Verslag van de vergadering van 16 februari 2016 (2015/2016 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.52 uur
Mevrouw Wezel i (SP):
Voorzitter. In de Tweede Kamer heeft de minister op 13 januari 2016 uitgebreid toegelicht dat er in september 2015 een deal was met Marokko over een gewijzigd verdrag. Helaas stelde Marokko in december 2015 een extra eis waarop de Nederlandse regering niet kon ingaan. De minister gaf in het overleg met de Tweede Kamer aan dat hij er nog steeds de voorkeur aan geeft om het verdrag te wijzigen, in het belang van beide landen. De deur staat nog steeds open en gesprekken zijn nog gaande. Desondanks ligt hier wel voor de goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het verdrag met Marokko. Wellicht maakt de besluitvorming van het parlement deel uit van de onderhandelingsstrategie, maar wat als de minister aan het kortste eind trekt en op enig moment de daad bij het woord moet voegen? Dan zit Nederland met de volgende spreekwoordelijke gebakken peren.
In de brief van de minister van 3 juni 2014 gaf de minister zelf al aan dat hij het opzeggen van het verdrag onverstandig acht, met name vanwege de risico's voor de fraudebestrijding en de handhaving. Door opzegging worden de gemaakte controleafspraken tenietgedaan en kunnen de vermogenscontroles in Marokko, nodig voor het vaststellen van het recht op bijstand, niet langer doorgaan. In dat geval is het risico reëel dat het aantal fraudegevallen toeneemt.
Na opzegging van het verdrag vervalt de mogelijkheid om medische keuringen te laten uitvoeren door of in samenwerking met de Marokkaanse autoriteiten. Medische controles kunnen dan alleen verricht worden door klanten op te roepen naar Nederland te komen. Het UWV betaalt voor deze uitkeringsgerechtigden de reis- en verblijfkosten. Het oproepen naar Nederland lukt echter lang niet altijd vanwege het niet reisvaardig zijn als gevolg van ziekte en er bestaat geen alternatief. De verzekeringsartsen van het UWV zijn niet bevoegd om in Marokko zelfstandig medische onderzoeken te verrichten.
Uitzettingen van illegale vreemdelingen naar Marokko blijven niet meer mogelijk. Sinds 14 oktober 2014 worden in het geheel geen laissez-passers meer door de Marokkaanse autoriteiten afgegeven. De Marokkaanse autoriteiten hebben de staatssecretaris al op 9 december 2014 te kennen gegeven dat de reden is gelegen in het voornemen tot opzegging van het verdrag.
Inbewaringstelling van illegale Marokkanen is dan in strijd met artikel 59 van de Vreemdelingenwet, aangezien zicht op uitzetting ontbreekt.
Opzegging van het verdrag kan juist aantrekkende werking hebben voor Marokkanen met criminele intenties, omdat zij weten dat ze niet uitgezet kunnen worden.
Overdracht van strafvervolging op grond van het sinds 1 december 2012 tussen Marokko en Nederland op grond van het rechtshulpverdrag zal niet meer plaatsvinden.
Er zal geen informatie meer verstrekt worden die relevant is om terroristische aanslagen te voorkomen. Marokko heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opheldering van de identiteit van de daders van de aanslagen in Parijs.
De samenwerking in het kader van de strafrechtelijke opsporing en vervolging zal verslechteren. Nederland en Marokko leiden nu gezamenlijk het Global Counterterrorism Forum.
Verder zal het opzeggen van het verdrag gevolgen hebben voor de handelsbetrekkingen. Marokko beschouwt het opzeggen van het verdrag als een onvriendelijke daad.
Kortom, de samenwerking tussen Nederland en Marokko op het terrein van civiel recht, strafrecht, politietaken, terrorismebestrijding, migratie, defensiesamenwerking, douane- en fiscale samenwerking, handel en ontwikkelingssamenwerking komt onder druk te staan.
Als ik het goed begrijp, is het gewijzigd verdrag van tafel omdat Marokko een extra eis heeft gesteld om ook de Westelijke Sahara onder te brengen bij dit socialezekerheidsverdrag. In hoeverre is het de regering waard om met de opzegging van het verdrag de genoemde risico's te lopen?
Zou de minister kunnen toelichten welke invloed de komst van het nieuwe associatiebesluit tussen de EU, haar lidstaten en Marokko heeft gehad in de besluitvorming om toch goedkeuring van het parlement te vragen voor het voornemen tot opzegging van het verdrag met Marokko? Op grond hiervan ontstaan voor de meeste Nederlandse uitkeringen, zij het niet de kinderbijslag, opnieuw verplichtingen tot export naar Marokko. De mogelijkheden die dit besluit biedt tot controle op de rechtmatigheid van de uitkeringen zijn echter veel beperkter dan in het huidige verdrag en akkoord. Het conceptassociatiebesluit biedt Nederland wel de mogelijkheid om met Marokko nieuwe afspraken te maken over fraudebestrijding, maar door de associatierechtelijke exportverplichting is de onderhandelingspositie van Nederland van meet af aan zwakker dan bij de wijziging van het verdrag in 2002 en 2003, zo staat opgenomen in het advies van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De SP-fractie verneemt graag de reactie van de minister.