Plenair Diederik van Dijk bij behandeling Goedkeuring overeenkomst van Parijs



Verslag van de vergadering van 27 juni 2017 (2016/2017 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Diederik van Dijk i (SGP):

Voorzitter. Ongetwijfeld hebben wij allemaal ooit — ik denk de staatssecretaris ook — dat bekende boekje van Godfried Bomans, Erik of het klein insectenboek, gelezen. Dat gaat over dat jongetje dat op een nacht het schilderij boven zijn bed instapt. Dat verrukkelijke boekje opent met een citaat van Leonardo da Vinci, dat ik graag voorlees: "Wij zijn alle ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten." Bomans wilde met dit citaat aangeven dat er zoveel is dat wij kleine mensjes niet weten en niet kunnen bevatten, net als die insecten waarover Bomans schrijft, die er geen idee van hebben dat ze leven binnen de lijst van een schilderij en dat buiten die lijst het eigenlijke leven begint. Al weten wij veel, onze kennis is beperkt. Dat moet ons voorzichtig maken met het gebruik van al te grote woorden. In het bijbelboek Job vraagt God op licht ironische wijze aan Job: "Waar was jij toen ik de aarde maakte? Vertel het maar als je zoveel weet!"

Die noodzaak tot bescheidenheid geldt ook het klimaat. De wetenschap op dit terrein is relatief jong. Ook hiervoor geldt dat wij nog veel niet weten, bijvoorbeeld over de vraag hoe groot nu precies de invloed van de mens is. Dat moet nopen tot voorzichtigheid, tot het organiseren van kritisch tegenspel en tot terughoudendheid ten aanzien van overspannen, apocalyptische uitroepen, zoals: als wij nu niets doen, vergaat de wereld geheid. Laten wij, ondanks de opwarming, ons hoofd koel houden, nuchterheid betrachten en klimaatverandering niet verheffen tot pseudoreligie, waarbij twijfel genadeloos de kop wordt ingedrukt. Volgens mij doen wij hiermee ook ons nageslacht een groot plezier.

Ik schrok nogal van de uitspraak van onze minister van Buitenlandse Zaken, namelijk dat het niet meedoen van de VS aan het klimaatakkoord een keerpunt betekent in de betrekkingen met de VS. Dit is overtrokken; alsof er geen kritiek op het akkoord mogelijk is. Ik zou zo'n scherpe reactie passender hebben gevonden als Trump zich bijvoorbeeld had teruggetrokken uit de internationale strijd tegen islamitische terreur. De jihad is bepaald geen minder acuut probleem dan het klimaat.

Als ik het klimaatakkoord en de IPCC-rapporten op mij laat inwerken, bekruipt mij zomaar een gevoel van bevreemding, alsof het klimaat een door de mens regelbare thermostaat is. De wereldwijde klimaatsystemen zijn enorm complex, zodat zelfs wetenschappers regelmatig naar adem moeten happen. Ons past in de eerste plaats verwondering over de grootheid van Gods schepping, maar ook bescheidenheid. Het IPCC kan schermen met brede wetenschappelijke consensus en haar boodschap moeten wij daarom serieus nemen. Maar het is wel van belang dat de klimaatwetenschap kritisch op zichzelf blijft en dat de politiek het klimaatonderzoek kritisch volgt.

Burgers en bedrijven moeten de komende decennia diep in de buidel tasten. Zij eisen daarom een goed onderbouwd verhaal, dat antwoord geeft op de kritische vragen die bij hen leven. Burgers slikken niet alles voor zoete koek. Vroeger heette dat emancipatie; nu populisme, zo schreef Martin Sommer afgelopen zaterdag in de Volkskrant. Is het de inzet van het kabinet om met een gezond-kritische blik het klimaatdossier te beheren?

Een nuchtere benadering van het klimaatdossier betekent niet een laconieke benadering. De aarde is een schepping van de Heere God en daarom past het om waakzaam te zijn. "Nuchter" en "waakzaam" zijn wat de SGP betreft trefwoorden in dit dossier. De boodschap van de klimaatwetenschap wil ik dus niet wegrelativeren of vooruitschuiven.

De SGP hecht grote waarde aan rentmeesterschap, aan goed beheer van de schepping en van daaruit aan het voorzorgsprincipe. Wij mogen en moeten onze verantwoordelijkheid nemen, ook als een land als de VS afhaakt. Want wij weten het: ontwikkelingslanden kunnen overstromingen en droogte nu al niet aan, met de bijbehorende spanningen en migratiestromen. Er zijn flinke stappen nodig om de zeespiegelstijging en extremere weersomstandigheden aan te kunnen. Dat geldt ook voor het aanpakken van ons gebruik van fossiele brandstoffen. Daarvoor zijn internationale samenwerking en internationale afspraken nodig. Zee, klimaat en CO2 houden zich niet aan de landsgrenzen. Energie-intensieve bedrijven ook niet.

Graag geef ik het kabinet een welgemeende waarschuwing mee. In de samenleving leven zorgen over de toenemende globalisering en europeanisering. Die worden versterkt door de Europese energieambities en het klimaatakkoord. Blijven wij wel baas in eigen land? Blijven er voor ons nog banen over, als energie-intensieve bedrijven de deuren sluiten? Betalen wij de rekening voor alle groene subsidies, terwijl wij zelf geen geld overhouden om onze huizen goed te isoleren of om een elektrische auto te kopen? Deze zorgen moeten wij serieus nemen. Niet voor niets tekende de Raad van State bij het voorliggende ratificatievoorstel aan dat de verplichtingen grote consequenties met zich mee zullen brengen. Gaat de regering ervoor zorgen dat wij ruimte houden om verplichtingen op onze manier in te vullen? Gaat de regering ervoor zorgen dat wij geen werkgelegenheid over de grenzen laten verdwijnen? Inzet op energiebesparing levert onze bedrijven meer werk op dan het bouwen van windmolenparken. Die windmolens komen vooral uit het buitenland.

Verder moeten wij voorkomen dat energie-intensieve bedrijven de grens overgaan en dat wij vervolgens de producten van die bedrijven gaan importeren. Gaat de regering ervoor zorgen dat huishoudens met lagere inkomens niet de rekening gaan betalen voor duur groen beleid?

Ik wil ook benadrukken dat verduurzaming van onze energievoorziening niet alleen CO2-reductie oplevert en veel geld kost. Nederland betaalt elk jaar iets van 7 miljard euro aan het buitenland voor fossiele brandstoffen. Investeren in energiebesparing en in duurzame energie is dus niet zomaar weggegooid geld. Verder zorgen wij er zo voor dat wij minder afhankelijk worden van dubieuze oliesjeiks, gasbaronnen en kolenboeren. Iedere tankbeurt levert bovendien airmiles op voor Saudische imams die de wereld willen winnen voor de islam. Hoe eerder deze subsidiëring stopt, hoe beter.

Ik heb nog twee vragen over de juridische implicaties van het klimaatakkoord. Het klimaatakkoord is een gemengde overeenkomst. Zowel de Europese Unie als de individuele lidstaten zijn betrokken partijen. Inmiddels heeft de EU het verdrag al geratificeerd. Wil dat dus zeggen dat, als Nederland het verdrag niet zou ratificeren, wij via de Europese Unie de bijbehorende verplichtingen alsnog op ons bord krijgen? Of maakt wel of niet ratificeren de facto nog wel uit?

De regering geeft in de memorie van antwoord aan dat de verdragsbepalingen geen rechtstreekse werking hebben. Ze zijn inhoudelijk niet voldoende concreet geformuleerd om als objectief recht te kunnen functioneren in de nationale rechtsorde. Ik wil daar een paar kanttekeningen bij plaatsen. Wij hebben inmiddels de Urgenda-uitspraak gehad, waarin de rechtbank de Staat heeft opgedragen om ervoor te zorgen dat in 2020 25% CO2-reductie wordt gehaald. De rechtbank verwijst onder meer naar internationale verdragen waar Nederland zijn handtekening onder heeft gezet. Ik hoor graag in het licht van genoemde Urgenda-uitspraak een nadere duiding van de stelling van het kabinet dat de verdragsbepalingen geen rechtstreekse werking hebben. Hoe schat de staatssecretaris de reflexwerking van de genoemde bepalingen in en hoe waardeert de staatsecretaris dit? Hoe functioneert dit in andere EU-lidstaten?

Ik zie uit naar de antwoorden.