Plenair Dercksen bij behandeling Windenergie op zee



Verslag van de vergadering van 16 juni 2015 (2014/2015 nr. 35)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 18.02 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dercksen i (PVV):

Voozitter. Wat een metamorfose! Uit de tijd dat ik helemaal nog niet politiek actief was ken ik de minister als iemand die bivakkeerde aan de rechterkant van de VVD. Ik heb vandaag toch wel geluisterd naar de kapitein van de Arctic Sunrise. Het kan verkeren!

We hadden een kort debatje met de minister over 18 miljard en 12 miljard. Ik wil ook de minister eraan herinneren dat de heer Samsom op 1 juni in het bij mij erg populaire programma Vroege vogels heeft verteld dat die 18 miljard goed besteed zijn. Dus het is niet helemaal zo dat ik dat zelf allemaal heb verzonnen. Klaarblijkelijk is er ook binnen de coalitie nog enige onduidelijkheid over.

We hebben ook een debat gehad over banen. Op dat punt verschillen we toch wel van mening. Neem het Park Gemini, ook wind op zee, 4,5 miljard in vijftien jaar, dus 300 miljoen per jaar. En de betrokken bedrijven hebben aangegeven 500 tijdelijke banen te hebben voor de bouw van het park en vervolgens 120 permanente banen. Dat is 2,5 miljoen per baan. Dat kan onder de streep natuurlijk nooit economische winst betekenen.

Ik heb twee moties. Ik heb de minister gevraagd naar het monitoren van de netto-opbrengst van energie. Daar kwamen we echter niet uit. Voor de mensen die het allemaal moeten betalen straks, wil ik toch echt uitgezocht hebben wat de netto-energie-opbrengst is als we het verlies op energiecentrales monitoren en we uitrekenen wat die parken kosten; de windhandel zegt dat het dan gaat om een half jaar lang draaiende windmolens, wat dan al een fors deel van de levensduur van die molens is. Het kan toch niet zo zijn dat ze in Duitsland pieken hebben in windstroom en dat wij die hier niet zullen hebben? Dat lijkt ons erg onwaarschijnlijk. Vandaar de volgende motie.

De tijdelijkevoorzitter:

Door de leden Dercksen, Faber-van de Klashorst, Van Strien, Van Hattem en Van Weerdenburg wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er onduidelijkheid is omtrent de nettostroomopbrengst van windmolens;

overwegende dat het wenselijk is om te monitoren in hoeverre subsidie efficiënt en effectief wordt ingezet;

verzoekt de regering om direct na ingebruikname van een windmolenpark op zee onafhankelijk onderzoek te doen naar de navolgende zaken, teneinde de omvang van de nettobrandstofbesparing te bepalen:

niet-inpasbaar overschot aan windstroom in periodes van veel wind;

rendementsverliezen van bestaande elektriciteitscentrales veroorzaakt door de bijdrage van windenergie;

energie gebruikt om de turbines en parken te bouwen, aan te sluiten en te onderhouden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter H (34058).

De heer Dercksen (PVV):

Mijn tweede motie gaat over TenneT. Dat is een staatsbedrijf en gaat straks de verantwoordelijkheid krijgen om de stroom aan land te brengen. Ik heb de minister horen zeggen: ja, want anders zouden de windhandelaren, de producenten van windenergie een hogere prijs gaan vragen en meer subsidie moeten krijgen voor de geproduceerde stroom. Maar er zit geen grens op het risico van TenneT. In Duitsland heeft TenneT een jaar of zelfs achttien maanden lang geen stroom van 80 windmolens aan land kunnen brengen. Dat is dus een onbeperkt risico. De PVV-fractie wil dat risico niet onbeperkt bij de Nederlandse huishoudens neerleggen maar wil dat neerleggen waar dat eigenlijk hoort, namelijk bij de producenten van windenergie. Vandaar de volgende motie.

De tijdelijke voorzitter:

Door de leden Dercksen, Faber-van de Klashorst, Van Strien, Van Hattem en Van Weerdenburg wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voorheen de exploitanten van windmolenparken op zee verantwoordelijk waren voor het aan land brengen van stroom;

overwegende dat TenneT door de minister is aangewezen om de infrastructuur op zee aan te leggen;

overwegende dat de praktijk leert dat dit niet zonder risico is;

overwegende dat TenneT een staatsbedrijf is;

verzoekt de regering om het onderhavige aanbestedingsproces zo in te richten dat bij calamiteiten TenneT gevrijwaard wordt van aansprakelijkheden, teneinde te voorkomen dat de eindgebruiker een nog hogere prijs voor energie zal moeten betalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter I (34058).