Verslag van de vergadering van 11 september 2018 (2017/2018 nr. 39)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.51 uur
Mevrouw Wezel i (SP):
Dank u, voorzitter. Ik wil de minister bedanken voor de uitgebreide toelichting op de vragen. Ik heb nog twee aanvullende vragen aan de minister. De eerste is of de minister zou willen toezeggen te willen evalueren wat de effecten zijn van de opstapeling van terrorismewetten op de fundamentele grondrechten van de Nederlandse bevolking en de democratische rechtsstaat. Dit naar aanleiding van het advies van de Raad van State.
Het tweede dat ik aan de minister zou willen voorleggen, betreft de vraag over de toets die de rechter moet doen. De minister sprak net bij het verlengen van de voorlopige hechtenis, dus bij de inbewaringstelling en de gevangenhouding, over een "lichte opschaling". Natuurlijk zijn de rechters goed opgeleid en hebben ze een behoorlijke kwaliteit, maar de toets voor het redelijk vermoeden is vastgelegd. Het is dan niet echt aan de rechter om daar een vrije bepaling aan toe te voegen. Er is geen jurisprudentie over die specifieke bepaling. Is het nu aan de rechter om een vrije bepaling te maken van hoe hij of zij die lichte opschaling ziet? Het probleem is dat rechters handvatten nodig hebben om hun werk te kunnen uitvoeren, vandaar dat ze daarover verduidelijking vragen aan de ministers. Dat ze goed gekwalificeerd zijn, maakt nog niet dat zij handvatten hebben om hun werk goed te kunnen doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Strik.