Verslag van de vergadering van 27 juni 2017 (2016/2017 nr. 33)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.34 uur
Mevrouw Meijer i (SP):
Voorzitter. Ook ik feliciteer de heer Van der Sluijs met zijn maidenspeech.
Als de dinosauriërs destijds met zijn allen een klimaatverdrag hadden gesloten, zouden ze er dan nu nog zijn geweest? Dat zullen we nooit weten. We weten wel dat hun massale aanwezigheid een van de redenen kan zijn geweest dat zij er korte tijd later niet meer waren. Ze verslonden voedsel, ze vernielden de hen omringende natuur, ze werden groter en groter, hun leefruimte werd kleiner en kleiner, en ze waren grootproducenten van methaangas, zeg maar broeikasgas. Als ze over die per saldo nogal ongezonde leefwijze, voor henzelf tenminste, afspraken hadden weten te maken hadden ze het wellicht langer uitgehouden. Maar naar we nu denken te weten was het lang niet alleen hun leefwijze die hun leven heeft beëindigd. Vulkaanuitbarstingen leverden een indrukwekkende bijdrage en waarschijnlijk ook een joekel van een inslaande meteoriet. Never a dull moment on earth, mag je wel zeggen.
Hoe dan ook, dino's konden veel, maar denken was niet hun sterkste kant. Dat gold trouwens voor veel leven vóór de dino's en voor veel leven ná de dino's. Neem de cyanobacteriën die, hoe klein ze op zich ook waren, uiteindelijk toch door hun leefwijze verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de grootste ijstijd die de aarde tot nu toe kende. Waar de dino's met hun methaangasproductie bijdroegen aan een broeikaseffect, leverden de cyanobacteriën een kolossale bijdrage aan een koelkasteffect. Ze verhoogden de wereldwijde zuurstofproductie dusdanig dat de warmte isolerende CO2- en methaandeken in de dampkring snel werd afgebroken. Een dikke driehonderd miljoen jaar lang was de hele wereld met ijs overdekt.
Mensen zijn geen dino's en geen cyanobacteriën. Wat we met elkaar delen, is dat we allemaal levende wezens worden genoemd en we allemaal ten minste in staat zijn, de omstandigheden waarin we leven dusdanig te beïnvloeden dat die ons leven danig kunnen bemoeilijken of zelfs vernietigen. Geen probleem voor de aarde, die gaat vrolijk verder en verzint wel weer wat anders, maar een existentieel probleem voor ons mensen.
Dinosauriërs dachten niet en sloten dus ook geen verdragen. Dat er nog iets van de dino's in ons mensen voortleeft, zou je kunnen zien in diegenen onder de menselijke soort die nog steeds vinden dat het geen zin heeft ons verstand te gebruiken om verdragen te sluiten die eraan bijdragen de omstandigheden waaronder wij mensen kunnen leven zo duurzaam mogelijk te houden, althans naar menselijke maat gemeten. Die navolgers van de dino's denken dat er nog zo veel andere oorzaken kunnen zijn die het klimaat beïnvloeden dat het geen zin heeft je op één van de oorzaken te richten. Dat klinkt in eerste aanleg redelijk, maar als je erover nadenkt is het toch wel dom. Aan aanstormende meteorieten kunnen we niets doen, behalve er een film als Deep Impact over maken. En vulkanen hebben we vooralsnog ook niet in de hand. Ten westen van Napels ligt bijvoorbeeld de gevaarlijke supervulkaan Campi Flegrei, waarvan wetenschappers verwachten dat die rond 2020 tot uitbarsting zal komen. Zon uitbarsting kunnen we niet stoppen, we weten wel dat er 350.000 mensen in het kratergebied wonen en nog eens miljoenen in de directe omgeving, die dus gevaar lopen. Of wat dacht men van de uitbarsting van de IJslandse vulkaan met die onuitsprekelijke naam, die in 2010 voor enorme aswolken zorgden die richting Europa dreven en het vliegverkeer boven het noorden van Europa wekenlang belemmerden?
Deze zaken hebben we niet in de hand. Maar de productie van broeikasgas verminderen kan toch niet een dusdanig groot probleem zijn dat het voor de mensheid, mits die zijn verstand gebruikt, a priori onoplosbaar is? Zeker niet als we ons realiseren dat 40% van dat broeikasgas geproduceerd wordt door een klein deel van de wereld: de Verenigde Staten van Amerika en de Verenigde Staten van Europa, ofwel de Europese Unie. Twee van 's werelds grootste staatkundige samenwerkingsverbanden zouden toch in staat mogen worden geacht de emissies van broeikasgas aan banden te leggen? Dat wij hier in Europa en zij daar in Amerika zo'n onredelijk groot deel van het broeikasgas produceren, heeft alles van doen met onze kapitalistische productiewijze, of we het nu hebben over voedsel of auto's, huizen of vliegtuigen, internet of papier. Door die op zich niet bijster duurzame productiemethode zijn wij hier en de Amerikanen aan de andere kant van de oceaan wel verreweg de rijkste wereldburgers geworden. Dan zou het toch niet te veel gevraagd zijn om een beperkt deel van die massale rijkdom in te zetten om onze productiemethodes bij te stellen en daardoor de uitstoot van broeikasgas althans enigszins te beperken en om landen die het minder hebben getroffen dan wij te helpen bij het ontwikkelen van alternatieve productiemethodes die een slag duurzamer zijn dat wat wij tot nu toe hebben gepraktiseerd? Zeker als je beseft dat een opwarming van de aarde in eerste instantie niet het rijkste deel, maar het armste deel van de wereld het hardste zal treffen, met watertekorten, landbouwrampen en overstromingen, om maar wat dingen te noemen.
In dit licht bezien mogen we best een beetje trots zijn dat wij, in tegenstelling tot de dinosauriërs, wel een klimaatverdrag hebben weten te sluiten. Wereldwijd. Niet eerder tekenden zo veel landen op één dag een verdrag dat ons allemaal aangaat. Het verdrag van Parijs is een unicum en wij als SP zijn blij dat de mensheid zich op 12 december 2015 even van zijn beste kant liet zien, te midden van allerlei voorbeelden hoe vaak we ons verstand veel te weinig gebruiken en elkaar daardoor in ellende storten.
De meeste landen van de wereld zijn blij met het verdrag van Parijs. Tot de weinige uitzonderingen hoort het machtigste land van de wereld, dat sinds kort een president heeft die de uitdrukking "pacta sunt servanda" niet snapt en als hij hem al zou snappen er toch maling aan zou hebben. En opmerkelijk genoeg hoort tot die uitzonderingen ook de op een na grootste politieke partij van Nederland, hier vertegenwoordigd door een negental Kamerleden. Als je onze PVV-collega hoort op dit punt dan denk je: is het echt al zo lang geleden dat de dino's verdwenen zijn? Waarom tart de partij die anderhalf miljoen mensen vertegenwoordigt, alle wetten van de logica? De PVV ziet niks in tegengas geven aan klimaatverandering, omdat ze zegt dat het probleem niet bestaat en als het al bestaat, het de mensheid niet aangaat en als het de mensheid al aangaat, het ons hier in ieder geval niet aangaat en dat de ellende die het elders mag veroorzaken toch niet tot onze ellende hoeft te worden gemaakt. Geen vluchteling mag naar binnen, zei eerder de fractievoorzitter van de PVV al, en toen had ze het over mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Het laat zich aanzien dat mensen die op de vlucht slaan voor overstroming, verwoestijning, dorst en honger en daaruit voortvloeiend geweld ook wel niet op de compassie van de partij van de vrijheid zullen hoeven te rekenen.
Hoe treurig de ontkenningsmodus van de PVV ook is, we zijn erg blij dat de rest van de hier vertegenwoordigde partijen wel het belang van het verdrag van Parijs inziet. Dat is heel belangrijk, omdat we onze bijdrage aan dit ambitieuze verdrag alleen kunnen leveren als er groot draagvlak voor is en blijft. En daarvoor is het nodig dat we zo snel als het maar kan, aan de slag gaan. Op de hele wereld, in het algemeen, in grote landen als China en India, met hun miljardenbevolking in het bijzonder en met de allergrootste ambitie in dat deel van de wereld dat verantwoordelijk is voor het grootste deel van het probleem: de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie.
Deze stap is hard nodig. Helaas moeten we constateren dat de geschatte reductie, dus wat de landen hebben aangegeven te willen bereiken, in 2025 en 2030 onvoldoende zal zijn om het doel, de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur te beperken tot 2°C boven het pre-industrieel niveau, te bereiken. Wetenschappers betogen dat, wanneer we de afspraken nakomen, de opwarming nog steeds 3°C of zelfs meer zal zijn. We komen hiermee dus nog niet uit de gevarenzone; er is meer nodig. Hoe klein Nederland ook is, ook wij zullen ons van onze beste kant moeten laten zien.
Daarom vraag ik mij af: hoe staat Nederland eigenlijk in het verdrag? De opgetogen indruk die de staatssecretaris maakte direct na de ondertekening stemde mij gelukkig. Maar de ambitie lijkt een beetje vervlogen, getuige de antwoorden van de staatssecretaris in de schriftelijke vragenrondes. Gaat Nederland in de Europese Unie aandringen op een hogere ambitie, nu blijkt dat de beloofde inzet niet voldoende is om ons doel te halen? En gaan we zelf het goede voorbeeld geven? De staatssecretaris was zelf blijkbaar niet al teveel geschrokken van het nieuws, en antwoordde het prematuur te vinden om nu aan te dringen op aanpassing van de opgave die de Europese Unie zich gesteld heeft. Verder verwijst ze naar de vijfjaarlijkse evaluaties naar aanleiding waarvan de ambities steeds moeten worden bijgesteld. Me dunkt dat in dit geval niks prematuur is en dat we zo snel mogelijk moeten handelen in plaats van over vijf jaar te moeten constateren dat we jaren verloren hebben. Mag ik de staatssecretaris uitnodigen ons te vertellen hoe zij dat "hoogst mogelijke ambitieniveau" gaat uitleggen?
De Raad van State heeft advies uitgebracht over het verdrag en kijkt naar wat de ratificatie voor ons betekent. De Raad meldt: "De exacte reductieopgave voor Nederland is nog niet duidelijk. Duidelijk is echter wel dat in Nederland forse inspanningen nodig zijn en dat in verband daarmee klimaatbeleid voor de langere termijn nodig is. Uit de toelichting blijkt niet dat de regering zich rekenschap heeft gegeven van de uitzonderlijke omvang van de uitvoeringsverplichtingen die het verdrag voor Nederland in beleidsmatige en ook in financiële zin met zich meebrengt." Dat is nogal een uitspraak. De Raad waarschuwt dat Nederland een uitzonderlijk grote taak op zich neemt — een taak die ik overigens van harte onderschrijf — maar dat we blijkbaar niet beseffen wat dit allemaal betekent.
Mag ik de staatssecretaris vragen ons mee te nemen in hoe zij denkt aan de verplichtingen te gaan voldoen en dan niet te verzanden in bijvoorbeeld het energieakkoord, maar ons gewoon te vertellen wat dit voor mensen betekent? Ik vermoed namelijk dat het kan betekenen dat we minder kunnen vliegen. Minder vlees kunnen eten. Minder, anders en ook minder hard auto kunnen rijden. Minder gas en olie kunnen verbruiken. Minder spullen voor de laagst mogelijke prijs uit verre landen kunnen laten komen. Minder verse producten kunnen eten die we met het vliegtuig hier naartoe laten komen — iedereen kent ze wel, die aardbeien in januari. Dat vereist het aanpassen van onze manier van leven, maar dan moet zij dat wel even zeggen.
Ik zeg hier niet dat Nederland in zijn eentje de klimaatverandering te lijf kan gaan. Het is een onderwerp dat internationale samenwerking en solidariteit vereist. Laten we voorop lopen en de ambitie hebben het beste jongetje van de klas te zijn — hier wel. We zijn wel degelijk een deel van het probleem, getuige onze positie in Europa. Nederland staat immers jaar in jaar uit bekend als de vieze man van Europa. De Nederlandse industrie stootte vorig jaar 94 miljoen ton CO2 uit, het hoogste peil ooit gemeten. Daarmee doen we het stukken slechter dan de rest van Europa, waar de uitstoot van de industrie daalde met 3,4%. De totale emissie in Europa daalde sinds 2005 met 25% en die van Nederland steeg. Werk aan de winkel, zou ik zeggen!
Het keren van deze tendens is niet slechts het opkomen voor een collectief belang, maar wel degelijk ook voor ons eigen belang. Als de dijken breken, krijgt het grootste deel van het land minstens natte voeten. 60% van Nederland, met daarin 9 miljoen mensen, ligt onder zeeniveau en is dus overstroombaar. De gevolgen voor de economie laten zich raden. Maar ons land is groot geworden met onze eeuwenoude kennis en kunde over hoe om te gaan met te veel of te weinig water en zon. Over wind hebben we niks te klagen en die mogen we ook stevig exploiteren. Als we op dit terrein presteren, zal dat onze economie ook stimuleren. We doen het dus op geen enkele manier voor niets. Daarbij: we kunnen het ons permitteren, economisch en sociaal. Het goede voorbeeld geven wordt door sommigen verguisd maar is nog steeds een heel productieve manier van problemen aanpakken. Laten we kijken of we, op bepaalde onderdelen, voorop kunnen lopen en anderen kunnen inspireren. Dat draagt bij aan ons zelfvertrouwen en onze eigenwaarde.
Praktisch gezien kunnen we vanaf morgen al aan de slag, bijvoorbeeld in woningen. We horen regelmatig nieuwsberichten over gasloze woningen: huizen die zonder gasaansluiting zijn gebouwd en die op een duurzame manier van energie worden voorzien. Prachtig, direct doen. Maar wat doen we met die miljoenen woningen die er nu al staan, met die talloze huizen die nog steeds slecht geïsoleerd zijn? Vaak wonen daar mensen die tot de minst verdienenden horen, en die wel 9% tot 10% van hun inkomen uitgeven aan energie, gewoonweg omdat zij in slecht geïsoleerde huizen wonen. Verhuurders zijn niet verplicht om te isoleren en dat gaat dan ook niet hard. Ook het isoleren van koopwoningen heeft nog niet echt een hoge vlucht genomen. In vijf maanden tijd vroegen ruim 10.000 huiseigenaren subsidie aan voor woningisolatie. Dat is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat.
Is de staatssecretaris het met mij eens dat wij er met elkaar voor moeten zorgen dat er geen gas verspild wordt en dat we niet langer mogen wegkijken als het om isolatie van woningen gaat? Wanneer krijgen we die corporaties zo ver dat zij hun bezit energiezuinig maken? En hoe zorgen we ervoor dat we meer eigenaren hebben die deze stap nemen?
Ook de Nederlandse industrie ontkomt niet aan het nemen van maatregelen. Er wordt al gewerkt aan het sluiten van kolencentrales, maar we kunnen ons ook inspannen om het opwekken van energie door wind en zon te versnellen. We moeten toe naar meer en betere recycling van grondstoffen.
Ook de transportsector kan een stuk duurzamer. Kijk alleen al eens naar de hoeveelheid vrachtwagens die niet goed gevuld over de weg rijden. Dat was 25% in 2009. De staatssecretaris kan opperen om de vliegtaks weer in te voeren of bijvoorbeeld een CO2-taks voorstellen, zoals de Britten al deden. Vorige sprekers hebben hier al aan gerefereerd. Met andere woorden: ik verwacht dat deze staatssecretaris zich van haar meest creatieve kant toont en zich niet laat weerhouden door wat er tussen droom en daad staat. Ik zou graag zien dat zij ingaat op deze mogelijkheden en ons vertelt hoe zij denkt dat wij over pakweg dertig jaar georganiseerd zijn.
Dit najaar moet er een akkoord gesloten worden waarin de Europese landen laten zien hoe ze aan de klimaatbeloftes gaan voldoen. We hebben nog heel even de tijd en ik wil de staatssecretaris een advies meegeven: laten we snel het verdrag van Parijs ratificeren, maar het daarbij niet laten. Straal die ambitie uit. Doe wat je kunt om het tij echt te keren en toon lef!
Ik kijk uit naar de antwoorden van de staatssecretaris en ga ervan uit dat zij met ons in gesprek zal gaan over de concrete gevolgen van de afspraken die we met het verdrag maakten. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u, mevrouw Meijer. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.
Het lastige is nu dat er rekening is gehouden met een schorsing van 16.15 uur tot 16.45 uur. Die schorsing moet juist dan plaatsvinden vanwege het feit dat er commissievergaderingen zijn waaraan verschillende Kamerleden moeten deelnemen. Mijn informatie is dat die nog moeten plaatsvinden. De vergadering van de commissie BDO begint om 16.15 uur en heeft een korte agenda. Er wordt hier gezegd dat wij om 16.30 uur kunnen beginnen.