Verslag van de vergadering van 22 september 2015 (2015/2016 nr. 1)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 21.01 uur
Mevrouw Prast i (D66):
Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoorden op de gestelde vragen, ook op die van mij.
Ik heb de minister gevraagd of hij bereid is de mogelijkheid te onderzoeken om een eind te maken aan de fiscale bevoordeling op grond van uitsluitend leeftijd en het geld dat de overheid daarmee bespaart te gebruiken om het leven van wie het echt nodig hebben te veraangenamen, AOW'er of niet. De minister heeft hier noch ja noch nee op geantwoord. Dat biedt hoop. Ik nodig de minister uit om daar in de toekomst naar te kijken.
Ik heb de minister gevraagd om voor mij uit te rekenen, als dat tenminste snel mogelijk was, wat het verschil is tussen twee personen met een modaal inkomen en dan het inkomen bruto naar netto, AOW'er of niet. Ik doel op de nieuwe categorie AOW'er die gemakkelijker in dienstverband kan werken, vergeleken met een jongere collega met hetzelfde modale inkomen. In zijn antwoord noemde de minister de term "loonkosten", maar ik denk dat hij op die term kwam, omdat hij het woord "verdringing" zo vaak heeft gehoord, maar loonkosten zijn kosten die de werkgever maakt. Het ging mij juist om die jonge IT'er, die samen met zijn oudere collega, een AOW'er, een geweldige prestatie neerzet in het bedrijf. Ze verdienen bruto hetzelfde, maar de jonge ICT'er, die misschien thuis veel meer ballen in de lucht moet houden, houdt veel minder over. De minister heeft volkomen terecht gezegd dat dit verschil in fiscale behandeling er nu ook is. Dat klopt, maar er is ook een verschil. Straks worden meer mensen gefaciliteerd die de AOW-leeftijd hebben bereikt om in dienstverband te werken. Er komen dus — dat verwacht ik in ieder geval — meer gevallen van collega's, de een AOW'er, de ander niet, die hetzelfde verdienen, terwijl de niet-AOW'er veel minder overhoudt. Dit is geen extra vraag aan de minister, maar ik wil wel opmerken dat dit nieuw is.
De minister vindt dit niet in strijd met de Wet gelijke behandeling, want het gaat om een legitiem doel. Dus dit valt onder de derde bullet bij de uitzonderingen, a point well taken.
Dan nog een opmerking aan het adres van de heer Nagel. Ik denk dat we hier moeten debatteren op basis van inhoud. Ik heb een aantal feiten geschetst. Goed, het was misschien 40% en niet 50% — misschien is het percentage verlaagd — maar het gaat mij er niet om een bepaald beeld van een AOW'er neer te zetten. Ik heb juist aangegeven dat ik AOW'ers zie als volwaardige mensen die veel meer kunnen dan vroeger, met de vraag of de huidige arrangementen nog wel van nu en morgen zijn.
Ik zal mijn fractie adviseren om dit wetsvoorstel te steunen.
De voorzitter :
Dan is het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want hij is in de gelegenheid om meteen te antwoorden.