter. Ik dank de initiatiefnemers en de minister voor de zorgvuldige antwoorden op onze vragen. Wij hadden twee vragen aan de initiatiefnemers voorgelegd. De eerste vraag betrof de belemmering die het wetsvoorstel zou kunnen vormen voor het aannemen van met name vrouwen met jonge kinderen. Uit het antwoord van de initiatiefnemers begrijp ik dat dit mogelijk een bredere belemmering zou vormen, namelijk voor het aannemen van mensen die behoren tot een gezin met jonge kinderen, niet alleen de moeders maar ook de vaders. De vervolgvraag is dus: hoe zit het nu met de juridisering? Zou dit in bredere zin onbedoelde gevolgen kunnen hebben?
De tweede vraag aan de initiatiefnemers die wij hadden, betrof de ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Daarbij zou het beide kanten kunnen opgaan. Aan de ene kant zou de ongelijkheid kunnen worden versterkt, als vooral mensen onder aan de arbeidsmarkt, het fundament van de arbeidsmarkt, zoals wij dat graag hier noemen, minder een beroep kunnen doen op dit soort mogelijkheden. Tegelijkertijd wil je natuurlijk niet daarmee ook aan de andere kant van de arbeidsmarkt die mogelijkheden ontzeggen. Ik vond het interessant om erover na te denken dat op deze manier de tweedeling juist verzwakt zou kunnen worden, omdat de mondigen al wel gebruikmaken van deze mogelijkheden, en juist de lager opgeleiden hierin steun vinden en een beroep doen op deze wet om dergelijke verzoeken in te dienen. Desalniettemin zal de dreigende tweedeling op de arbeidsmarkt altijd een punt van aandacht moeten blijven, wat mijn fractie betreft.
Ten slotte ga ik nog in op de reactie van de minister op onze zorg omtrent het doorbreken van de deeltijdklem. Wij kijken uit naar het SER-advies over werken in de toekomst. Wij zijn blij met de toezegging van de minister om onze vraag betreffende het meenemen van mogelijkheden om de deeltijdklem te doorbreken, mee te nemen in de adviesvraag. Wij zijn alleen nog benieuwd naar de termijn waarop wij het SER-advies mogen ontvangen.
Daarmee sluit ik af. Iedereen die kan werken, dient naar vermogen bij te kunnen dragen. Wij menen dat het voorliggende initiatiefvoorstel daartoe een belangrijke stap vormt. Ik zal mijn fractie dan ook adviseren om voor het wetsvoorstel te stemmen.