Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 11.38 uur
Mevrouw Strik i (GroenLinks):
Voorzitter. Vanuit deze Kamer volgen wij met veel belangstelling de debatten in de Tweede Kamer over de nasleep van de verschrikkelijke ramp met de MH17. Voor de nabestaanden is het een nimmer helende wond en ook wij, zoals mevrouw Vlietstra net aangaf, werden bijna exact vier jaar geleden getroffen door het verlies van onze collega Willem Witteveen. Voor iedereen die rouwt en meeleeft, maar ook in het belang van de internationale rechtsorde, is het ontdekken van de ware toedracht en het berechten van de schuldigen cruciaal. De omstandigheden kunnen helaas weerbarstiger niet zijn, met een plaats-delict in het buitenland, waar een conflict gaande is met een machtig buurland en waar geopolitieke consequenties op de loer liggen. Maar mijn fractie is blij dat het kabinet alles op alles zet.
Het verdrag dat we nu bespreken, is daarvoor een belangrijke stap. GroenLinks steunt het verdrag en de uitvoeringswet van harte. Ze dragen bij aan de slagkracht van de internationale samenwerking om de verdachten op te sporen en te berechten. Wel wil onze fractie graag weten of het verdrag met Oekraïne volstaat of dat we ook met andere landen pogingen ondernemen om de samenwerking van de grond te krijgen. We kunnen ons voorstellen dat dit in de huidige omstandigheden lastig is met Rusland, maar willen toch graag weten wat op dit moment de ambities en pogingen van de minister zijn. De minister heeft in de Tweede Kamer al aangegeven dat er concrete nieuwe feiten moeten liggen om daartoe over te gaan. Tegelijkertijd heeft de minister gezegd: we hebben al rechtshulpsamenwerking met Rusland, dus misschien kan hij dat toch nog eens nader uiteenzetten. We hebben natuurlijk de uitkomsten van het onderzoek van het Joint Investigation Team. Waar leidt dat feit nu toe in de samenwerking met Rusland?
Mijn fractie steunt de inzet van de regering om verdachten zo veel mogelijk in persoon te horen en te berechten. Nederland heeft zelfs een verklaring neergelegd bij het tweede aanvullende protocol van het Europees Verdrag inzake wederzijdse hulp in strafzaken dat het verdachten niet via een videoconferentie zal horen. Het kabinet heeft hier nu een uitzondering op gemaakt vanwege de bijzondere omstandigheden, waaronder voornamelijk het feit dat Oekraïne zijn eigen burgers niet zal uitleveren. Betekent dit dat verdachten van een andere nationaliteit wel fysiek in Nederland kunnen worden gehoord? In de reactie op het advies van de Raad van State vermeldt de regering zich erop te beraden of ze de afgelegde verklaring zal handhaven. De heer Knip verwees daar ook al naar. Ook wij willen graag wat meer inzicht, als dat kan, in de afweging van de minister of dat beraad inmiddels al een voorgenomen standpunt heeft opgeleverd. Wij zijn iets minder enthousiast dan de heer Knip, omdat wij toch vinden dat, ondanks vernieuwde technologie, het nog steeds veel wenselijker is om iemand in fysieke aanwezigheid te kunnen horen, zeker als het om verdachten gaat. Mijn fractie begrijpt de goedkeuringswet zo dat Oekraïense burgers wel in Nederland kunnen worden berecht, maar dat de procedure verloopt vanuit Oekraïne en ook de tenuitvoerlegging van de straf in handen is van Oekraïense autoriteiten. We delen de onvrede over deze gang van zaken, maar zijn wel blij dat Oekraïne hiertoe medewerking verleent. Toch heeft mijn fractie zorgen of Nederland kan instaan voor de procedurele waarborgen tijdens een dergelijke strafrechtelijke procedure. Het overleg met een advocaat en het horen door de rechter via een videoconferentie is al verre van ideaal. Maar hoe zit het met de andere strafvorderlijke regels? Zijn de processuele regels van Oekraïne van toepassing en, zo ja, waarin wijken die af van de Nederlandse? Wat kan de minister zeggen over de gevangenisomstandigheden van de verdachte in Oekraïne zowel in voorlopige hechtenis als bij de tenuitvoerlegging? Wordt Nederland niet medeverantwoordelijk voor mogelijke gebreken in de Oekraïense strafrechtpleging en tenuitvoerlegging? Graag een reactie. Kan de minister ook vertellen of en, zo ja, op welke wijze Nederland zal en kan toezien op de wijze van tenuitvoerlegging van de mogelijk op te leggen straffen?
Waar in het Nederlandse strafrecht de positie van slachtoffers de afgelopen jaren steeds is uitgebreid, lijkt de uitvoeringswet minder aandacht te hebben voor de positie van de nabestaande en die is ingewikkeld. De minister voorziet in deze uitvoeringswet immers niet in een aparte regeling voor de behandeling van hun vorderingen op de verdachte, ondanks herhaald verzoek van de Raad voor de rechtspraak. Mijn fractie vindt dat onbevredigend. Het zou ertoe kunnen leiden dat de nabestaanden hierdoor langer in procedures verwikkeld zijn en van de strafrechter naar de civiele rechter worden verwezen. Het belast de strafrechter die in deze ingewikkelde processen ook nog eens ingewikkelde vorderingen moeten beoordelen. Er zijn tal van rechtsvragen nu er tal van landen en nationale rechtsstelsels betrokken zijn. Dat roept tevens de vraag op of er niet ook moet worden voorzien in een verdrag om civielrechtelijke aansprakelijkheden vast te stellen. We willen natuurlijk niet dat nabestaanden na alles wat ze al hebben ondergaan alsnog in jarenlange juridische hakketakprocedures verzeild raken. De minister heeft in de Tweede Kamer toegezegd om in een aparte brief in te gaan op alle vorderingsmogelijkheden en op de vraag of er inderdaad een bijzondere regeling wordt getroffen. Wij roepen de minister van harte op om in te zetten op een zo gemakkelijk mogelijke regeling en vooral eigenlijk maximaal op afdoening van de vordering tijdens de lopende strafzaak. Graag ontvangen wij ook de brief die de minister aan de Tweede Kamer heeft toegezegd.
De vraag is natuurlijk ook aan de overkant opgeworpen of niet ook Oekraïne aansprakelijk gesteld moet worden voor het niet sluiten van het luchtruim. Dat is hier ook genoemd. Het is een heel ander verwijt dan het neerhalen van een vliegtuig, maar het is wel een van de factoren die hebben bijgedragen aan het kunnen ontstaan van deze ramp. Tijdens de beantwoording in de Tweede Kamer heeft de minister gezegd dat het strafrechtelijk onderzoek ook het onderzoek naar het niet sluiten van het luchtruim omvat. Klop dat? Kan dit inderdaad tevens leiden tot een mogelijke staatsaansprakelijkheid van Oekraïne? In mijn optiek gaat het dan niet meer om een strafrechtelijke procedure, maar zit je in een onrechtmatige daad. Ik zou daar graag wat meer duidelijkheid over willen van de minister. Hoe is dit opgenomen in het regime van de uitvoeringswet en de goedkeuringswet?
Tot slot. Het zal een lange en moeilijke weg worden die wij moeten bewandelen om uiteindelijk de schuldigen te kunnen berechten, maar we zijn erg blij met de bereidheid die de betrokken landen tot nu toe hebben laten zien. We zijn ook erg blij dat we nu in ieder geval deze wetten hebben voorliggen waar we straks over kunnen stemmen. We wensen de minister veel succes met het verdere verloop.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Strik. Ik geef het woord aan de heer Kuiper.