Verslag van de vergadering van 11 september 2018 (2017/2018 nr. 39)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.39 uur
De heer Flierman i (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Dat was dan toch weer sneller dan verwacht. Ik dank de minister voor zijn antwoorden. Ik had, mede namens de ChristenUnie, al aangegeven dat de CDA-fractie een positief oordeel over dit wetsontwerp heeft en dat is door het debat zeker niet veranderd.
Ik heb geprobeerd de minister te verleiden tot een aantal beschouwingen over de langere termijn. Na zijn reactie op mijn vragen en opmerkingen over de toeslagen had ik de moed eigenlijk min of meer verloren, maar het is toch gelukt. Mevrouw Nooren zei het ook al, maar ik zag passie en fascinatie bij de minister toen hij het over dit onderwerp had. Ik ben het met hem eens dat het betaalbaar en toegankelijk houden van goede, hoogwaardige zorg in dit land een hele ingewikkelde maar ook buitengewoon fascinerende opgave is. Wij hebben op dit moment een van de beste zorgstelsels in de wereld. De wereld komt ook kijken waarom het bij ons zo goed is. Ik zou zeggen: het is een mooie opdracht aan de minister en zijn medewerkers om dat zo te houden. Ik denk dat we ook de voorbeelden die hij genoemd heeft wel herkennen. Ik weet ook dat er op heel veel plekken aan het behoud van het stelsel wordt gewerkt. Hij klonk daar zelf een klein beetje verbaasd over, maar dat verklaart wel waarom de professionals aan tafel komen als het gaat over de akkoorden, want zij zijn, net zo goed als wij allemaal, ook trots op dat stelsel. Zij willen dat behouden, maar snappen ook wel dat er dan iets moet worden gedaan om de balans tussen betaalbaarheid en toegankelijkheid, met behoud van kwaliteit, te behouden.
Voorzitter. Ik wens de minister en zijn medewerkers heel veel sterkte en succes bij de verkenningen die hij voert in dat opzicht. Ik hoop dat we nog wat mogen horen van de onderzoeken die de SER en andere instanties in dat opzicht uitvoeren. Ik hoop dat wij op een ander moment, als hij nog meer kennis van het systeem heeft — hij gebruikte zelf de woorden: als hij nog verder heeft geleerd — nog een keer met hem van gedachten kunnen wisselen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot, de heer Bruijn.