Plenair Koffeman bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 1 november 2016 (2016/2017 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter. Ik wil de minister-president bedanken voor zijn uitvoerige beantwoording. Ik begrijp best dat de minister-president niet van alle dossiers op de hoogte kan zijn. Dat is echt logisch. Maar in de beantwoording lijkt het alsof de minister-president niet in alle opzichten dezelfde beleving heeft ten aanzien van de naleving van wetgeving als de praktijk leert. Ik heb de minister-president aangesproken op het feit dat vorige week het 75ste dodelijke slachtoffer van Q-koorts is gevallen, Steve Sibbald uit Enschedé. Het blijft onverteerbaar dat de bedrijven die met Q-koorts geconfronteerd zijn, waar de veestapel geruimd is, gecompenseerd zijn door de overheid, terwijl dat een bedrijfsrisico is, en de omwonenden die ziek geworden zijn of de nabestaanden van overledenen op geen enkele wijze gecompenseerd zijn. Dat zou de minister-president zich mogen aantrekken in dit grootste zoönoseschandaal in onze geschiedenis. De slachtoffers zijn genoodzaakt tot een slepende, jarenlange gerechtelijke procedure om hun recht te halen.

Ten aanzien van ingrepen bij dieren zei de minister-president dat we daar vorderingen maken. Hij noemde als voorbeeld de biggenstaarten. Vanavond werd in het RTL Nieuws gezegd dat het afbranden van biggenstaarten al 25 jaar verboden is en dat er in Nederland elk jaar 750 miljoen biggenstaarten illegaal afgebrand worden. Kennelijk is er een groot gat tussen perceptie en realiteit. Ik zou de minister-president willen vragen om in zijn kabinet, waarvan hij zegt dat het dieren een warm hart toedraagt, toch eens navraag te doen hoe het kan dat dat gat tussen perceptie en realiteit er is.

Ook het feit dat de minister-president sprak van de kip van morgen getuigt hiervan. Hij maakte zelf ook duidelijk dat dat een niet serieus te nemen marketingconcept is. Dat is ook zo. In 2015 concludeerde de Autoriteit Consument & Markt dat de marketingafspraken over de kip van morgen verboden waren, in strijd waren met de Mededingingswet en dat de welzijnsverbeteringen marginaal waren. Sindsdien bestaat de kip van morgen niet. Ik zie in niks dat de minister-president van gisteren is, maar dit antwoord was wel van gisteren. In die zin zou ik willen dat de minister-president zijn ambtenaren erop aanspreekt en zegt dat hij actuele informatie wil als hij antwoorden geeft.

Ik ben in ieder geval blij met zijn toezegging dat hij over enkele weken met een kabinetsreactie komt op het SER-rapport dat adviseert om zeven van de tien veehouderijen niet langer te subsidiëren, omdat ze geen toekomst hebben omdat ze niet duurzaam produceren. Ik ben ook blij met het feit dat die toezegging inhoudt dat het kabinet met een duidelijk standpunt komt, ruim voor de verkiezingen. Dat is belangrijk. We zien daarnaar uit.

De uitslag van het Oekraïnereferendum kon onmogelijk geduid worden als een "nee, tenzij", laat staan dat er, zoals de minister-president nu wil, gekozen kan worden voor de "ja, mits"-route. Die wordt op geen enkele wijze gelegitimeerd door de zoektocht langs geitenpaadjes en muizengaatjes. Dat is niet de weg die democratische processen horen af te leggen. Een intrekkingswet voor 15 maart, of tenminste helderheid daarover, is wel het minste waar de kiezer recht op heeft.