Verslag van de vergadering van 29 september 2015 (2015/2016 nr. 2)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 13.43 uur
De heer Ten Hoeve i (OSF):
Voorzitter. Dit wetsvoorstel regelt iets waar ik van harte voor ben. In ieder geval ben ik voor de originele bedoeling ervan. Ik denk dat het goed is als kinderen al op een heel jeugdige leeftijd geconfronteerd worden met een tweede of eventueel derde taal. Het is goed als ze leren zo'n tweede of derde taal zo natuurlijk mogelijk te gebruiken, van jongs af aan. Het wetsvoorstel had daarbij echter moeten regelen in hoeverre wij in het primair onderwijs de ruimte geven aan deze tweede of derde taal. Dat is niet gebeurd. Er is voor gekozen om dat in een Algemene Maatregel van Bestuur te regelen. Die stelt dat voorlopig maximaal 15% van de onderwijstijd beschikbaar is. In de behandeling wordt al uitdrukkelijk en heel expliciet gemeld dat het lang niet onmogelijk is …
De voorzitter:
Wilt u uw stemverklaring kort houden?
De heer Ten Hoeve (OSF):
Ik ben bijna klaar. Gesteld wordt dat het lang niet onmogelijk is om op heel korte termijn tot 50% te komen. Als dat gebeurt, zetten we de deur naar mijn idee wagenwijd open voor erosie en minorisering van het Nederlands. Dat gaat mij te ver.