Verslag van de vergadering van 6 februari 2018 (2017/2018 nr. 18)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.12 uur
Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):
Voorzitter. Wetteloosheid, financieel wanbeheer, discriminatie, intimidatie, bedreigingen en beledigingen, het nastreven van persoonlijke macht, een cultuur van rechtsongelijkheid, willekeur en uitsluiting. Ziehier een greep uit de aanduidingen in het rapport van de commissie van wijzen en de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel inzake Sint-Eustatius dat wij vandaag bespreken. Het is een droevige staat van het openbaar bestuur. Daar komen bij: regeren zonder wettelijk gezag en het zich afwenden door het openbaar bestuur van de rechts- en staatsorde. Met deze laatste kwalificaties is mijn fractie van oordeel dat het wetsvoorstel, dat voorziet in een regime van grove taakverwaarlozing, alsmede de gevolgde spoedprocedure formeel en materieel gelegitimeerd zijn. Helaas, maar de ernst, de aard en de aanhoudendheid van de situatie laten geen andere conclusie toe. In het belang van de eilandbewoners is het nodig om de normale bestuurlijke inrichting opzij te stellen.
Voorzitter. Goed bestuur is niet alleen een kwestie van theoretische zuiverheid. De opsomming van de wantoestanden laat al zien hoe fnuikend dit is en kan zijn voor de bevolking en de samenleving. Zonder goed bestuur stagneert een samenleving en komt die in verval. Denk aan afvalverwerking, vervoer, veiligheid, jeugdproblemen en de gebouwde omgeving. Al heel snel zien wij een beeld van diep verval en van economische neergang, en dat bovendien in een kleinschalige eilandelijke samenleving van ongeveer 3.000 mensen, waaruit het voor eenieder moeilijk ontsnappen is. Dat onderstreept de ernst van de situatie nog eens.
Mijn fractie staat dan ook pal achter de benoeming van de regeringscommissaris en de waarnemend regeringscommissaris om in het bestuur te voorzien. Onze vraag is wel of die regeringscommissaris financieel, bestuurlijk en ook anderszins voldoende geëquipeerd is om zijn functie te vervullen en ook daadwerkelijk effectief te kunnen optreden. Het is immers van groot belang om zowel in termen van bestuurscultuur als in termen van materiële voortgang inderdaad een zichtbaar resultaat te bereiken. Kan de staatssecretaris misschien ook aangeven hoe hijzelf dat zichtbare resultaat ziet? Met andere woorden: waaraan meet hij het succes van de regeringscommissaris?
Mijn fractie staat ook sterk achter de instelling van een maatschappelijke adviesraad, die de regeringscommissaris adviseert. Daarmee wordt ook bevorderd dat de stem van de bevolking gehoord wordt en dat er van onderop een gedragen visie op de toekomst van het eiland gevormd kan worden.
Voorzitter. Het gaat om een tijdelijke voorziening. De titel van het voorstel geeft dit ook expliciet aan. Mijn fractie deelt de inschatting dat om tot een bestendig en duurzaam nieuw begin te komen en om de normale verhoudingen weer te bevorderen, gerekend moet worden met een periode van zeker twee jaar. Het voorzien in een overgangssituatie na die periode — of die nou twee jaar, iets korter of iets langer duurt — naar een normale situatie acht mijn fractie heel verstandig. Mijn vraag is: kan binnen het huidige wetsvoorstel worden voorzien in zo'n overgangssituatie? Ik noem bijvoorbeeld de instelling van een eilandraad naast de regeringscommissaris. Die optie is ook in de stukken genoemd. Welke andere opties voor een overgangsregime heeft de staatssecretaris in gedachte?
Voorzitter. Ik heb tot nu toe alleen aandacht besteed aan Sint-Eustatius, maar er is ook nog een andere kant, namelijk Nederland en de relatie met Nederland. De commissie van wijzen spreekt ook van ernstig verstoorde bestuurlijke verhoudingen, intern én in de relatie met Nederland. Aan die laatste zitten natuurlijk meerdere kanten, namelijk niet alleen de kant van Sint-Eustatius maar ook de kant van Nederland. Deze Kamer heeft in meerdere beleidsdebatten met name aan die laatste verhouding veel aandacht besteed. Zonder een goede, volwassen en vruchtbare verhouding tussen Nederland en Sint-Eustatius is een normalisering van de bestuurlijke verhoudingen binnen Sint-Eustatius waarschijnlijk een illusie, zeker als het gaat om een bestendige vruchtbare verhouding.
Ik noem daarbij enkele elementen. Sint-Eustatius heeft zelf niet gekozen voor de BES-constructie en het winnen van vertrouwen door Nederland is niet echt goed gelukt, terwijl dat wel cruciaal is. Ook het bieden van een goede startpositie voor het eiland na 10-10-10 qua fysieke infrastructuur — denk aan wegen — en ook sociale infrastructuur, bijvoorbeeld het armoedeprobleem, laat te wensen over, zoals deze Kamer meermaals heeft aangekaart. De lakse houding van de regering ten opzichte van de motie van de Eerste Kamer over de criteria voor een sociaal minimum is hierbij echt veelzeggend. Ook heeft deze Kamer gepleit voor een sterke coördinerende rol van Binnenlandse Zaken en voor een echt effectieve legislatieve terughoudendheid ten opzichte van de eilanden. Ik zou daar eigenlijk aan willen toevoegen: een legislatieve houding nieuwe stijl; niet af en toe een wet wel of niet van toepassing verklaren, maar ook meer denken vanuit de werkelijkheid van de eilanden zelf.
Ik noem ook nog de verbetering van de formeel-bestuurlijke positie van de Rijksvertegenwoordiger. Ook daarover ligt er een motie van deze Kamer. Ook de commissie van wijzen heeft gewezen op de positie van deze functionaris. Graag een korte reactie van de staatssecretaris op deze punten. Hoewel ik verwacht dat wij hier in een later stadium langer op terug zullen komen, zou ik toch even van de staatssecretaris willen horen hoe hij hiertegen aankijkt. Dit zijn natuurlijk ook zaken die voor Bonaire en Saba van belang zijn in hun relatie tot Nederland.
Voorzitter. Ik kom langzamerhand tot een afronding. Het is werkelijk te betreuren dat het zover is gekomen, maar gegeven de situatie zoals die is, is het goed en zelfs nodig dat er een wettelijke voorziening getroffen wordt. Wij waarderen de staatssecretaris voor de rol die hij hierin heeft genomen, vooral ten behoeve van de eilandbewoners en hun welzijn. Wij wensen ook graag de regeringscommissaris en de waarnemend regeringscommissaris alle succes toe. Wij hopen dat de regeringscommissaris samen met de maatschappelijke adviesraad het eiland naar een zekere bestuurlijke bloei kan leiden. Wij hopen ook op een zo spoedig mogelijk structureel, duurzaam herstel van de reguliere verhoudingen.
Tot slot. Ik heb in het algemeen gesproken over het functioneren van de verschillende bestuursorganen van Sint-Eustatius, maar daarmee wil ik niet alle personen die hierin een rol spelen, over één kam scheren. Wij hopen dat degenen op Sint-Eustatius met het bestuurlijke hart op de goede plaats, ook een vruchtbare rol kunnen spelen in de toekomstige verhoudingen.
Nu alvast kan ik toezeggen dat mijn fractie dit wetsontwerp van harte zal steunen. Dat neemt niet weg dat wij ook zeer uitzien naar de reactie van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Bijsterveld. Mevrouw Meijer, ik zie u naar het spreekgestoelte lopen, maar wij gaan nu schorsen voor de dinerpauze. Dat had ik gezegd. Na de dinerpauze mag u verder.