Plenair Schrijver bij voortzetting behandeling Goedkeuring verdragen



Verslag van de vergadering van 14 februari 2017 (2016/2017 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schrijver i (PvdA):

Voorzitter. Het debat bewijst dat onze woorden van dank voor het initiatief van de heer Taverne op hun plaats waren, want het heeft aanleiding tot een boeiend debat gegeven. Ik deel niet zijn opvatting dat het hier gaat om de oplossing van een heel principieel en fundamenteel probleem. Ik stel ook vast dat de commissie-Thomassen er verdeeld over was en er niet echt uit is gekomen. Misschien is dat een van de redenen waarom de regering er destijds geen vervolg aan heeft gegeven. Desalniettemin beschouwt mijn fractie het als waardevol om de bestaande praktijk van de regering om het parlement te informeren over een ieder verbindende bepalingen, te gaan vastleggen in de verdragenwet. Mijn vraag is of de heer Taverne eigenlijk niet beter zijn zegeningen kan tellen door dit vooral als een soort codificatie van een bestaande praktijk te zien.

Voor de wetsgeschiedenis is het natuurlijk van belang om te bekijken hoe er in het parlement over is gediscussieerd. Tegelijkertijd moeten we, zoals ik al bij interruptie zei, het belang daarvan ook weer niet overschatten. Vaak zijn er diverse en soms zelfs vele verdragspartijen. Het gaat in de eerste plaats toch om de bewoordingen van het verdrag, het voorwerp van het verdrag en de bedoeling van het verdrag. Dat is geheel overeenkomstig het Weens verdragenverdrag. Het eindoordeel blijft bij de rechter, de nationale rechter maar soms ook de internationale rechter.

Onze bedoeling was inderdaad om de nieren van de heer Taverne te proeven om te kunnen bepalen waar hij stond en zeker niet — dat zou niet in mijn hoofd opkomen — om zijn oren te wassen. Ik was blij dat hij naar aanleiding van de vragen van onze fractie naar voren kwam als een modern, gematigd monist, die de invloed van de internationale rechtsorde op de Nederlandse rechtsorde volledig onderschrijft. Zo kennen we ons mede-Kamerlid.