Plenair Strik bij behandeling Implementatie Opvang- en Procedurerichtlijn



Verslag van de vergadering van 7 juli 2015 (2014/2015 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 17.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor zijn beantwoording. Veel is duidelijker geworden. Ik ben blij dat de staatssecretaris zelf aangeeft dat het aantal vluchtelingen niet snel zal afnemen, gelet op het enorme aantal vluchtelingen wereldwijd. Het overgrote deel daarvan bevindt zich in de regio. Een land als Nederland moet 30.000 asielzoekers gemakkelijk aankunnen. Ik zou pas in paniek raken als wij dat niet zouden kunnen.

Ik heb gevraagd hoe het zit met de kwetsbare groepen die bijzondere procedurele waarborgen nodig hebben en voor wie de grensprocedure eigenlijk niet geschikt is. In antwoord daarop wijst de staatssecretaris op het medisch advies van FMMU, maar dat is juist een heel beperkt medisch advies, waarbij alleen wordt bezien of iemand kan worden gehoord. Het gaat niet om een onderzoek naar de vraag of deze persoon geschikt is voor de grensprocedure. Wellicht kan de staatssecretaris iets zeggen over de vraag hoe de screening toch op een tijdig moment daar kan plaatsvinden.

Wat de rechterlijke toetsing betreft ben ik blij dat de staatssecretaris heel duidelijk heeft gezegd dat de rechter tot een zelfstandig oordeel moet komen en dat de wijze waarop hij dat doet aan de rechter zelf is. Er is een groot verschil met de huidige marginale toets, waarbij de rechter beziet of de IND de juiste stappen heeft gezet. Nu moet de rechter echt gaan beoordelen of de beoordeling die de IND aan het asielrelaas heeft gekoppeld wel klopt. Uiteraard begint de rechter niet in het luchtledige — dat zou een karikatuur zijn van hoe hij zou gaan werken — maar baseert hij zich op het dossier en de beslissing. Hij is er echter niet toe beperkt. Sterker nog, de ex-nunctoets verplicht hem om alle nieuwe feiten en elementen te beoordelen, zoals de staatssecretaris ook aangaf. Ik ben daarom blij dat de staatssecretaris nadrukkelijk zegt dat de rechter ook nieuwe asielmotieven kan toetsen. De rechter kan daarbij ruimte geven aan de IND om deze nieuwe motieven zelf te beoordelen en zal dat waarschijnlijk ook doen, maar dan wel binnen dezelfde asielprocedure. Dit heb ik toch goed begrepen van de staatssecretaris? Ik denk dat dit van groot belang is om niet in strijd met de richtlijn te komen en om te voorkomen dat een asielzoeker in een gemankeerde vervolgprocedure terechtkomt. Dat is precies van belang voor de kleine groep asielzoekers die hun verhaal niet meteen hebben kunnen vertellen, om een goede reden: namelijk schaamte over wat zij hebben meegemaakt of het trauma dat zij daardoor hebben opgelopen.

Het medisch onderzoek betreft precies deze groep. Ik ben verheugd dat de staatssecretaris bereid is om bij opvolgende asielverzoeken het medisch onderzoek te bekostigen, als dat heeft bijgedragen aan de inwilliging. Vaak doet iemand een nieuw asielverzoek met dat medische steunbewijs. Hij heeft al medisch onderzoek laten verrichten bij het iMMO en gaat daarmee een nieuwe procedure in. Dan is het al betaald. Als het bijdraagt aan een inwilliging lijkt het mijn fractie niet meer dan normaal en in overeenstemming met artikel 18 van de richtlijn dat dit bekostigd wordt.

Mijn laatste punt betreft de opvang na de vertrektermijn van vier weken. Het is fijn dat het niet vaak nodig is dat de rechter binnen vier weken beslist. Wij weten allemaal dat het soms wel gebeurt. Met name als het aantal asielverzoeken toeneemt, wordt die kans groter. De staatssecretaris zegt: dan handelen wij naar bevind van zaken. Mijn punt was nu juist dat de Opvangrichtlijn voor iedereen geldt die in de asielprocedure zit en deze ook mag afwachten in Nederland. Dan gaat het niet aan om te zeggen: één groep gaan wij daarvan toch ontheffen, namelijk degenen die een vertrektermijn van vier weken hebben gekregen. Ik krijg graag het antwoord op de vraag waar de staatssecretaris het op baseert dat deze groep zou kunnen worden uitgesloten van de opvang.