Plenair Flierman bij behandeling Ontwerpbesluiten Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 30 mei 2017 (2016/2017 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.17 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Flierman i (CDA):

Voorzitter. Laat mij beginnen met het bedanken van de minister voor haar uitvoerige beantwoording en de toezeggingen. Ik loop een paar punten langs en maak daarbij een paar observaties. We zijn het niet helemaal eens geworden over wat in de AMvB's en wat in de wet geregeld moet worden. We hebben met elkaar afgesproken dat we heel goed zullen luisteren naar wat de Raad van State op dit punt zegt. Ik constateer dat de minister in dat opzicht de toezegging heeft gedaan waar wij als CDA-fractie op hadden gehoopt. De Raad van State, die ongetwijfeld kennis neemt van dit debat en van het spanningsveld dat we hebben benoemd, zal met een zwaarwegend advies komen. De minister zal dat serieus nemen en ons informeren, en ervoor zorgen dat wij bij de invoeringswet een beoordelingsmoment hebben om te bekijken of we tevreden zijn met de manier waarop dat gegaan is.

Ik wil een opmerking maken over de procedure die we nu gevolgd hebben, want eerlijk gezegd zijn er een aantal risico's verbonden aan het behandelen van AMvB's op deze manier, in de vorm van toch bijna pseudowetgeving. Wij krijgen veel ruimte om over de AMvB's te spreken. Dat doen we dan ook, omdat er veel belangwekkende zaken in zijn geregeld, zaken die toch misschien in de wet geregeld hadden moeten worden. Al met al is dat toch minder gelukkig. De minister zegt dat dat wel vaker zal gaan gebeuren, want in snellere en dynamische tijden is er behoefte om snel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Dat mag zo zijn, maar wetgeving in formele zin blijft ook waarde houden als het gaat om de continuïteit. Bovendien zie je dat dit huis, als het gaat om de AMvB als pseudowetgeving, de verleiding niet kan weerstaan om allerlei inhoudelijke debatten te gaan voeren. Het is interessant dat juist de minister ons er nu op gaat wijzen dat ze sommige zaken eerder in de Tweede Kamer dan in de Eerste Kamer zou willen bespreken en dat het eigenlijk niet gepast is dat zij in demissionaire status nog daarover spreekt. Dat komt er nou van als je de procedure zo organiseert, zou ik haast zeggen. Dat is dus een punt om nog eens over na te denken.

We zijn heel tevreden over de manier waarop de minister wil omgaan met de participatie. Wij steunen de beleidsvrijheid van de gemeenten en ook de ruimte voor maatwerk bij gemeenten. De CDA-fractie heeft ook altijd veel vertrouwen in de wijsheid en de intelligentie van de lokale volksvertegenwoordigers. Nationale volksvertegenwoordigers zijn niet noodzakelijkerwijs verstandiger dan lokale vertegenwoordigers, al zou je als je de debatten hier volgt soms denken dat sommigen dat wel vinden. Wat ons betreft is er alle aanleiding om lokale volksvertegenwoordigers en het provinciaal beleid alle ruimte te geven.

Wij houden staande dat beleidsruimte betekent dat er meer kans is op juridische procedures. Een afvinklijstje is nu eenmaal simpeler om naar te kijken, ook voor een rechter. Naarmate er meer ruimte voor open beleid is, zal er ook meer aanleiding zijn voor mensen die het met dat beleid niet eens zijn, om toch naar de rechter te gaan. Wat dat betreft is het van belang dat al die aspecten — de juridisering of de risico's dienaangaande, maar ook bijvoorbeeld de mate waarin burgers in staat zijn om volwaardig te participeren — goed gemonitord worden. Daar hechten we veel waarde aan.

De minister heeft gezegd dat landschap een autonome taak van provincies is. Strikt genomen betekent dat volgens mij dat de provincie ook kan kiezen om er niets aan te doen. Gelet echter op allerlei uitspraken in bestuursakkoorden, op beleidsafspraken en op de uitspraken die de minister nu doet, ga ik er toch maar van uit dat provincies het landschap als belangrijke waarde niet kunnen negeren, dat ze daar beleid op zullen ontwikkelen en dat ze ook geacht worden dat te doen. Dat is wat ons betreft voldoende.

Dan tot slot het Digitaal Stelsel Omgevingswet. De inzet van de minister is helder. Het huidige niveau van dienstverlening, verbreed tot de Omgevingswet, moet in ieder geval gegarandeerd zijn op het moment dat we de wet gaan invoeren. Daar zullen we een en ander dan ook scherp op beoordelen. Zoals eerder gezegd is dat wat onze fractie betreft een voorwaarde voor het aanvaarden van de invoeringswet.

De ambities voor de verdere ontwikkeling van het DSO zijn groot; dat is duidelijk. Maar het ambitieniveau is nog niet vastgelegd, en de kosten en het budget ook niet. Dat is toch bouwen met een open begroting, zoals ik net in een interruptie al aangaf. Mijn ervaring is dat dat bijna altijd fout afloopt. Voor nu is het wat het is. Maar het is een formule voor rampen. De overheid heeft een slechte reputatie met betrekking tot het beheersen van het budget, de kosten en de tijd bij grote ICT-projecten. Ik zou haast zeggen dat de minister geen collega in het kabinet heeft die daar geen hartverscheurende verhalen over kan vertellen. De CDA-fractie zal dan ook de vinger aan de pols houden en dit proces nadrukkelijk volgen. Maar naar ik aanneem zullen ook de regering en de minister en haar opvolgers dat heel nadrukkelijk doen. Ik wens haar en haar opvolgers daar alvast heel veel sterkte en succes mee. Daarmee sluit ik mijn tweede termijn af.