Verslag van de vergadering van 8 maart 2016 (2015/2016 nr. 22)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.20 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter. Europa heeft veel voordelen. Sinds de euro hoeven we geen geld meer te wisselen bij de grens, sinds Schengen hoeven we niet meer te stoppen bij de grens om ons paspoort te laten zien en sinds het vrije verkeer van personen is de arbeid veel goedkoper geworden. Tegen een Nederlandse werknemer die zeurt over z'n salaris kan een werkgever met recht zeggen: voor jou tien anderen, Polen of Roemen bijvoorbeeld. Hongaarse vrachtwagenchauffeurs reden voor iets minder dan €2 per uur op Nederlandse vrachtwagens, en van dat geld kun je natuurlijk niet zo heel veel als chauffeur. We zien ze allemaal kamperen op de parkeerplaatsen naast Nederlandse tankstations, dag in dag uit. Maar voor Nederlandse werkgevers is het natuurlijk wel een prettige meevaller om voor €2 per uur je truck door Europa te kunnen laten rijden. En het kan nog een stuk goedkoper, blijkt nu. Voor minder dan €1 per uur kun je een lasser uit Roemenië of uit Polen laten werken op je scheepswerf in Groningen. Heel simpel: een Nederlands uitzendbureau besteedt een klus uit aan een buitenlands zusterbedrijf zodat het geen sociale premies in Nederland hoeft te betalen. De bedrijven zeggen dat er sprake is van een tijdelijke klus in Nederland en vragen via hun buitenlandse vestiging een zogenaamde A1-verklaring aan voor de "gedetacheerde werknemers". Sociale premies worden betaald over het veel lagere minimumloon in bijvoorbeeld Roemenië of Polen. Creatief, lekker goedkoop.
RTL Nieuws meldt: "Honderden Roemenen werken op Nederlandse scheepswerven voor €1 bruto per uur, blijkt uit cijfers van de FNV." Het zijn volstrekt malafide praktijken. Werkgevers, ontduiken de Nederlandse cao, tillen de schatkist en knijpen de Roemenen uit, zegt een ontslagen werknemer die vijf jaar werkte voor GS Yard in het Groningse Waterhuizen. Hij verloor daar zijn baan als kraanmachinist. Aan een Roemeen. "Hij zit nu zonder de juiste papieren op mijn kraan. Spreekt de taal niet en werkt 56 uur per week. Voor een appel en een ei." Leuk voor de werkgever, slecht voor de Nederlandse werkgelegenheid. Maar een kniesoor die daarop let. We zijn nu eenmaal een Europese waardengemeenschap en wat maakt het dan uit of een vacature door een Nederlander of een Roemeen wordt vervuld. Niet dat bekrompen-achter-de dijken-denken, Europese gemeenschap, dat willen we zoals ik op een pakje condooms las dat tijdens een verkiezingscampagne werd uitgedeeld.
Het klinkt cynisch, maar de situatie is ernaar. Het is crisis op alle fronten en die crisis wordt benut om het proces van eenwording versneld door te voeren. "There is no alternative", zei een Engelse premier ooit, hoewel veel Britten het gevoel hebben dat er inmiddels wel degelijk een alternatief is. Brussel lijkt inderdaad uit te gaan van voldongen feiten. De Europese trein is in gang gezet en is niet te stoppen.
Niet alleen kunnen werkgevers binnen de EU profiteren van de wet van de communicerende vaten die een vrije Europese arbeidsmarkt nu eenmaal met zich brengt, maar ook belastingtechnisch biedt Europa geweldige voordelen. Zo betaalde Facebook vorig jaar niet meer dan €5.800 belasting in het Verenigd Koninkrijk, minder dan een Britse werknemer met een modaal salaris. Dat maakt burgers cynisch.
Europa, dat een project van verbroedering had moeten worden — het Europese volkslied laat daarover geen misverstand bestaan — is een project geworden dat eerder als een splijtzwam werkt. Het is een Europa van verschillende snelheden, een Europa waarin de lidstaten over een verschillend economisch temperament beschikken, waarin het noorden en het zuiden lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan, waarin niet alle lidstaten lid zijn van Schengen, waarin niet alle lidstaten de euro hebben, waarin niet alle lidstaten onvoorwaardelijk hechten aan het EU-lidmaatschap en waarin de vluchtelingencrisis de tweespalt alleen maar verder aanwakkert. Zelfs "Mister Europa" Frans Timmermans twijfelt openlijk of Europa het gaat redden. Wie had dat ooit kunnen denken, behalve de critici die vanaf het begin van de Europese droom hebben gewaarschuwd voor een zeepbel die elk moment uit elkaar zou kunnen spatten met alle ontwrichtende gevolgen van dien.
Nederland staat aan de vooravond van een ongekende machtsoverdracht. Drie jaar geleden stelde de Raad van State vast dat er een pad naar een begrotingsfederatie binnen de eurozone uitgestippeld wordt, dat uit drie stappen bestaat: een bankenunie, begrotingscontracten en een heuse begrotingsunie met eigen belastingen. De Raad van State noemde deze voornemens "ingrijpend", sprak over "verstrekkende gevolgen", waarschuwde voor "grote financiële risico's", sprak van "aanzienlijke consequenties voor de rol van nationale parlementen" en vroeg zich af of "deze besluiten ook daadwerkelijk democratisch gedragen worden", zeker nu "een groeiend deel van de burgers zich in afnemende mate verantwoordelijk weet voor en vertegenwoordigd voelt bij de besluitvorming door wetgever of bestuur, hoezeer die ook volgens democratische procedures plaatsvindt". De Raad sprak over "democratische vervreemding" die zich "zeer markant voordoet ten aanzien van de besluitvorming in de Europese Unie". Dat was drie jaar geleden, en de zorgen van de Raad van State zijn allerminst ongegrond te noemen. We mogen de ernstige zorgen van de Raad van State over vergaande overdracht van bevoegdheden en daarmee dus ook vergaande opoffering van de soevereiniteit van ons land niet negeren.
Veel mensen hebben een ongemakkelijk gevoel over de ongecontroleerd groeiende invloed van de EU. Het grootste monetaire experiment uit de geschiedenis — dat kan niet vaak genoeg gezegd worden — waar we nog middenin zitten en de crisis die het gevolg hiervan is, worden nu misbruikt om nog meer bevoegdheden af te staan aan Brussel, in ijltempo, met stoom en kokend water. Ook het kabinet voelt dat ongemak, maar heeft moeite om met oplossingen te komen. Het kabinet zit in een spagaat wat betreft de invloed van de Europese Unie, net als over zoveel andere kwesties. Eigenlijk wil het kabinet méér Europese regelgeving en minder nationale invloed. Onder het mom van een level playing field wordt korte metten gemaakt met nationale koppen op het beleid, maar de Nederlandse kiezers zitten daar duidelijk niet op te wachten. Het geloof in de Europese Unie brokkelt in snel tempo af. Dat is al sinds 2005 het geval, toen de Nederlandse bevolking massaal "nee!" zei tegen de Europese grondwet, een wens die vervolgens door haar volksvertegenwoordigers massaal en vakkundig genegeerd werd. Inmiddels hebben ruim 400.000 kiezers een nieuw referendum afgedwongen, hoe hoog de lat daarvoor ook gelegd was door de politiek.
Opnieuw klinkt de oorlogsretoriek van partijen die menen dat de mensen die het referendum hebben aangevraagd maar het best verdacht gemaakt kunnen worden. We hebben via RTL Nieuws — goede speurneuzen — kennis kunnen nemen van de communicatiestrategie van het kabinet, die moet leiden tot een voorstem of een opkomst die lager is dan 30%. Beide vormen een voor het kabinet wenselijke uitkomst. Kan de minister uitleggen waarom het kabinet van mening is dat er minder stembureaus open hoeven te zijn omdat er nu eenmaal toch een lage opkomst verwacht wordt? Is de wens daarbij mogelijk de vader van de gedachte? Vindt het kabinet het uit democratisch oogpunt te verdedigen om het kiezers moeilijk te maken om te gaan stemmen bij een referendum waarbij het kabinet toch al geen hoge opkomst verwacht? Aan de referendumcommissie zal het niet liggen, want die keert de aangevraagde subsidies minder dan een maand voor het referendum pas uit, waardoor het niet eenvoudig is een goede campagne te voeren, hetzij voor, hetzij tegen, hetzij neutraal.
In het kader van het Oekraïnereferendum leg ik de volgende casus voor. Nederlandse banken zoals de Rabobank en ING investeren voor honderden miljoenen in een Oekraïense megakippenfabriek waar 332 miljoen kippen per jaar geslacht worden. Europese ontwikkelingsfondsen en de Nederlandse kredietverzekeringsmaatschappij Atradius doen vrolijk mee om een van de grootste legbatterijen en een van de grootste plofkippenfabrieken ter wereld uit de grond te stampen. Deze fabriek werkt volgens normen die binnen de EU niet zijn toegelaten, maar in Oekraïne gelden nu eenmaal andere wetten. De fabriek is eigendom van miljardair en kippenboer Yuriy Kosiuk, persoonlijk vriend en ook nog eens stafchef van president Porosjenko. In de functie van stafchef is hij verantwoordelijk voor alle militaire logistiek. Daarnaast is Kosiuk bankier en bezitter van een van de grootste pleziervaartuigen uit de regio. Kosiuk is een man met vele talenten en vele nevenfuncties, en een man die weinig belasting betaalt omdat de winst van de kippenfabriek buiten Oekraïne en binnen de belastingparadijzen van de EU valt.
Wat brengt onze banken en onze Brusselse vertegenwoordigers ertoe om zo uitbundig te investeren in volgens Transparency International het meest corrupte land van Europa, bij een vriend van de Oekraïense president die tevens het Oekraïense leger bestiert? Er zijn natuurlijk overeenkomsten tussen bio-industrie en oorlog en logistiek, maar als de kippenboer in kwestie volgens Forbes ook nog een miljard aan subsidies en belastingvoordelen opstreek en eieren produceert volgens een methode die in Europa verboden is, zouden we ons moeten afvragen of we wel te maken hebben met een goede associatie. Deze goedkope legbatterijeieren uit Oekraïne kunnen de doodsteek zijn voor Europese en dus ook Nederlandse boeren die zich proberen te houden aan de minimale dierenwelzijnsnormen die we hier met elkaar hebben geregeld.
De heer Schaap i (VVD):
Ik interrumpeer nu toch even, want de treurnis wordt nu zo groot dat ik er wat existentiële problemen mee begin te krijgen. Ik hoor dat Oekraïne zo zijn eigen regels heeft en dat het, in dit geval vanwege investeringen in de agrarische sector, een diepe treurnis wordt. Zou het niet een feest worden wanneer we Oekraïne zover krijgen om de Europese regelgeving over te nemen?
De heer Koffeman (PvdD):
Daarbij is de wens weer de vader van de gedachte. Een land neemt niet jouw regels over wanneer je een associatieverdrag aangaat met dat land.
De heer Schaap (VVD):
Ik zou dus nog een stapje verdergaan. We maken successievelijk een verdrag waarin staat dat Oekraïne alvast de Europese regels invoert. Daarmee ontstaat een mooi level playing field. Dan wordt er tenminste eerlijk geconcurreerd en wordt er bovendien diervriendelijker landbouw bedreven.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat lijkt mij nou echt een gevalletje van wishful thinking. Het is duidelijk zo dat toen Europa de legbatterijen verbood, Nederlandse banken en Nederlandse producenten van legbatterijen ervoor gekozen hebben om net buiten de Europese grenzen dat te gaan toepassen wat hier verboden is. Op het moment dat je voor elkaar zou kunnen krijgen — ik wens de heer Schaap veel geluk met pogingen daartoe, hoewel ik hem nog geen pogingen daartoe heb zien ondernemen, maar stel dat hij dat wel wil gaan doen — dat Oekraïne de Nederlandse regels overneemt, zullen onze legbatterijen in het volgende buurland welkom zijn. Dat volgende buurland is Rusland, dat voorlopig nog geen lid van de EU is. In dat geval kunnen opnieuw die legbatterijeieren over de Europese markt uitgestort worden. Dat levert dus helemaal geen enkel voordeel voor dieren en boeren op. Ik vind het bijzonder dat de heer Schaap, die zich vaak opstelt als belangenbehartiger van Nederlandse boeren, het nu niet voor hen opneemt. Nederlandse boeren kunnen niet concurreren met legbatterijen in Oekraïne en zuchten onder het feit dat hun Rabobank investeert in een land met veel lagere dierenwelzijnsregels dan ons land. Die boeren zouden bescherming moeten krijgen van de VVD in plaats van dat de VVD pleit voor een verdrag waardoor die eieren de Nederlandse en de Europese markt overspoelen en Nederlandse boeren geen schijn van kans hebben.
De heer Schaap (VVD):
Ik wilde de heer Koffeman toch net wat opvrolijken door erop te wijzen dat het invoeren van de Europese regelgeving in Oekraïne het leven heel wat boeiender maakt, ook voor de dieren. Hij weet niet half wat ik in Oekraïne aan het doen ben. Daar hoort ook het bevorderen van dit soort ontwikkelingen bij. De heer Koffeman zegt dat het zo vreselijk is dat de legbatterijen zo de grens over gedrukt werden toen die hier verboden werden. Dat zouden we echter heel goed kunnen voorkomen door ervoor te zorgen dat legbatterijen in dit geval dus ook niet in Oekraïne mogen. Daarna pakken we Rusland ook nog even mee.
De heer Koffeman (PvdD):
Ik begrijp dat u een wereldrevolutie gaat starten op het gebied van dierenwelzijn en dat u gaat proberen de regels te wijzigen in alle landen waar die minder zijn dan hier. Ik wens u daar veel geluk en plezier bij, maar ik verwacht er weinig van. Op dit moment wordt er binnen Europa gepleit om de dierenwelzijnsregels naar beneden bij te stellen omdat wij niet kunnen concurreren met wat er zich buiten onze grenzen afspeelt. Dat is het probleem.
De heer Schaap (VVD):
En dus moeten we het andersom doen.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat zou fijn zijn, maar op dit moment moeten er in Nederland elke dag zeven boeren stoppen. Dat wordt er met dergelijke steun aan oneerlijke concurrentie echt niet beter op.
Ik vervolg mijn betoog. Wil het kabinet met zo'n land geassocieerd worden en wat is daarvoor de voornaamste reden? Is het handel, is het geopolitiek of gebeurt het omdat het kabinet denkt dat de Nederlandse burger of de Europese burger erom zit te springen om geassocieerd te raken met Oekraïne? Willen we een wedstrijdje touwtrekken doen met Poetin over de invloedssfeer in de regio? Willen we de Nederlandse boeren uitdagen in hun ondernemerschap om nog grotere megastallen te bouwen en zo te kunnen concurreren met Oekraïne? Voor een goed begrip: Nederland is het meest veedichte land ter wereld. We slachten hier per jaar 465 miljoen kippen, pakweg 27 kippen per Nederlander, van zuigeling tot bejaarde. Dit ene bedrijf van de vriend van de Oekraïense president slacht alleen al 332 miljoen kippen per jaar, twee derde van de Nederlandse slacht, en wil fors uitbreiden met hulp van Europese ontwikkelingsgelden, zonder de Europese regeldruk maar met Europese subsidie.
Waarom zou iemand op 6 april stemmen voor een associatieverdrag op zo'n basis? Kan de minister uiteenzetten of het associatieverdrag volgens hem nou vooral over handel gaat — 306 pagina's van het 323 pagina's tellende verdrag gaan inderdaad over niks anders dan handel — of gaat het vooral om geopolitieke vraagstukken? Waarom is juist dit associatieverdrag zo verschrikkelijk belangrijk voor de EU, belangrijker dan dat met bijvoorbeeld Chili, waar we maar weinig van gehoord hebben? Graag een heldere reactie, want we moeten er tenslotte binnen een maand over stemmen.
Wat schieten we eigenlijk op met Europa? Het Nederlandse klimaat- en energiebeleid is afgeschaft; de normen zijn verlaagd tot het absolute Europese minimum. Het Europese uitgangspunt dat het enige doel van het Europees landbouwbeleid gevormd mag worden door productieverhoging staat op zeer gespannen voet met de strijd tegen klimaatverandering. De productievergroting van de Europese landbouwsector, die met zoveel woorden in het Verdrag van Lissabon is opgenomen als enige doelstelling, zal bijdragen aan een verergering van de klimaatverandering, die door het IPCC van de VN twee jaar geleden al als "dramatisch" betiteld werd. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om deze bedreiging — een van de grootste bedreigingen van onze tijd, zeker voor een land dat onder de zeespiegel ligt — het hoofd te bieden?
Het democratisch tekort van de Europese Unie werd onlangs weer pijnlijk duidelijk in de procedure rond de toelating van genetisch gemanipuleerde mais. Een overweldigende meerderheid van het Europarlement was tegen. Een ruime meerderheid van de Europese bevolking wil geen gentech. Negentien lidstaten hebben zich tegen toelating gekeerd. Toch is het verbieden van import en teelt nog steeds geen uitgemaakte zaak, dankzij de lobbyisten van Monsanto. Dat bedrijf opende inmiddels een grote vestiging in Oekraïne om gentech vanuit een nieuwe EU-protegé te kunnen bevorderen, net buiten de EU, waar meer mag dan hier.
De Partij voor de Dieren ziet de EU als een potentieel platform voor vooruitgang, in plaats van als het excuus voor stilstand en soms zelfs achteruitgang, zoals het nu wordt gebruikt. De Partij voor de Dieren wil een Europa dat zowel mensen als dieren de mogelijkheid geeft om een goed leven te hebben. Zo'n Europa bestaat uit zelfstandige landen, die democratisch besluiten om grensoverschrijdende onderwerpen gezamenlijk aan te pakken. Er zullen veel zaken moeten veranderen in Brussel om dat beeld werkelijkheid te laten worden. Wat mijn fractie betreft gaan er geen nieuwe bevoegdheden naar de EU. Als daar toch plannen voor zijn, moet de bevolking zich daar via een referendum over kunnen uitspreken. We willen het Europese kiessysteem veranderen door internationale kieslijsten in te voeren, zodat burgers uit de ene lidstaat kunnen stemmen op een kandidaat uit een andere lidstaat. Kan het kabinet aangeven waarom er zo voortvarend gewerkt wordt aan meer Europese eenwording, terwijl er een totaal onvermogen is om bijvoorbeeld de accijnzen te harmoniseren; vraag het de pomphouders in de grensstreek? Het is niet eens mogelijk een pan-Europese partij op te richten, hoewel daar al sinds 1992 over wordt gesproken. Hoe moet je een Europese Unie duiden die niet in staat is zoiets basaals te regelen als de mogelijkheid om in de ene lidstaat te stemmen op een kandidaat uit een andere lidstaat, maar die wel meent dat er een bankenunie opgetuigd kan worden, gevolgd door een politieke unie? Is dat niet een heldere illustratie van het feit dat die zaken kennelijk gaan boven het oplossen van het democratisch tekort?
Wanneer komt er een uitgebreid openbaar en verplicht lobbyregister in de EU? Naar verluidt lopen er inmiddels 30.000 lobbyisten rond in Brussel op 736 parlementsleden, dus 40 lobbyisten per parlementslid. Ziet het kabinet aanleiding die verhoudingen in kaart te brengen en daar paal en perk aan te stellen? Graag een reactie. Kan er een lobbyregister komen, niet alleen voor bezoeken van lobbyisten aan Europarlementariërs, maar ook voor die aan de Europese Commissie en aan de ambtenaren? Waar blijven de mogelijkheden om de Europese Commissie te controleren bij het sluiten van verdragen met landen buiten de EU, zoals bij de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS en tussen de EU en Oekraïne?
Er valt tientallen miljarden te bezuinigen op het EU-budget door de landbouw- en visserijsubsidies en de structuurfondsen af te schaffen. De Partij voor de Dieren pleit voor alternatieve scenario's voor het oplossen van de eurocrisis en wil dat de EU daar scenario's voor uitwerkt, zoals het hanteren van parallelle munten en een mogelijke splitsing van de muntunie in een noordelijke en zuidelijke regio. Graag een reactie.
Een gezamenlijke munt had een bindmiddel moeten vormen, maar die heeft zich ontwikkeld tot een gevaarlijke splijtzwam. Wat begon als een waardengemeenschap, is verworden tot een financiële waardengemeenschap met geheel andere uitgangspunten. De staat van de Europese Unie is op dit moment een staat van ontbinding. Als we niet oppassen, hebben we de beste jaren van de Europese saamhorigheidsgedachte achter ons liggen. "We zoeken meer de confrontatie dan dat we elkaar vasthouden", aldus Frans Timmermans. Van zulke somberheid wilde hij in het verleden nooit weten. De EU moest slagen, en dus zou de Europese Unie ook slagen.
Toch wordt er ook hardop getwijfeld, bijvoorbeeld door minister Dijsselbloem en onze minister-president in een moment van openhartigheid. Een Europa met een mini-Schengen wordt geopperd, ofwel een kleiner, overzichtelijker Europa, dat een minimum aan controle terugkrijgt. Zelfs het onttakelen van Schengen lijkt een serieuze optie geworden. Kan de minister daar iets meer over vertellen? Wat als het aantal vluchtelingen niet afneemt, zoals de minister-president heeft beloofd, maar het blijft toenemen? En wat als de verdeling tussen de lidstaten tegen alle verwachtingen in niet van de grond komt? Wat als we weer op onszelf worden teruggeworpen omdat een onbegrensd Europa toch niet brengt wat we ervan verwachtten?
Je zou bijna denken dat het tijdperk van voor de euro zo gek nog niet was, toen we naast de euro als rekeneenheid nog onze eigen valuta hadden, en daarmee ook ons eigen overzichtelijke en democratische monetair beleid. Misschien zijn we wel te gretig geweest in het grootste monetaire experiment uit de geschiedenis, niet wetend dat elke teleurstelling of mislukking ertoe zou leiden dat we onze hoofden nog verder in een centralistische strop zouden moeten steken. Je hoeft geen populist te zijn om te zien dat dit in elk geval nooit de wens van de Nederlandse bevolking geweest kan zijn. Die sprak zich in 2005 duidelijk uit toen 61% met overtuiging "nee" zei tegen die Europese grondwet, die er desondanks gewoon kwam. Tegenstemmen was geen optie, dreigden de Europese leiders, op dezelfde wijze als nu het referendum over het associatieverdrag geframed wordt, alsof een tegenstem een stem voor oorlog en tegen vooruitgang zou zijn.
De hoeveelheid energie die Brussel steekt in de vrijhandelsakkoorden en deregulering staat in schril contrast met de energie die gestoken wordt in het beter beschermen van Europese waarden als democratie, mensenrechten, dierenwelzijn en milieu. Het huidige Europa sluit dieren massaal op in megastallen, roeit plant- en diersoorten uit, plundert zeeën en ontwricht ecosystemen wereldwijd. De voornaamste oorzaak van de ontsporing van de Europese gedachte is dat het middel tot doel verheven is. Ooit was economische integratie het middel om tot vrede tussen landen te komen, maar nu is ondemocratische besluitvorming gemonopoliseerd door economische belangen en bedreigt die juist de vrede en stabiliteit. In een grotere EU blijken de regels zich niet naar het hoogste niveau te ontwikkelen, maar naar het laagste, gemeenschappelijke niveau. Gelijk speelveld lijkt het toverwoord, maar dat is een speelveld dat ver onder het Nederlandse maaiveld ligt.
Het roer zal om moeten. Er zal een nieuwe koers voor Europa moeten komen en een andere Europese samenwerking. Die samenwerking zal gericht moeten zijn op de verwezenlijking van idealen: duurzaamheid, mededogen, vrijheid en verantwoordelijkheid. Zo'n Europa bestaat uit zelfstandige landen die democratisch besluiten om grensoverschrijdende onderwerpen samen aan te pakken.
Voor een monetaire unie is een gemeenschappelijke munt absoluut niet nodig. Waarom kwam dan toch de euro, met alle kosten die de inruil van munten met zich meebracht? De heer Szász, destijds directeur van de Nederlandsche Bank, is daar tot op de dag van vandaag heel helder in: "Om duidelijk te maken dat er geen weg terug is. De euro heeft een symbolische betekenis. Als je de wisselkoersen onverbrekelijk aan elkaar koppelt en de munten volstrekt vrij inwisselbaar maakt, dan impliceert dat een gezamenlijk monetair beleid en dan kun je in beginsel verschillende munten hebben."
Maar met die gezamenlijke munt zouden we zonder merkbare onrust het zelfbeschikkingsrecht over ons geld opgeven. Sluipenderwijs zou een lotsgemeenschap in Europa ontstaan waarvan de gevolgen nog niet te overzien waren. Maar tot een publiek debat over deze stille revolutie wilde het maar niet komen. Dit zijn niet mijn woorden, maar die van de ex-directeur van de Nederlandsche Bank in 1998. Zijn woorden worden steeds meer bewaarheid.
We kunnen het vandaag over de Europese stand van zaken hebben. Meer en meer degradeert ons parlement echter tot een soort provinciale staten van Europa. We zien dat waar worden in de eurozone. De economische en politieke problemen worden veroorzaakt door het feit dat de financiële integratie verder is gevorderd dan de politieke. Om de democratie te redden is ofwel meer politieke integratie nodig of minder economische samenwerking. Dat is exact waar Europa geen keuzes in maakt. Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje profiteren niet van de gezamenlijke munt, kapitaalmarkt en vrijhandel, maar blijken niet bestand tegen de druk van de rijkere lidstaten. Met vrijhandelsverdragen als TTIP zet Brussel de democratie binnen de EU nog verder onder druk. De democratie in Europa wordt uitgehold ten gevolge van verplichtingen die ontstaan door het afsluiten van vrijhandelsverdragen.
Migratiestromen kunnen niet los gezien worden van handelsblokken en vrijhandelsverdragen die per definitie gebaseerd zijn op machtsvorming en uitsluiting. In 2008 — dat is ruim voor de vluchtelingencrisis — maakte Erwin Wagenhofer de documentaire "Let's make money". In die documentaire komt Francis Kologo, een productiemanager van Sofitex, een groot textielbedrijf in Burkina Faso, aan het woord. Hij zegt dat elke Burkinees heel veel schulden heeft. Elke Burkinees die wordt geboren, zou worden geboren met schulden. En elke Afrikaan uit Burkina, Mali, Benin en andere landen zal naar Europa emigreren als zij geen katoen meer kunnen produceren. Hij stelt dat zij geen andere keuze hebben en dat ze Europa onder de voet zullen lopen. Als het westen niet stopt met subsidies aan de katoensector, zullen zij verplicht zijn Afrika te verlaten. En Europa kan muren van tien meter hoog bouwen, maar ze zullen hoe dan ook naar Europa gaan.
Het zou naïef zijn de vluchtelingencrisis als een tijdelijk natuurverschijnsel te zien, met tijdelijke luchtbruggen als oplossing. De wijze waarop Europa zich georganiseerd heeft en de wijze waarop Europa consumeert alsof er meerdere aardbollen tot haar beschikking zouden staan, vragen om een radicale koerswijziging. We moeten die niet afwachten. Nederland zou hierin het voortouw moeten nemen. Verdere overdracht van soevereiniteit kan daaraan onmogelijk een bijdrage vormen.