Verslag van de vergadering van 19 mei 2015 (2014/2015 nr. 31)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.06 uur
De heer Essers i (CDA):
Voorzitter. Ik ben gemachtigd, zowel door de leden van de VVD- als van de CDA-fractie, om bij dit wetsvoorstel de volgende stemverklaring af te leggen. In de schriftelijke behandeling van dit wetsvoorstel hebben de leden van deze fracties herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de nadelige inkomensgevolgen die als gevolg van de op zich terechte overgang van een bronstaatheffing voor reguliere pensioenuitkeringen zullen optreden voor vele in Duitsland wonende gerechtigden op een Nederlands pensioen. Weliswaar verzacht een overgangsregeling deze pijn, voor een groot aantal in Duitsland wonende gepensioneerden blijft niettemin sprake van een behoorlijke inkomensachteruitgang. De regering heeft aangegeven, geen ruimte te zien om de thans voorgestelde overgangsregeling verder te verruimen. Dat hadden deze leden liever anders gezien. Maar zij menen dat, alles afwegend, dit nadeel niet opweegt tegen de voordelen van het nieuwe verdrag met Duitsland, onder andere als het gaat om de verbetering van de fiscale positie van in Nederland wonende grensarbeiders.
Wel wijzen de leden van de fracties van de VVD en het CDA erop dat voor soortgelijke gevallen in diverse heronderhandelde verdragen andere en soms ruimere overgangsregelingen bestaan. Zij achten het gewenst dat in de toekomst voor dergelijke gevallen een meer uniforme benadering wordt gekozen, dan wel dat er een duidelijk kader wordt vastgelegd dat voor bestaande gevallen kan worden gehanteerd. Zij roepen de regering dan ook op, voor de toekomst een dergelijke gelijke behandeling c.q. duidelijk kader te ontwikkelen.