Verslag van de vergadering van 6 december 2016 (2016/2017 nr. 10)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.32 uur
De heer Markuszower i (PVV):
Voorzitter. De minister zal wel hoofdpijn hebben van al het gedraai. Als Kamerlid was de huidige minister tegen het Europees Openbaar Ministerie. Daarna, toen de Tweede Kamer hem, toen nog Kamerlid, benoemde als rapporteur op dit onderwerp, bleef hij tegen. De Eerste en Tweede Kamer hebben zich meerdere malen op het principiële standpunt gesteld dat het strafrecht primair een nationale bevoegdheid is en opsporing en vervolging van deze delicten daarom primair een taak zijn van de nationale autoriteiten. Maar eenmaal minister in een PvdA-kabinet begint het draaien vanzelf. Dat draaien wordt heviger als de ministers van het Nederlandse kabinet van premier Rutte de opdracht krijgen om in de Nederlandse achterkamertjes de belangen van Nederland weg te onderhandelen, want premier Rutte wil door iedereen aardig gevonden worden. Nee zeggen tegen een Europees voorstel zit er dus niet in, ook al perkt dat voorstel de soevereiniteit van Nederland in. Dat maakt premier Rutte niks uit, zolang Merkel en Hollande Mark maar aardig blijven vinden.
De minister vraagt namens het kabinet vandaag aan ons om een uitspraak te doen over de vraag of Nederland niet alsnog moet meedoen met dat Europees Openbaar Ministerie. Dat is op zich al een gekke vraag, want de Kamers waren al tegen. De meest voorname bezwaren bestaan nog steeds. Maar goed, de minister stelt een vraag. Op die vraag kan ik namens de PVV-fractie helder het volgende antwoord geven. Het antwoord was nee, het antwoord is nee en het antwoord zal altijd nee blijven. We willen geen Europees Openbaar Ministerie. De PVV houdt zijn rug wel recht. De PVV buigt niet voor de Europese elite die tijdens lunches, diners en cocktailparty's op leden van ons kabinet inpraat om toch mee te doen met het Europees Openbaar Ministerie. De PVV werkt niet mee aan deze duidelijke soevereiniteitsoverdracht. Wie houdt zijn rug niet recht? Dat zijn de leden van het kabinet-Rutte. De PVV begrijpt wel dat Nederland ons land is en daarom willen wij zelf de baas blijven in ons eigen land. Wij willen geen Europese openbare aanklagers die onze burgers strafrechtelijke kunnen vervolgen, want dit is ons land.
De voorstanders van het Europees openbaar ministerie zullen zeggen dat problemen en strafbare feiten anno 2016 of 2017 vaak grensoverschrijdende componenten hebben. Deze Europeanisten pleiten dan al snel voor grensoverschrijdende oplossingen. De PVV pleit echter altijd voor nationale zelfredzaamheid. De EU lost geen problemen op, maar creëert ze juist vaak en bedenkt dan een oplossing die leidt tot meer EU en daardoor minder soevereiniteit van de lidstaten. De PVV pleit zoals bekend voor minder EU of, beter gezegd, voor een Nexit. Al jaren voor de Britten voor een Brexit stemden heeft het Verenigd Koninkrijk aangegeven niet mee te willen doen aan het Europees Openbaar Ministerie. Laten wij de Britten volgen: nee zeggen tegen het EOM en straks ja zeggen bij de Nexit.
Het geloof in de nationale zelfredzaamheid lijkt volledig te ontbreken in de bijna defaitistische brief die de minister van Veiligheid en Justitie op 25 november jongstleden aan ons kabinet heeft gestuurd. Er wordt namelijk bij herhaling gemeld dat het EOM er zeker komt en omdat het er zeker komt het toch wel vervelend zou zijn als Nederland niet meedoet. Allereerst is het voor mij onbegrijpelijk dat de minister niet met andere landen die tegen zijn — dat zijn er namelijk wel tien — een coalitie smeedt die krachtig genoeg is om dat hele EOM van tafel te vegen. Ten tweede is het treurig te moeten constateren dat het Nederlandse kabinet angstig is om een keer niet mee te doen met de Europese kliek. In artikel 86, eerste lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan men lezen dat de Raad met unanimiteit moet beslissen over de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie. Gaat premier Rutte in de Europese Raad tegen de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie stemmen? Ik krijg daar graag een helder antwoord op van de minister.
Waarom staat in de brief dat het zeker is dat het EOM er in enigerlei vorm komt? Gezien het feit dat wordt aangenomen dat er geen unanimiteit tussen de lidstaten is en gezien het feit dat bij het ontbreken van die unanimiteit minimaal negen lidstaten zich eerst maar eens moeten verenigen en moeten aangeven dat zij tezamen wel verder willen gaan met het EOM, is volgens mij nog helemaal niets honderd procent zeker. De stelligheid die in de brief wordt gesuggereerd is volgens mij niet op de formele werkelijkheid gebaseerd. Ik vind de brief van de minister op dit punt misleidend. Ik hoor graag van de minister of dit opzettelijk misleidend is opgeschreven met als doel om de fracties in deze Kamer ervan te overtuigen om alsnog voor het oprichten van het EOM te stemmen.
Ik rond af. De onderhandelingen in de achterkamertjes van de Europese Unie, ook weer bij dit onderwerp, maken één ding duidelijk: Nederland verdient ministers die hun rug recht kunnen houden. Nederland verdient ministers die de wens van de Eerste en Tweede Kamer, de gekozen volksvertegenwoordigers, respecteren, ook als zij niet aan tafel zitten bij de geheime JBZ-vergaderingen in Brussel. Nederland verdient een kabinet dat de belangen van de Nederlanders vooropstelt. Nederland verdient ministers die geloven in de kracht van onze eigen instituten. Nederlanders verdienen niet meer EU, maar minder EU, of, beter gezegd, helemaal geen EU. Nederlanders verdienen een sterk Nederlands Openbaar Ministerie, dat zorgt voor meer veiligheid in Nederland. Kortom, Nederland kan niet wachten tot 15 maart 2017, de dag waarop Nederland de kans krijgt om af te rekenen met de elite en de dag waarop Nederland in groten getale op de PVV kan en zal stemmen. Want alleen een grote en sterke PVV kan ervoor zorgen dat wij baas in eigen land blijven, zodat iedereen thuis weer kan zeggen: Nederland is weer van ons.