Verslag van de vergadering van 12 december 2017 (2017/2018 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.48 uur
Mevrouw Sent i (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Graag dank ik beide bewindspersonen voor hun antwoorden op onze vragen. Ik heb wel even geworsteld met de verwijzing naar verstandige economen en de vraag of dat nou een oxymoron of een pleonasme is. Hoe dan ook, mocht het kabinet de hand wensen uit te steken naar de oppositie, dan hebben wij hopelijk voldoende duidelijk gemaakt wat de door ons gewenste inhoud van die hand is.
In het bijzonder hebben wij aandacht gevraagd voor een aantal onevenwichtigheden. Denk aan de betaalde belastingen per sector, de vermogensbelasting, de verhouding tussen huurders en huizenbezitters en de scheefgroei in de belastingheffing op werknemers ten opzichte van zelfstandigen. Graag markeer ik dat dit laatste onderwerp volgens de staatssecretaris de aandacht van het kabinet heeft. Graag vraag ik hem ons over deze voortgang te rapporteren. Ik verneem graag van hem op welke termijn we dit mogen verwachten. We kijken uit naar de fiscale beleidsagenda die wij in februari mogen verwachten, aldus de staatssecretaris.
De aanpak van belastingontwijking door het kabinet kan op onze warme steun rekenen. De toegezegde brief hierover zien we met belangstelling tegemoet.
Voorzitter. Dan kom ik bij het voorliggende pakket Belastingplan 2018. We hebben aandacht gevraagd voor de vergroeningsopgave. Graag blijven wij met het kabinet in gesprek over de relatieve bijdrage van burgers en bedrijven alsmede de relatieve bijdrage van de verschillende inkomensgroepen. Een vervolg op de toezegging over de voorstellen om daadwerkelijke rendementen te belasten in box 3 zien we met belangstelling tegemoet.
Zoals reeds in de eerste termijn aangegeven, kan de Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling niet op onze steun rekenen, aangezien het uitbreiden van de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting leidt tot een budgettaire derving van 30 miljoen.
Ook zijn wij geen voorstander van het voorliggende voorstel om de regeling-Hillen geleidelijk uit te faseren. Wij missen daarbij een visie op de woningmarkt. Ik hoorde de staatssecretaris in de eerste termijn aangeven dat hij geen visie heeft op de wenselijkheid van de uitkomst dat de koopkracht van woningeigenaren relatief harder toeneemt dan die van huurders. En wij missen flankerend beleid op het terrein van inkomens- en vermogensverdeling. Meer in het algemeen kunnen wij het wetgevingsproces niet als zorgvuldig beoordelen. Wij voelen ons daarin gesteund door Leo Stevens.
De heer Van Rij i (CDA):
Ik heb een heel korte vraag voor mevrouw Esther.
De voorzitter:
Ze heet Sent.
De heer Van Rij (CDA):
Mevrouw Sent. Sorry, het is een beetje laat. Mijn excuses, Mirjam Sent. U heeft aangekondigd dat u tegen het wetsontwerp over de houdstercoöperaties zal stemmen. Dat zal consequenties hebben in Brussel, want die regeling is in strijd met het EU-recht. Daarom moet het nu ingevoerd worden. Dat neemt u op de koop toe? Die financiële consequenties kunnen nog weleens hoog zijn.
Mevrouw Sent (PvdA):
Liever hadden wij indachtig de motie-Hoekstra een splitsing gehad van het wetsvoorstel, want het ene deel steunen we uiteraard wel, maar de budgettaire derving steunen we niet.
Voorzitter. Ten slotte lijkt het kabinet met de beperking toepassing heffingskortingen buitenlandse belastingplichtigen de aantrekkelijkheid van grensarbeid te verminderen. Als ik de staatssecretaris goed heb gehoord, but correct me if I’m wrong, dan heeft hij toegezegd om de verschillende opties en gevolgen duidelijk in kaart te brengen. Hij heeft ook toegezegd hierover een brief sturen in het tweede kwartaal van 2018. Wat ons betreft dient daarbij het uitgangspunt te zijn dat grensoverschrijdend werken niet wordt benadeeld. Voorts dient de informatievoorziening specifieke aandacht te schenken aan de laagopgeleide werknemers.
Voorzitter. Ik rond af. Wij hopen dat de uitgestoken hand van het kabinet de fiscale maatregelen bevat langs de lijnen die wij in eerste termijn hebben geschetst. Vanuit die hoop zullen wij met extra aandacht luisteren naar de resterende antwoorden van beide bewindspersonen en constructief kritisch uitkijken naar de fiscale ambities van het kabinet.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Sent. Ik geef het woord aan de heer Rinnooy Kan.