Verslag van de vergadering van 12 april 2016 (2015/2016 nr. 27)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.55 uur
De heer Flierman i (CDA):
Voorzitter. Ik dank namens mijn fractie de minister voor de beantwoording van onze vragen. Ik blijf het gevoel houden dat ik ook antwoord heb gekregen op één of twee vragen die ik niet heb gesteld, maar niettemin: de beschouwing over de werking van de Belastingdienst heb ik met belangstelling aangehoord.
Wij hebben van de minister op twee voor ons belangrijke punten een toezegging gekregen. Om te beginnen komt er nog voor de zomer — er is in dit huis vandaag al vaker over voor of na de zomer gesproken — een evaluatie van de inkomensafhankelijke huurverhoging. De minister is bereid om maatregelen te overwegen om de bedoelingen van die inkomensafhankelijke huurverhoging beter tot hun recht te laten komen, mocht uit de evaluatie blijken dat dit hier of daar schuurt of knelt. Meer in specifieke zin heeft hij toegezegd dat hij zal monitoren of er in de sfeer van de verhuur van studentenkamers aan uitwisselingsstudenten een probleem ontstaat. Ik neem aan dat hij daarover met de sector zal praten en dat de sector hem op dat probleem zal attenderen als het zich voordoet. Zo dat probleem er is, dan is hij bereid om op dat punt maatregelen te treffen. Dat zijn twee voor ons belangrijke toezeggingen. Daarmee is wat mij betreft de in het vooruitzicht gestelde motie niet meer nodig. Wij wachten de ontwikkelingen verder af.
Ik heb met enige belangstelling geluisterd naar de discussie over de beschikbaarheid van woningen in het middeldure segment en de rol van private beleggers. Wij hadden daarover zelf geen vragen gesteld, maar als ik het goed begrijp, is het beeld ongeveer dat in het verleden pensioenfondsen heel actief waren in die wereld. De minister zei letterlijk dat het ABP ooit een van de grootste verhuurders was in het land. Geleidelijk aan zijn corporaties bevoordeeld in die markt. In veel gevallen is dat het resultaat van overheidsbeleid geweest met garanties en lagere grondprijzen. Daardoor zijn in zekere zin die beleggers naar het buitenland verjaagd. De minister betreurt dat, want daarmee treedt een kapitaalvlucht op van Nederlands pensioengeld dat hij graag in Nederland belegd wil zien. Ik snap dat wel. Inmiddels hebben wij de corporaties weer van dat erf verjaagd. Zij mogen niet meer in dat segment actief zijn. Nu ontstaat er een gat, waar iemand in moet stappen. De minister was bezig uit te leggen wat hij van plan was te doen om die pensioenfondsen te verleiden om daar weer actiever in te worden. Toen werd hij geïnterrumpeerd door collega's, waardoor het antwoord op die vraag toch wat in de lucht is blijven hangen. Ik zie aan de mimiek van sommigen dat ik niet de enige ben die geïntrigeerd is door dit punt. Ik zou graag in tweede termijn van de minister willen horen wat hij nu doet om die beleggers weer naar Nederland terug te halen. Als dit rendabele beleggingen zijn, kan ik mij voorstellen dat het, in een tijd van heel lage rente en ook niet zo daverende aandelenkoersen, voor pensioenfondsen heel aantrekkelijk is om in goed renderende beleggingen in de verhuurmarkt te stappen, als zij daarmee hun pensioenverplichtingen op langere termijn verder zeker kunnen stellen. Op dat punt zouden wij nog graag een reactie van de minister willen krijgen.