Verslag van de vergadering van 13 oktober 2015 (2015/2016 nr. 4)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 23.07 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter. Ik dank de minister-president voor de beantwoording van onze vragen en met name voor het feit dat hij door het bezigen van het Maleisische woord "mataglap" in herinnering roept dat gelukszoekers, bootvluchtelingen van alle tijden zijn. Nederlandse gelukszoekers op zee hebben in alle windrichtingen hun geluk gezocht en veelal ook in financiële zin. Ze hebben zich gevestigd in Suriname, in Brazilië, in Nieuw-Guinea, in Afrika, in Amerika en in Indonesië. Onze hebzucht bracht de inlandse bevolking niet zelden tot zinsverbijstering, tot blinde razernij. Onze welvaart is er zeer door gevoed en we hebben daarmee een ereschuld opgebouwd. We zullen moeten helpen met het herstel in de regio's, waar we onze welvaart deels opgebouwd hebben.
Ik dien daarom graag een motie in om ervoor te zorgen dat het ontwikkelingsbudget niet verder wordt uitgekleed ten gunste van de opvang van vluchtelingen.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman, Schalk, Teunissen, Strik, Kox, Köhler, Nagel en Ten Hoeve wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de opvang van vluchtelingen ook Nederland voor grote uitdagingen stelt;
overwegende dat hulp en opvang in de regio van herkomst de voedingsbodem voor nieuwe vluchtelingenstromen kan wegnemen;
verzoekt de regering, geen gelden uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking in te zetten voor de opvang van vluchtelingen in Nederland, ten laste van mogelijkheden tot hulp en opvang in de regio van herkomst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter H (34300).
De heer Koffeman (PvdD):
Daarnaast willen we voorkomen dat de belangen van de zwaksten het zullen afleggen tegen het recht van de sterksten, met name waar het gaat om TTIP en CETA. Vele duizenden Nederlanders hebben afgelopen zaterdag gedemonstreerd tegen TTIP en CETA, het geheimzinnige karakter van de onderhandelingen en het feit dat wat ervan bekend is op een zeer geringe mate van transparantie duidt. De Nederlandse democratische besluitvorming kan erdoor overruled worden, zelfs ons Nederlandse rechtssysteem. Om die reden dien ik de volgende motie in.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman, Teunissen, Kox, Köhler, Nagel, Ruers, Wezel, Meijer en Van Apeldoorn wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Commissie onderhandelt met de Verenigde Staten over een vrijhandelsverdrag (TTIP) en er een verdrag (CETA) tussen de EU en Canada in de maak is,
overwegende dat:
de zeggenschap en beleidsruimte van Nederlandse overheden door TTIP en CETA negatief kunnen worden beïnvloed;
TTIP en CETA schadelijke gevolgen kunnen hebben voor milieu, volksgezondheid, dierenwelzijn, privacy, arbeidsrechten en ontwikkelingslanden;
TTIP een regulatory cooperation body in het leven roept, waarin nieuwe en bestaande regelgeving, ook op decentraal niveau, getoetst en verworpen kan worden door een niet democratisch aangesteld comité;
ondernemers in Nederland en Europa schadelijke gevolgen kunnen ondervinden als gevolg van toegenomen concurrentie door deze "vrijhandelsakkoorden";
van mening zijnde dat:
de beleidsvrijheid van Nederlandse overheden niet mag worden beperkt door handelsakkoorden met de VS of Canada;
vrijhandelsakkoorden geen instrumenten moeten zijn om de Europese, nationale, regionale of gemeentelijke wetgevingen te versoepelen of zelfs af te schaffen;
elke clausule betreffende een geschillenregeling (ISDS) tussen investeerders en overheden die zich onttrekt aan het nationale rechtssysteem op principieel verzet stuit;
alleen harmonisering tussen de EU en de VS of Canada naar de hoogste normen op het gebied van milieu, dierenwelzijn, mensenrechten en arbeidsrechten bespreekbaar zou moeten zijn;
verzoekt de regering, in Brussel de zorg van de Eerste Kamer over CETA en TTIP uit te dragen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter I (34300).