Verslag van de vergadering van 11 september 2018 (2017/2018 nr. 39)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.31 uur
De heer Don i (SP):
Voorzitter. Het was een boeiend debat; een klein technisch wetsvoorstel dat er toch weer even voor zorgt dat we wat dieper praten over ons gezondheidszorgsysteem met verschillende ins en outs. Arbeidsmarkt, problemen van inkomens van middengroepen en nog wat andere onderwerpen zijn de revue gepasseerd, waaronder het CPB, onze doorrekening van vorig jaar en het vermeende aantal banen dat we bij het opheffen van het eigen risico mogelijk kwijt zullen raken.
Maar goed, het gaat uiteindelijk om een technisch wetsvoorstel dat meerdere zaken probeert te regelen, waaronder het voorkomen van ongewenste en het stimuleren van gewenste zorgmijding. Nogmaals, het blijft daarmee een wat lastig te interpreteren wetsvoorstel, want beide elementen zitten erin. De vraag die ik daarbij blijf houden, is: hoe kun je er toch zicht op krijgen wat de effecten van die zorgmijding zijn? Want gewenst of ongewenst, uiteindelijk levert zorgmijding een effect op. Die vraag heb ik niet goed beantwoord gekregen.
Ik zat ook nog met een tweede vraag: hoe kun je nou differentiëren tussen gewenste en ongewenste zorgmijding? De eerste vraag is dus: wat is het effect van zorgmijding? En de tweede is: hoe kun je differentiëren tussen gewenste en ongewenste zorgmijding? Uiteindelijk beoogt dit wetsvoorstel dit wel te doen. Op die vraag heb ik ook geen goed antwoord gekregen. Maar goed, ik denk ook niet dat dat mogelijk is, als ik zie hoe dit wetsvoorstel geformuleerd is en past in het systeem.
Over de laatste vraag — hoe kun je differentiëren tussen gewenste en ongewenste zorgmijding — dien ik graag een motie in.
De voorzitter:
Door de leden Don, Baay-Timmerman, Ganzevoort, Nooren en Wezel wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering via het eigen risico stuurt op zorgmijding;
overwegende dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen gewenste en ongewenste zorgmijding;
verzoekt de regering in kaart te brengen welke instrumenten de mogelijkheid bieden om wel een onderscheid te maken tussen gewenste en ongewenste zorgmijding,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter F (34929).
De heer Don (SP):
Dit was het, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Nooren.