Verslag van de vergadering van 5 juli 2016 (2015/2016 nr. 37)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 16.15 uur
Mevrouw Duthler i (VVD):
Voorzitter. Ik dank allereerst de minister en beide regeringscommissarissen voor hun antwoorden in eerste termijn. Mijn fractie heeft in eerste termijn reeds uitgesproken dat zij de digitalisering van het rechtsverkeer verwelkomt. Om beide wetsvoorstellen te kunnen omarmen, heeft de VVD-fractie nog wel duidelijker antwoorden en toezeggingen nodig.
Ik begin met het onderwerp systeemdenken versus individuelezaakdenken. De regeringscommissaris heeft uitgesproken dat KEI systeemondersteunend is en niet systeembepalend. Dat geldt voor het ICT-gedeelte van KEI, het digitaal procederen zelf. Het is goed dat dat nog een keer gemarkeerd wordt. Hoe zit het echter met de verschuiving van de regierol? De minister heeft aangegeven dat de zaaksrechter het laatste woord houdt, maar wordt bijgestaan door een regievoerder. Dat is geen rechter. Die regievoerder, die medewerker, houdt zich aan de landelijke procesrichtlijnen. Hij zal daar niet snel van afwijken. Toch zal het in individuele gevallen nodig of wenselijk zijn dat dit wel gebeurt, bijvoorbeeld als een schikking nabij is en een regievoerder toch zegt: nee, het spijt me, maar we gaan die termijn niet oprekken. Hoe kom je dan als rechtzoekende voorbij die regievoerder? Hoe kom je dan uiteindelijk bij die zaaksrechter uit? Want die heeft het laatste woord. Hoe kom je daar?
Misschien kan de minister nog wat meer zeggen over het privacykader, naar aanleiding van een antwoord op een vraag van mevrouw Strik. Ik begreep de rol van de FG, de functionaris voor de gegevensbescherming, wel, maar ik begreep eerlijk gezegd niet goed wat de minister met het privacykader bedoelt, wat daarin staat en wat de functie, de rol daarvan is. Natuurlijk is het fijn dat de Autoriteit Persoonsgegevens daarvan iets gaat vinden — daar ben ik ook benieuwd naar — maar ik zou graag nog meer willen weten over wat er in dat privacykader staat en wat de rol en de functie ervan zijn.
Ik ben ook nog een beetje verdwaald als het gaat om de systeemstoring. Ik moet even opzoeken wat de minister daarover heeft gezegd … Ja, het lag aan de instabiliteit van de netwerkcomponenten. Eerlijk gezegd zegt mij dat nog niet zo veel. Kan de minister nog iets duidelijker zijn? Dat er een onderzoek plaatsvindt, dat geloof ik. Daar moet ook absoluut de tijd voor worden genomen, maar wat hield die instabiliteit van de netwerkcomponenten nou in? Was het software? Lag het op het koppelingsvlak? Deed het internet het niet? Lag de server eruit? Wil de minister concreet antwoord geven op de vragen van mijn fractie en de SP-fractie?
Datzelfde geldt voor de proceshandelingen. Die kunnen én via Mijn Rechtspraak én via het aansluitpunt worden uitgevoerd. Kan het aansluitpunt nu wel of niet op individueel niveau worden ontsloten? Kan dat nu alleen op organisatieniveau of kan dat ook op individueel niveau? Bij voorkeur gebeurt dat alleen maar op individueel niveau. Als dat op dit moment niet kan, voorziet de minister dan in een tijdpad waarop dat wel op individueel niveau kan plaatsvinden? Ik krijg graag een concreet antwoord.
De financiering is ook al door veel collega's aangesneden. De minister heeft al 20 miljoen extra toegevoegd in 2016 en nog eens 25 miljoen extra structureel voor de jaren daarna. De businesscase waarover we het eerder hadden, liet een kostentoename zien van 147 miljoen. Die bedragen zijn niet echt met elkaar te vergelijken: 20 miljoen en 25 miljoen aan de ene kant en 147 miljoen aan extra kosten aan de andere kant. De minister heeft aangegeven dat hij, als het eigen vermogen van de Raad voor de rechtspraak is uitgeput, dat gaat aanvullen. Wil hij deze Kamer toezeggen dat hij dat inderdaad gaat doen? Misschien heeft hij dat al in eerste termijn gedaan, maar dan is mij dat niet goed genoeg opgevallen. Misschien was ik even met mijn gedachten elders. Ik krijg graag van de minister de concrete toezegging dat hij dat eigen vermogen van de Raad voor de rechtspraak aanvult op het moment dat het geld op is.
Mijn laatste punt is de bewijsvoering in het geval van een hack of een andere oorzaak waardoor het systeem van een individueel advocatenkantoor eruit ligt en niet beschikbaar is. Het is een beetje flauw om te zeggen dat dit geheel voor risico van de advocaat of het advocatenkantoor is. Waarom wordt ook hier de termijn niet verlengd met het aantal dagen dat de storing duurt? Waar de advocatuur behoefte aan heeft, is duidelijkheid; over de consequenties voor de termijnen maar ook over de manier waarop de advocaat dit moet aantonen. Kan hij of zij volstaan met een telefoontje of moet hij of zij aanvullende documenten aanleveren ter ondersteuning? Zo ja, welke moeten dat dan zijn? Ik krijg graag ook hierop een concreet antwoord van de minister. Ik kan mij voorstellen dat hij dat zo nodig nog in een AMvB regelt.
Dit waren mijn nabranders. Dank u wel.