Plenair Dercksen bij behandeling Wijziging Aanbestedingswet 2012



Verslag van de vergadering van 14 juni 2016 (2015/2016 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dercksen i (PVV):

Voorzitter. In mijn maidenspeech heb ik al gezegd dat ik het niet erg zou vinden om geïnterrumpeerd te worden, maar intussen moet ik mensen echt naar de microfoon slepen om hier een debat los te krijgen. Laten we dat ook eens proberen bij de aanbestedingsrichtijn.

Om maar met de deur in huis te vallen: deze aanbestedingsrichtlijn, dit dwangbevel uit Brussel waar Nederland op onderdelen nog een beetje aan mocht sleutelen, is niet in het belang van Nederland. Het stemgedrag van de PVV-fractie laat zich dus raden. Telkens als de minister komt met regelgeving die slecht is voor Nederland, zal ik hem vragen om daarover in dit huis verantwoording af te leggen, ook als ik hier weer alleen sta. Eerlijk is eerlijk, ook het kabinet was op tal van onderdelen van mening dat onze regelgeving beter was of dat deze richtlijn voor Nederland beter zou kunnen. Maar ja, EU. We hadden het er al over: daar hebben we niet zo veel in de melk te brokkelen, we mogen slechts betalen.

De Europese Commissie onderhandelt namens de lidstaten binnen Agreement on Government Procurement en als de Europese Commissie voor Nederland onderhandelt, kan dat natuurlijk alleen maar leiden tot teleurstellingen voor Nederland en voor ons mkb, onze enige echte banenmotor. De drempels waarboven moet worden aanbesteed, mochten bijvoorbeeld niet worden verhoogd. Dat is slecht voor Nederland, slecht voor onze werkgelegenheid en slecht voor onze welvaart.

De PVV is, zoals bekend, een partij die groot voorstander is van handel drijven met het buitenland. Het aandeel handel met landen buiten de EU groeit overigens stevig en consequent. Velen, onder wie ikzelf, doen zaken binnen de EU en buiten de EU, binnen de eurozone en buiten de eurozone. Ondernemers laten zich immers niet hinderen door landsgrenzen of valutagrenzen. Managers laten zich hinderen door grenzen, managers van multinationals die miljoenen te besteden te hebben om in Brussel te lobbyen om de regelgeving te sturen daar waar zij de werkgelegenheid volledig hebben geoutsourcet, verplaatst, naar Azië. Die managers laten liever politici hun werk doen.

De minister zei met gepaste trots dat Nederland op de vijfde plaats staat op de lijst van minst corrupte landen. Dat is mooi. Toch ging het echter fors mis bij een aantal aanbestedingen: met Pon bij de politie, met Ordina in Limburg en bij de NS. De voorbeelden zijn bekend. Hoe moet dat dan gaan in landen die niet op 5 staan op die lijst van niet-corrupte landen, maar bijvoorbeeld op nummer 61, Italië, of 69, Bulgarije? Denkt de minister nu serieus dat Nederlandse of andere buitenlandse ondernemers daar dezelfde kans hebben om een aanbesteding gegund te krijgen als de lokale ondernemers in Italië of Bulgarije?

In het schriftelijk overleg noemde de PVV-fractie het voorbeeld van de CEO van Boskalis, die ten tijde van de berging van de Costa Concordia zei dat alleen in Nederland Europees wordt aanbesteed. Dat was niet vanwege dat ene voorval, zoals de minister suggereert in zijn beantwoording, maar vanwege een breed gedragen gevoel dat Nederlandse ondernemers in bepaalde delen van de EU op voorhand kansloos zijn als er lokale concurrentie is en dat alleen in Nederland de Aanbestedingswet letterlijk wordt uitgevoerd.

In het schriftelijk overleg met de minister kwamen ook de keurmerken die de aanbestedende diensten kunnen voorschrijven ter sprake. Er zijn talrijke keurmerken, maar wat is de meerwaarde ervan? FSC, een houtkeurmerk, wast Amazonehout wit en tal van Amerikaanse universiteiten onderzochten bijvoorbeeld het fairtradekeurmerk van koffie. Daarover is ook in de Tweede Kamer gesproken. Deze onderzoeken tonen aan dat de werknemers, de koffiebonenplukkers, helemaal niets hebben aan al die keurmerken. De grootgrondbezitter heeft er wat aan, want die krijgt een hogere prijs. Een andere groep die profiteert van de keurmerkenbonanza zijn de bedenkers van die keurmerken die hun schuldgevoel van zich af proberen te schudden op de stoelen van de businessclass. Ik wil maar zeggen: van al die transparante, open procedures van keurmerken komt niets terecht. Actal stelde al eens vast dat duurzaam inkopen eigenlijk alleen maar duur is en dat het milieu er niets mee opschiet. Het gebruik van die keurmerken vloeit voort uit de aanbestedingsrichtlijn. Wordt het niet eens tijd om een bijl te zetten in dit duurzame woud van nietszeggende keurmerken? Wil de minister daar geen grip op krijgen? Uiteindelijk maakt het de Nederlandse samenleving immers armer door hogere prijzen. Of neemt de minister dat voor lief? De secundaire doelen van deze richtlijn, duurzaamheid en efficiency, worden hiermee in ieder geval niet gehaald.

Dan kom ik tot het gebruik van EMVI. Bij werken heeft dat geleid tot een excessieve stijging van de offertekosten van maar liefst 64%, zo bleek uit kwalitatief onderzoek. Door de Europese aanbestedingen worden onze wegen nu aangelegd door Spanjaarden voor €6 netto per uur, terwijl de Nederlanders aan de kant staan. Hoeveel EU-zegeningen wilt u hebben? EMVI heeft bij werken dus geleid tot een enorme stijging van de offertekosten. Aangezien ondernemers geen filantropische instellingen zijn, zullen ze die hogere kosten uiteindelijk toch gaan doorberekenen. Dat zal zich vertalen in hogere offertes, hogere prijzen en duurder werk. Heeft de minister hierop zicht? Is dat te kwantificeren?

Vele partijen hebben ook aandacht gevraagd voor het onnodig clusteren. Dat is wat ons betreft ook terecht, want het mkb heeft daar last van. De minister zal bij aanbestedende diensten aandacht vragen voor dit onderwerp, zo zegde hij ons toe. Dat is mooi, maar als ondernemers zich willen verweren tegen dit onnodige clusteren, moeten ze zich wenden tot de rechter, als ik het goed gelezen heb. Ondernemers moeten zich dan verweren tegen overheden die dat doen met dure juristen die door de belastingbetaler worden betaald. Is dat nu niet laagdrempeliger te organiseren, net zoals bij andere thema's binnen de Aanbestedingswet? De minister stelt ook dat de clusterverbodbepalingen juist zijn, maar dat het schort aan de toepassing van die bepalingen. Helaas laat de minister het daarbij. Hoe gaat hij ervoor zorgen dat die clusterverbodbepalingen wel goed worden toegepast?

De PVV ziet grote problemen met en bij inbesteden. Daar lijkt nagenoeg geen zicht en al helemaal geen sturing op vanuit de Aanbestedingswet, terwijl de overheidsopdrachten, Europees gezien, intussen 20% van het bnp bepalen. Meer en meer overheidsdienaren achten zichzelf ondernemer in loondienst. Ze mogen jachthavens exploiteren en de afvalverwerking op zich nemen, om maar twee lokale voorbeelden te noemen. Maar het gebeurt ook op rijksniveau: minister Hennis is haar eigen cateringbedrijf begonnen bij Defensie en minister Bussemaker laat de digitalisering van het Nationaal Archief door ambtenaren uitvoeren zonder aan te tonen of dat financieel of kwalitatief, of het liefst beide, wel de juiste keuze is. Dat is ondernemertje spelen zonder concurrentie. Het is pure willekeur waarmee de overheid het bedrijfsleven onterecht buitenspel zet. Ondernemers zijn overgeleverd aan de grilligheid van politici. Die laatste zinnen komen van mevrouw Manunza, hoogleraar Internationaal en Europees aanbestedingsrecht aan de Universiteit van Utrecht. Wat gaat de minister daaraan doen? Ik weet dat er aan de overkant initiatieven en evaluaties zijn. Dit soort thema's komt echter niet zo vaak in de Eerste Kamer voorbij. Ik hoor dus graag hier wat de minister daaraan wil doen. Hoe voorkomen we dat de kosten, die uiteindelijk toch door de belastingbetaler worden betaald, niet onbeheersbaar worden?

In de beantwoording heeft de minister al gezegd dat hij uitgaat van rationale overwegingen en politieke controle. Maar die politieke controle staat rationale overwegingen juist meestal in de weg. Daar waar ondernemers tegen elkaar moeten opbieden en zich aan de regels en voorwaarden moeten houden, kunnen overheden doen waar ze zin in hebben. Dat zouden wij graag anders zien. Hoe zit de minister in deze wedstrijd? Wat ons betreft zouden die inbestedende overheden en diensten moeten aantonen dat ze de meest verantwoorde oplossing bieden.

Ook gebeurt het dat aanbestedingen worden teruggetrokken terwijl marktpartijen forse kosten hebben gemaakt. De minister vindt het redelijk dat die kosten worden vergoed. Dat is mooi. Maar is dat geregeld? Zo niet, wil de minister dat dan regelen, ook om te voorkomen dat aanbestedende partijen hier al te lichtzinnig mee omgaan?

De aanbestedingsrichtlijn maakt het mogelijk dat aanbestedende diensten, al dan niet gezamenlijk, een lijst bijhouden van ondernemers die tekortschieten in de uitvoering van de opdracht. Er is echter geen Europese verplichting. Zo kan het zijn dat malafide ondernemers uit landen die het met corruptie niet zo nauw nemen, niet op lijstjes verschijnen en vrijelijk kunnen meedingen naar Nederlandse opdrachten, terwijl dat andersom niet kan. Welke landen houden die lijstjes bij en welke niet? Dit zou het level playing field waarnaar wij streven natuurlijk dwars kunnen zitten. Het ligt dan ook voor de hand dat dit slecht voor Nederland zou kunnen zijn.

Ik ben door mijn tijd heen. Ik zie de reactie van de minister tegemoet.