Verslag van de vergadering van 6 februari 2018 (2017/2018 nr. 18)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.36 uur
Mevrouw Bredenoord i (D66):
Voorzitter. We hebben vorige week in deze Kamer grondig gesproken over het initiatiefwetsvoorstel, waarin voorgesteld wordt het registratiesysteem voor orgaandonatie te wijzigen. Graag dank ik mevrouw Dijkstra en de minister en hun ondersteuning voor de uitgebreide beantwoording van onze vragen, onder andere door middel van een brief, gericht aan deze Kamer. Ook wil ik graag de collega-senatoren complimenteren voor de grondige behandeling van dit wetsvoorstel. Ik denk dat de beraadslagingen erg hebben bijgedragen aan de helderheid van het voorliggende voorstel.
De leden van de D66-fractie hebben in de vorige termijn al aangegeven dat wat hen betreft het voorgestelde Actief Donorregistratiesysteem een aanzienlijke verbetering is ten opzichte van de tekortkomingen van het huidige beslissysteem voor orgaandonatie. Gezien de indringende discussie in dit Huis, maar ook op publieke fora en in de media en gezien de vele persoonlijke mails, gericht aan senatoren, licht ik deze positie graag nog eens kernachtig toe.
Kern van het wetsvoorstel is dat het mensen aanmoedigt om te bepalen wat ze willen dat er met hun lichaam gebeurt na overlijden. Het is daarmee inclusief, en daarmee bedoel ik dat het nastreeft om alle mensen uit te nodigen een gesprek te voeren met hun naasten, en een keuze kenbaar te maken. We weten inmiddels uit de gedragswetenschappen dat mensen vaak de standaardbepaling volgen. De standaardbepaling voor orgaandonatie is nu dat als je niks doet, je geen donor bent, tenzij je familie na overlijden anders bepaalt. Deze huidige standaard moedigt mensen op geen enkele manier aan om over orgaandonatie na te denken en er met hun directe omgeving over te praten. Door deze standaardbepaling om te draaien, komt een ADR-systeem de grote groep mensen tegemoet die best donor willen zijn, maar er om wat voor een reden dan ook nog niet aan zijn toegekomen om zich te registeren. Daarmee is het ADR-systeem feitelijk meer in overeenstemming met de preferenties van mensen en stimuleert het zelfbeschikking. Bovenal biedt het perspectief aan de helaas nog altijd vele mensen op de wachtlijst voor een orgaan.
Omdat je niet van alle mensen zeker weet dat een geenbezwaarregistratie ook daadwerkelijk een bewuste afweging is geweest — de voorbeelden zijn vorige week genoemd — kunnen de leden van mijn fractie zich goed vinden in de rol die de initiatiefneemster toekent aan de nabestaanden rondom het aannemelijk maken dat de registratie niet in lijn met hun geliefde was.
In het wetsvoorstel staat dat de minister voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet zorgt voor adequate voorlichting. In Wales is voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet een achttien maanden durende campagne geweest met de nadruk op laaggeletterden. Tevens werd en wordt voorzien in regelmatige steekproeven door een onafhankelijk en erkend instituut, die laten zien dat 80% van de bevolking voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet goed op de hoogte bleek te zijn van de wetswijziging. Dit zou een manier kunnen zijn om ook in Nederland te peilen of verschillende bevolkingsgroepen voldoende op de hoogte zijn van het voorgestelde ADR. Zo niet, dan zouden de informatiecampagnes nog bijgestuurd kunnen worden zodat daadwerkelijk zo veel mogelijk mensen een bewuste keuze kunnen maken. Graag een reactie van de minister.
De leden van mijn fractie onderstrepen de suggestie die mevrouw Dijkstra doet in haar brief om ervaringen van nabestaanden mee te nemen in de ontwikkeling van een protocol of veldnorm ten aanzien van de rol van nabestaanden, en in de eerste evaluatie van de wet. Dit is in lijn met de toenemende aandacht voor patiëntenparticipatie.
Graag vragen we de initiatiefneemster en de minister om te reageren op de suggestie van de KNMG om de vergewisplicht nader in te vullen door een landelijk protocol, zodat er geen verschillen kunnen ontstaan tussen ziekenhuizen en zodat artsen weten wat er van ze verwacht wordt.
Het is aan de individuele leden van de D66-fractie om hun eigen afweging te maken ten aanzien van het voorliggende wetsvoorstel. De leden van mijn fractie beoordelen het voorgestelde ADR als in overeenstemming met de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ik zal het wetsvoorstel steunen, en ook de andere leden van de D66-fractie hebben aangegeven dat ze het wetsvoorstel zullen steunen. Ik zie uit naar de antwoorden van de minister en van mevrouw Dijkstra.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Bredenoord.
Ik geef het woord aan mevrouw Strik.