Plenair Van Bijsterveld bij behandeling Aanvulling spreekrecht slachtoffers



Verslag van de vergadering van 5 april 2016 (2015/2016 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.37 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):

Voorzitter. Dit wetsvoorstel introduceert in het strafproces de wettelijke mogelijkheid van een onbeperkt spreekrecht voor slachtoffers van ernstige misdrijven en hun nabestaanden. Dit maakt het mogelijk dat zij zich tijdens de zitting kunnen uitlaten over de mogelijke bewezenverklaring, het strafbare feit, de schuld van de verdachte en de straf. Het voorstel past daarmee in de ontwikkeling die de laatste jaren in gang is gezet om meer aandacht te besteden aan slachtoffers van misdrijven. Mijn fractie kan kort zijn over dit wetsvoorstel. Het heeft namelijk onze volledige steun.

Toch wil ik het niet bij deze adhesiebetuiging laten en nog op een enkel punt ingaan. Het eerste punt is dat in de praktijk een behoefte blijkt te bestaan aan de uitbreiding van het spreekrecht, zoals voorgesteld in dit wetsvoorstel. In veel gevallen kent de rechter in de praktijk al een uitgebreidere spreekmogelijkheid toe. Het wetsvoorstel verschaft hiertoe een wettelijke basis en zorgt dan ook voor een landelijk uniforme grondslag. Mijn fractie acht dat wenselijk.

Het tweede punt is dat in de fase van de schriftelijke behandeling mogelijke haken en ogen van de introductie van een uitgebreid spreekrecht aan de orde zijn geweest. Vooral de positie van slachtoffers en nabestaanden die zich ook over de feiten zelf uitlaten en dan als getuige ondervraagd kunnen worden, is aan de orde gekomen. De gedachte zou dan zijn dat zij in dat laatste geval een ongewenste herbeleving van het gebeurde kunnen ondergaan. Ook is een mogelijke teleurstelling aan de orde geweest die slachtoffers en nabestaanden kunnen ondervinden wanneer zij zich uitlaten over de strafmaat en de straftoedeling lager uitvalt. Mijn fractie ziet deze spanningsvelden wel, maar meent dat deze er ook kunnen zijn zonder dit wetsvoorstel. Daarbij is tijdens de behandeling uitdrukkelijk bevestigd dat slachtoffers en nabestaanden die van het spreekrecht gebruik willen maken daarop grondig inhoudelijk worden voorbereid.

Het derde punt betreft het aan de orde stellen van de strafmaat zelf. Het oorspronkelijke wetsvoorstel bevatte een formeel adviesrecht van slachtoffers en nabestaanden omtrent de strafmaat. De introductie daarvan had een breuk in het stelsel van het strafproces betekend. De facto zou er dan een driepartijenstelsel ontstaan, waarbij niet alleen OM en verdachte, maar ook slachtoffer of nabestaande werkelijk partij zouden zijn. Mijn fractie had bij een dergelijke wijziging wel serieuze bezwaren gehad, maar dat is hier dus niet aan de orde. Mijn fractie heeft vertrouwen in de professionaliteit van de strafrechter om de bijdrage van het slachtoffer of de nabestaande omtrent de strafmaat op een juiste wijze op waarde te schatten. Ook overigens acht mijn fractie de evenwichtige strafprocessuele positie van de betrokkenen in het strafproces met dit voorstel gewaarborgd.

Begrijpelijkerwijs heeft tijdens de behandeling van dit voorstel vooral de uitbreiding van het spreekrecht aandacht gekregen. Maar het wetsvoorstel bevat nog een ander element, namelijk de uitbreiding van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, die het mogelijk maakt dat ook nabestaanden van slachtoffers van ernstige verkeersovertredingen een tegemoetkoming toegekend kan worden. Dat waardeert mijn fractie ook zeer.

Met belangstelling zal mijn fractie vandaag de plenaire behandeling van dit wetsvoorstel volgen, maar haar steun voor het voorstel kan ik dus nu al toezeggen.