Verslag van de vergadering van 23 mei 2017 (2016/2017 nr. 28)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.41 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter. Het is niet fijn om geassocieerd te worden met het meest corrupte land van Europa: Oekraïne. De Nederlandse kiezers willen met een overweldigende meerderheid niet geassocieerd worden met Oekraïne. De Nederlandse politieke partijen hebben in meerderheid aangegeven dat zij om uiteenlopende redenen niet geassocieerd willen worden met Oekraïne, variërend van respect voor de verkiezingsuitslag tot inhoudelijke kritiek op het associatieverdrag.
De Raad van State heeft de bijsluiter van de minister-president op zijn minst fel bekritiseerd. Als de partijen die in de Tweede Kamer het associatieverdrag hebben afgewezen, dat vandaag, of eigenlijk volgende week, ook hier doen, kunnen we hier en nu in dit huis van reflectie een dikke streep zetten onder de enorme dwaling die uit het verdrag spreekt en die misschien nog wel meer spreekt uit de zogenaamd juridisch bindende verklaring die de minister-president in zijn zoektocht naar geitenpaadjes en muizengaatjes heeft gevonden. Daarbij wordt op de koop toegenomen dat de Nederlandse kiezer zich grotelijks bedrogen zal voelen wanneer de politiek alle mooie beloften over het respecteren van de referendumuitslag aan haar laars lapt.
Wat geeft de minister-president nou het gevoel dat de ongekende bezwaren — ongekend in de meest letterlijke zin van het woord — tegen het verdrag van de Nederlandse bevolking onderdeel konden zijn van een zogenaamde heronderhandeling, waarin overigens het verdrag niet wijzigde? Heeft de minister-president onderzoek gedaan naar de beweegredenen van de nee-stemmers of heeft hij gemeend wel ongeveer te kunnen begrijpen wat ze ertegen hebben en heeft hij daar naar eigen bevind van zaken de heronderhandeling mee ingezet? Hij heeft er in ieder geval ruim de tijd voor genomen.
Enkele maanden voor het Oekraïnereferendum leken lobbyisten in Den Haag de handen ineen te hebben geslagen voor een massieve jacampagne. Je zou kunnen zeggen: van bijna Russische proporties. Nee-stemmers werden weggezet als mensen die denken met hun onderbuik, zonder argumenten. Alles werd uit de kast getrokken om de kiezer het gevoel te geven dat er maar één fatsoenlijk antwoord zou kunnen zijn op de referendumvraag, en dat was een volmondig ja, net zoals dat eerder het geval was bij het referendum over de Europese Grondwet, waarbij ook gedreigd werd met rampspoed of zelfs met oorlog als "het licht dat zou uitgaan".
Bij dit verdrag zien we de volkswijsheid "het geld dat stom is, maakt recht wat krom is" andermaal werkelijkheid worden. Dit verdrag gaat niet over geopolitiek, anders dan een belangrijk deel van dit debat zou kunnen doen vermoeden, maar over handel. Dat zei tenminste Eurocommissaris Frans Timmermans in een vlaag van ontwapenende eerlijkheid. Er is geld te verdienen. Dat het handel betreft met het meest corrupte land van het Europese continent, een land dat produceert met kinderarbeid en barbaars dierenleed van kolossale proporties, vormde kennelijk geen belemmering.
Problematisch is dat Oekraïne structureel mensenrechten, dierenwelzijn en milieuregels aan zijn laars lapt bij de productie van de goederen die wij zo graag in dat handelsakkoord betrokken willen zien. Door Oekraïense producten toe te laten maakt Europa zich dus mede schuldig aan schending van mensen- en dierenrechten. Helaas hebben we daarover niets teruggezien in de heronderhandeling van de minister-president. Dat roept meteen de vraag op hoe de minister-president die prioriteiten gewogen heeft. Misschien kan hij daar een nadere toelichting op geven. Het is interessant om te weten waarom mensen- en dierenrechten geen enkel onderdeel van die heronderhandeling hebben uitgemaakt of lijken te hebben uitgemaakt en in elk geval niet in het definitieve resultaat zijn teruggekomen.
Ongeveer een op de twintig kinderen tussen de 5 en 14 jaar is betrokken bij kinderarbeid in Oekraïne. Ze zijn vooral actief in de landbouw en in de mijnbouw. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waarschuwde bedrijven er zelfs voor op zijn website. Vooral als u in de agrarische sector of in de bouw onderneemt in Oekraïne, is de kans aanmerkelijk dat een productiebedrijf gebruikmaakt van kinderarbeid, aldus de Nederlandse overheidsdienst. Die waarschuwing verdween overigens spoorslags in de aanloop naar het referendum.
Ook met de basisrechten van volwassen werknemers is het uiterst slecht gesteld. Zo komt het voor dat vakbondsleiders worden geïntimideerd door Oekraïense veiligheidsdiensten. Toen een protest voor betere arbeidsrechten naar de smaak van de Oekraïense overheid iets te lang duurde, werd via een terreurcampagne geprobeerd om de protesten de kop in te drukken. Het minimumloon in het land is overigens omgerekend zo €50 per maand.
Daarnaast biedt het associatieverdrag alle ruimte voor het importeren van grootschalig dierenleed naar de EU. Megastallen met 20.000 varkens zijn in Oekraïne geen uitzondering. Oekraïense eieren komen uit immense legbatterijen die in de EU al jaren verboden zijn, en niet toevallig net over de grens met de EU gebouwd werden met steun van Nederlandse banken en Nederlandse kredietverzekeraars. Voor geld is alles te koop!
De heer Schaap i (VVD):
Kan de heer Koffeman een voorbeeld geven? Kan hij aangeven waar die industrie zich bevindt? Ik wil graag naam en toenaam horen. Het is nu een aaneenrijging van beschuldigingen en uitingen hoe rampzalig het daar is. Maar geef eens een voorbeeld!
De heer Koffeman (PvdD):
Ik kom daar over vier zinnen aan toe. Dus als u even wacht, dan bent u zo aan de beurt. MHP, het grootste pluimveebedrijf in Oekraïne, slacht jaarlijks 332 miljoen plofkippen en exporteert meer dan 140.000 ton kippenvlees per jaar. En als toetje produceert MHP ook nog eens foie gras, lever van ganzen of eenden die gedwangvoederd worden en daarmee een ziekelijke leververvetting aangedaan wordt.
De heer Schaap (VVD):
Dan ga ik hier toch even over verder. De heer Koffeman spreekt over MHP. Ik neem aan dat hij het bedrijf in Vinnytsja bedoelt.
De heer Koffeman (PvdD):
Sorry?
De heer Schaap (VVD):
Het bedrijf MHP is het bedrijf dat in de nabijheid van de stad Vinnytsja staat.
De heer Koffeman (PvdD):
Ik ben er niet geweest, maar ik heb er genoeg over gelezen.
De heer Schaap (VVD):
U haalt het aan. Dan moet u toch wel weten over welk bedrijf het gaat.
De heer Koffeman (PvdD):
Ja, zeker. Daar kan geen misverstand over bestaan.
De voorzitter:
Heren, graag via de voorzitter!
De heer Schaap (VVD):
Dat bedrijf produceert zelfs nog meer. Als de heer Koffeman zich een beetje had verdiept in die zaak, dan was het hem duidelijk geweest dat de standaarden waaronder dat bedrijf produceert, zo hoog liggen dat zelfs Nederlandse bedrijven dat niet halen.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat is een interessante aanname. Er vindt in Oekraïne namelijk geen enkele controle meer plaats op dierenwelzijnseisen. Het feit dat u vindt dat dat onder hoge standaarden gebeurt, wordt niet gevalideerd op enigerlei wijze.
De heer Schaap (VVD):
Ik zal maar even open kaart spelen: ik ken dat bedrijf toevallig. Ik ben er ook al geweest. Het is helemaal gebouwd met Nederlandse technologie, en wel op een grote schaal en op een niveau dat Nederland niet eens haalt. Er vindt zorgvuldig toezicht plaats op de hele productieketen in dat bedrijf vanwege de export, want zo'n beetje alles wat daar geproduceerd wordt, gaat de grens over. Kortom, het is een voorbeeld van een bedrijf dat niet eens in handen is van een oligarch, maar gewoon van een jonge Oekraïner die voor zichzelf begonnen is. Die wordt nu door de heer Koffeman afgeserveerd als een of andere louche producent van plofkippen, terwijl het bijna niet beter kan worden gedaan dan daar gebeurt. Ik kan er nog tijden over doorgaan hoe goed dat bedrijf in elkaar steekt. Maar ik wou maar even zeggen: hier staan feiten en loze beschuldigingen toch wel even mooi tegenover elkaar.
De heer Koffeman (PvdD):
Er is in de Nederlandse pers heel ruim gerapporteerd over MHP en de omstandigheden waaronder daar geproduceerd wordt. Ik zou u daarover artikelen kunnen aanreiken van de NRC en 925. Die artikelen waren niet erg lovend over de productiewijze. Ik kan u vertellen dat uw interpretatie van de hemel voor kippen en mijn interpretatie van de hel voor kippen inderdaad hemelsbreed uit elkaar liggen. Maar het is heel duidelijk dat ik in mijn kritiek op MHP en de pluimveeproductie in Oekraïne schouder aan schouder stond met de Nederlandse pluimveehouders. Dat gebeurt niet vaak. Zij klaagden steen en been over de omstandigheden waaronder in Oekraïne geproduceerd werd, onder normen — of beter gezegd een gebrek aan normen — waarmee zij niet konden concurreren. Als u problemen heeft, zou ik dus zeggen: praat eens met uw partijgenoot Gert-Jan Oplaat. Die had er geen goed woord voor over. Het heeft geen zin om daar nu welles-nietes over te gaan spelen. Praat er eens over met uw partijgenoot. Hij voelde daar helemaal niets voor.
De voorzitter:
Mijnheer Schaap, tot slot op dit punt, want we hebben het nu niet over kippenproductie in Oekraïne. We hebben het over het wetsvoorstel dat voor ons ligt.
De heer Schaap (VVD):
Het gaat mij maar om één ding: als er in dat land een keer iets heel goed gaat, dan wordt dat onmiddellijk afgeserveerd onder de noemer "het is in Oekraïne, dus het zal wel corrupt zijn; het zal wel allemaal dieronvriendelijk zijn" en ga zo maar door. Er gaat in dat land ook heel veel goed. Dat Nederland zo bang is voor de industrie die daar is opgezet, komt gewoon door concurrentieangsten. In die zin sta ik ook totaal niet achter de opvattingen van de heer Oplaat.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat is hartstikke duidelijk. Dat betekent inderdaad dat ik in de uitzonderlijke omstandigheid verkeer dat ik nu bondgenoot ben van de heer Oplaat in mijn afwijzing van de Oekraïense kippenindustrie en dat u daarover met uw partijgenoot van mening verschilt. Daar kan ik verder niet tussen komen, denk ik.
Ik had het over foie gras. Deze barbaarse praktijk is al in 23 EU-landen verboden. Het wordt moeilijk om de overige 5 EU-landen te bewegen met foie gras te stoppen als tegelijkertijd aan onze oostgrens foie gras goedkoop en ongecontroleerd kan binnenkomen. Het associatieverdrag zet zo een rem op alle Europese vorderingen op het gebied van dierenwelzijn en draait de klok terug voor alles wat de EU aan verbeteringen voor mens en dier bedacht heeft. Niet alleen landbouwdieren, maar ook Europese agrariërs zelf worden de dupe van dit verdrag. Zij werken wel met bestaande minimumregels, bijvoorbeeld in Nederland, en krijgen te maken met oneerlijke concurrentie van Oekraïense producten die met maar één focus gemaakt zijn: een zo laag mogelijke prijs, ten koste van wat dan ook. Vorig jaar streek de Oekraïense plofkipfabriek MHP al neer in Veenendaal. Als dit associatieverdrag doorgaat, zal het daar niet bij blijven. NRC opende gisteren met de kop "Den Haag omarmt protectionisme". Als dit verdrag onverhoopt, tegen alle wensen van de burgers en alle beloftes van politieke partijen in, alsnog wordt goedgekeurd, is het hek van de dam. Dit verdrag opent de poorten van Europa voor ontwikkelingen waar niemand in Europa behoefte aan heeft, op een enkele ondernemer na die materieel voordeel kan ontlenen aan het verdrag.
Ik sprak al over de positie van dieren in Oekraïense megastallen. Ook buiten de landbouw neemt Oekraïne het niet zo nauw met het welzijn van dieren. Gevechten tussen honden en geketende beren en jachtreizen voor westerse jagers die willen en mogen schieten op alles wat beweegt, dragen niet bij aan het gevoel dat we geassocieerd zouden moeten willen raken met een land dat heel andere opvattingen over ethiek heeft dan we in onze contreien hebben en waar decennialang aan gewerkt is.
Voorstanders schermen ermee dat het associatieverdrag Oekraïne zou verplichten om bepaalde wetten en productiestandaarden op den duur te verbeteren. Dat is echter hoogst twijfelachtig. Zelfs bestaande regels worden nauwelijks gecontroleerd en gehandhaafd in Oekraïne. Oorzaak daarvan is de heersende corruptie. Transparency International riep Oekraïne bij herhaling uit tot het meest corrupte land op het Europese continent. In zulke landen maken juridisch bindende verklaringen, zoals de minister-president uit de hoge hoed toverde, bar weinig indruk. Dat geldt al helemaal wanneer zo'n juridisch bindende verklaring eenzijdig tot stand gebracht is, zonder enige instemming van Oekraïense zijde en zonder enige sanctie of garantie op naleving. Kan de minister-president aangeven waarop zijn optimistische kijk ten aanzien van de juridisch bindende verklaring gebaseerd is?
De Oekraïense minister van Landbouw, Oleksiy Pavlenko, gaf al aan dat dierenwelzijn geen issue is voor het land. Geen issue. Op dat gebied hoeven we dus niet veel vorderingen te verwachten. Waarom liet de minister-president dit onderwerp geheel weg uit de heronderhandeling, terwijl veel kiezers hadden aangegeven het een belangrijk onderwerp te vinden?
Ook op het gebied van mensenrechten zal het door de ongekende corruptie heel lang duren voordat er echt vorderingen kunnen worden gemaakt. Tot die tijd eten we gewoon goedkope eieren uit legbatterijen en door kinderen gepote uien, waarvan de tranen je in de ogen zouden moeten springen nog voordat je ze schoonmaakt.
De stoïcijnse wijze waarop het jakamp door roeien en ruiten gaat om het associatieverdrag, tegen de wens van de kiezers en tegen de beloftes van de grote politieke partijen in, alsnog doorgang te laten vinden, vraagt om een duidelijk "nee" van iedereen die het beste voorheeft met kinderen, dieren, natuur, milieu en de bestaanszekerheid van Europese boeren. Dit associatieverdrag moet gestopt worden, en zal gestopt worden wanneer partijen in dit huis hun eerdere belofte waarmaken en de wens van de Nederlandse kiezer respecteren. Doen ze dat niet, dan zal de kloof tussen kiezer en gekozene nog breder worden. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van de heer Buma. De aversie tegen de politiek als geheel en de weerzin tegen de EU als ondemocratisch lichaam zal nog groter worden.
De Partij voor de Dieren zal doen wat ze haar kiezers beloofd heeft, waar ze voor gestreden heeft ten tijde van het referendum en wat van haar verwacht mag worden. We zullen de nee-stem van de burgers die met 61% dit verdrag hebben afgewezen, volgen en niet instemmen met het associatieverdrag. Het kabinet had maar één ding kunnen doen na de uitslag van het referendum: per direct een intrekkingswet naar de Kamer sturen. Het feit dat dat niet gedaan is en dat er is gekozen voor een strategie van "de tijd heelt alle wonden", een langdurig tijdrekken gecombineerd met een opzichtige lobby, zou de uitslag van de stemming in dit huis ongewis kunnen maken, terwijl hij dat op basis van het referendum en de plechtige beloften van de politiek leiders niet had mogen zijn.
De uitspraak van CDA-leider Sybrand Buma kan niet vaak genoeg herhaald worden: het negeren van de uitslag van het referendum door de politiek zal leiden tot nog meer verlies van vertrouwen in de politiek en nog meer cynisme jegens Den Haag en Brussel. D66-leider Pechtold voegde daaraan toe dat hij niet blind is voor de argumenten van de minister-president, maar hij wilde bewijs zien van de afspraken die Rutte met de Europese regeringsleiders had gemaakt over de wijzigingen in het verdrag. "Want tot nu toe is mij dat niet duidelijk geworden", zei de heer Pechtold. Dat heeft hij goed gezien, want er zijn geen wijzigingen gekomen in het verdrag. Bijzonder genoeg is dat voor D66 geen reden geweest om het dan maar af te wijzen. Ook Jesse Klaver heeft de hartenkreet van de minister-president destijds beoordeeld als weinig effectvol. Hij zei: Ik zie vooralsnog onvoldoende redenen om het advies van de kiezers naast me neer te leggen. Minder dan een jaar geleden achtte hij de kans klein dat GroenLinks nog van standpunt zou veranderen. Niets is zo veranderlijk als een standpunt.
Als dat allemaal geen ketelmuziek was maar oprecht gemeende beoordelingen van de politieke situatie in relatie tot de wens van de burgers, kan het niet anders of het associatieverdrag zal volgende week weggestemd worden. Zo niet, dan heeft de Nederlandse burger veel om over na te denken en zal hij zijn positie herijken ten opzichte van politieke partijen die geen woord houden.
De voorzitter:
Mijnheer Koffeman, blijft u nog even staan, want de heer Schrijver heeft een interruptie.
De heer Schrijver i (PvdA):
Ik heb de heer Koffeman even laten uitspreken, maar ik wil hem aan het slot van zijn betoog twee vragen stellen. Wij hebben zijn tekst helaas nog niet gekregen, maar als ik het mij goed herinner, zei hij bij aanvang van zijn betoog dat de Raad van State ongekend harde kritiek op het wetsvoorstel heeft.
De heer Koffeman (PvdD):
Ja.
De heer Schrijver (PvdA):
Ik heb het advies van de Raad van State er even bij gepakt, maar ik heb het idee dat wij verschillende versies hebben. Ik heb de versie van 18 januari 2017. Daarin zegt de Raad van State eigenlijk alleen dat de memorie van toelichting moet worden aangevuld met een toelichting op de juridische betekenis van het EU-besluit. Na vier kantjes eindigt de Raad van State met het in overweging geven aan de regering om het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hoe komt de heer Koffeman tot de inschatting dat er sprake is van ongekend harde kritiek?
Ik heb nog een tweede vraag. Zal ik die gelijk stellen, voorzitter?
De voorzitter:
Ik zou het doen.
De heer Schrijver (PvdA):
Ik herinner me al te levendig — mevrouw Stienen en de heer Backer herinneren zich dat denk ik ook — dat we een interessante uitwisseling hebben gehad over onze leesvaardigheid met betrekking tot het altijd mooie blad Boerderij. Ik kreeg de indruk dat de heer Koffeman daar opnieuw uit citeerde toen hij de uitspraak van de Oekraïense minister aanhaalde dat het opkomen voor dierenwelzijn geen issue is. In dat interview heeft de Oekraïense minister gezegd: we moeten nu zo veel aanpakken dat dit punt in de komende jaren geen primair issue is, maar door de inwerkingtreding van het verdrag en vanwege het feit dat Europa over onze schouders mee zal kijken en vanwege het feit dat we aan allerlei kwaliteits- en gezondheidsvoorschriften zullen moeten voldoen, zal het dierenwelzijn verbeteren. Dat hebben we toen vastgesteld, want we hebben het interview er even bij gepakt. De heer Koffeman zei dat de Oekraïense minister had gezegd dat het geen issue was. Dat deed mij sterk denken aan onze eerdere boeiende gedachtewisseling. Maar "geen issue" is heel iets anders dan "geen primair issue op dit moment".
De heer Koffeman (PvdD):
Hartelijk dank ...
De voorzitter:
Er zijn dus twee vragen gesteld.
De heer Koffeman (PvdD):
Jazeker. Ik begin met de eerste vraag. De eerste vraag van de heer Schrijver is hoe ik tot de conclusie gekomen ben dat de Raad van State niet heel erg blij was met de juridisch bindende verklaring. Die conclusie heb ik niet zelf bedacht. Die conclusie kon ik teruglezen in alle dagbladen die daarover geschreven hebben. De kwalificaties varieerden van "Raad van State vindt juridisch bindende verklaring te vaag" tot "Raad van State kraakt juridisch bindende verklaring". Daar kan men kennelijk verschillend over denken. Het feit dat de heer Schrijver daaruit opgemaakt heeft dat de Raad van State er enthousiast over was, is in ieder geval een andere constatering dan de meeste dagbladjournalisten hebben gemaakt. Dat is mijn antwoord op de eerste vraag.
Misschien mag ik in reactie op de tweede vraag even aanhaken bij de eerdere opmerking van collega Schrijver over het juridisch bindend zijn van de verklaring dat de president van Oekraïne ook had gezegd dat het toch een heel mooie juridisch bindende verklaring was en dat hij die omarmde. Als de president van het meest corrupte land van Europa, die zelf ook veel in één adem met corruptie genoemd wordt, niet meer zegt dan "dit is een prachtige juridisch bindende verklaring; hier kunnen we wel wat mee", geeft mij dat niet het volste vertrouwen dat daar een soort juridische binding uit voort zou komen. Dat het de heer Schrijver wel het volste vertrouwen geeft, zegt iets over zijn verwachtingspatroon, maar niet over het mijne. Daar kunnen we in verschillen.
De heer Schrijver (PvdA):
Ik denk dat we dit debat moeten beëindigen. De heer Koffeman legt mij namelijk allerlei woorden in de mond, zoals dat de Raad van State enthousiast is. Dat heb ik niet gezegd. De Raad van State constateert heel neutraal dat de memorie van toelichting aanvulling behoeft, maar adviseert overigens dat het wetsvoorstel rijp is om naar de Tweede Kamer te zenden. Zo heb ik al de dingen die hij mij nu in de mond legt ten aanzien van president Porosjenko absoluut niet gezegd. Ik heb gezegd dat president Porosjenko de verklaring van de 28 EU-landen heeft verwelkomd en dat een noodzakelijke stap vindt in het proces van het sluiten dit verdrag. Niets meer en niets minder. De kwalificaties die u er nu aan geeft zijn de uwe, mijnheer Koffeman.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat kunnen we nog eens nalezen in de Handelingen. Wat u erover hebt gezegd, is in elk geval in relatie geweest tot de juridische bindendheid van de verklaring. Mijn stelling is dat wanneer de president van het meest corrupte land van het Europese vasteland zegt "ik verwelkom dit", dat aan de juridische bindendheid van die verklaring niets toevoegt of afdoet.
De voorzitter:
Is de tweede vraag ook al beantwoord? Ik begrijp dat dat het geval is. Dan geef ik graag het woord aan de minister-president. Daarbij merk ik op dat hij mij heeft gevraagd of hij geëxcuseerd kan worden als hij klaar is met zijn onderdeel van de beantwoording, omdat er andere zaken zijn die zijn aandacht vergen. Zeg ik dat netjes, minister-president?