Plenair Teunissen bij behandeling Minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld



Verslag van de vergadering van 9 oktober 2018 (2018/2019 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen i (PvdD):

Voorzitter. Vandaag heeft de rechter in hoger beroep in de zaak van de Nederlandse Staat tegen onze kinderen en kleinkinderen geoordeeld dat de Staat inderdaad veel meer werk moet maken van de uitstoot van broeikasgassen. Zo veel moeite als het kabinet de afgelopen jaren gestoken heeft in de afschaffing van de dividendbelasting, zo weinig moeite heeft het gedaan om de uitstoot van CO2 radicaal terug te schroeven.

Mijn fractie pleit in dit huis al sinds 2007 voor zo'n radicale vermindering, maar het kabinet leek die oproep nauwelijks over te nemen. Zelfs vandaag, na de glasheldere uitspraak van de rechter, heeft de Staat aangekondigd in cassatie te gaan tegen het vonnis. Een onvoorstelbaar slecht signaal aan de burgers. Met de historische, vernietigende uitspraak van de rechter van vanochtend, kan het kabinet niet anders dan direct werk maken van het radicaal terugdringen van die uitstoot. Maar het blijft niet bij dit signaal, want de VN gaf deze week in een alarmerend rapport aan: dames en heren van de politiek, dit is uw laatste kans. De VN roept regeringen op tot het onmiddellijk nemen van maatregelen in alle geledingen van de samenleving om een klimaatcatastrofe te voorkomen. Tekenend voor de eerdere reacties van het kabinet op dit soort alarmerende rapporten is dat vandaag ook de rechter in hoger beroep aangeeft dat die rapporten niet meer afgedaan kunnen worden als "ook maar een mening". Exact tussen het alarmerende "laatste kans"-rapport van de VN en de dag van de duurzaamheid in, debatteren wij vandaag over letterlijk gas terugnemen. Wordt het in lijn met de uitspraak in de Urgendazaak een historische mijlpaal of een ongekende blamage van het doorschuiven van de problemen naar komende generaties?

Voorzitter. Groningen beeft. Niet alleen letterlijk, Groningers voelen zich in de kou gezet door het kabinet, door het wankelmoedige beleid ten aanzien van het fundament van hun bestaan. De gaskraan dicht, dat is wat nodig is. Duidelijkheid in het belang van de veiligheid van de Groningers, dat is wat nodig is. En het klimaat redden, dat is wat nodig is. En in die context beziet mijn fractie het wetsvoorstel minimalisering gaswinning Groningen.

Het wetsvoorstel voorziet in een nieuwe juridische procedure om de gaswinning uit het Groningenveld te minimaliseren. Wij hebben gekeken naar de doelmatigheid en mijn fractie is er niet gerust op dat deze procedure daadwerkelijk leidt tot een snelle afname van de gaswinning. Dit komt vooral door het advies van de Raad van State over het afweging van het belang van veiligheid voor de inwoners, het belang van de veiligheid van leveringszekerheid, en het maatschappelijk belang van leveringszekerheid. Er zijn veel vragen over deze afweging gesteld, terecht, want het gaat om aspecten van geheel verschillende aard. Dat is dus onvermijdelijk lastig. Ook spreekt er onvoldoende erkenning uit, vindt mijn fractie, van de onveilige situatie waar veel Groningers zich nu in bevinden. De schade aan huizen en andere gebouwen en de onveilige en unheimische situaties die daaruit voortvloeien, kunnen niet voor rekening van de Groningers blijven.

Nog steeds voldoen duizenden huizen niet aan de veiligheidsnormen waar andere huizen in Nederland wel aan voldoen. Dit is onacceptabel. De Raad van State adviseerde daarom terecht om het veiligheidsbelang voorrang te geven boven het maatschappelijk belang van de leveringszekerheid. Waarom heeft de minister toch voor deze constructie gekozen? Waarom grijpt hij zijn bevoegdheid, die hij nu al heeft volgens de huidige Mijnbouwwet, niet aan om in het veiligheidsbelang van de Groningers echt voorop te zetten en parallel te werken aan alternatieven voor die eindgebruikers?

Voorzitter. In relatie tot de afhankelijkheid van een meervoudige afweging blijft het ongewis hoe de winning er meerjarig uit gaat zien. Het is van belang dat het afbouwplan wettelijk wordt verankerd, of dat het parlement in ieder geval wordt betrokken bij de afbouw, want met dit afwegingskader is in principe vrijwel elk besluit mogelijk. Als er geen afbouwscenario komt dat aan beide Kamers wordt voorgelegd, kunnen de plannen ondergeschikt worden aan de belangenafweging van de minister. Bovendien is de rechtszekerheid in het geding. Waarom heeft de minister er niet voor gekozen om de doelstellingen 2022 en 2030 te verankeren in de wet? Nu wil de minister feitelijk dat we een voorstel legitimeren waarin de NAM een winningsplicht krijgt voor een onbepaalde tijd. Dat geeft onnodige onrust, voorzitter. Kan de minister daarop reflecteren?

Voorzitter. Wat het begrip "veiligheid" in dit wetsvoorstel precies inhoudt, wordt nog diffuser als je kijkt naar de flankerende maatregelen om de gaswinning te minimaliseren. Klimaatverandering is de meest urgente dreiging van deze tijd. En dat bedreigt de veiligheid van ons allen. Onveiligheid alleen betrekken op de aardbevingsschade, is veel te smal.

Dat betekent dat we nu fundamenteel andere keuzes moeten maken. De beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld moet gepaard gaan met de overstap naar duurzame energie. Maar de minister stapt gewoon over van aardgas naar aardgas. Het geld dat we daarin steken, is weggegooid geld. Een half miljard wordt uitgetrokken voor een stikstoffabriek, waarmee aardgas uit het buitenland geschikt wordt gemaakt voor Nederlands gebruik. Een kwart miljard wordt besteed aan de 53 grootste verbruikers om hen te laten overschakelen naar buitenlands aardgas. CO2-kortingen vanuit het ETS-systeem worden gebruikt om huishoudens te verwarmen, regionale warmtenetten worden aangesloten op olieraffinaderijen en contracten worden afgesloten voor de komende 30 jaar, terwijl diezelfde bedrijven over 12 jaar omgeschakeld moeten zijn. Is de minister het met mij eens dat we hiermee willens en wetens onze eigen lock-in creëren en nooit of te nimmer de gaswinning omlaag krijgen, omdat we er nu eenmaal zo veel geld in gestoken hebben?

Voorzitter. Dit kabinet leidt ons van de regen in de drup. Ja, de omslag naar duurzame energie is ook kostbaar, maar tussenoplossingen financieren, waarvan we weten dat ze eigenlijk al verouderd zijn op het moment dat ze zijn aangelegd, is zonde van het geld en het verschuiven van het probleem. Dit zijn allemaal kortetermijnmaatregelen.

Voorzitter, ik hoor u denken, maar waar zit dan wél de oplossing? Nou, niet in een verschuiving, maar in een radicale systeemverandering. Het kabinet zou op z'n minst het alom besproken begin kunnen maken, door het de-vervuiler-betaaltprincipe op zo kort mogelijke termijn in te voeren. We hebben geen tijd te verliezen. Het aantrekkelijk maken voor grote bedrijven om over te stappen op duurzame bronnen en het opheffen van de ongelijkheid in de belastingsystematiek moeten nu vorm krijgen. De gasrekening wordt nu voor een onevenredig groot deel neergelegd bij consumenten en kleine bedrijven. Grote bedrijven ontspringen de dans en betalen tot wel 27 keer minder energiebelasting voor hun gasverbruik. Dit is onlangs onderzocht en bevestigd door Ties Joosten van Follow the Money en mede gebaseerd op het PwC-rapport van het ministerie van EZK zelf.

Voorbeeld. Het voltanken van een Fiat Panda kost €40 aan accijns, terwijl het voltanken van een Boeing 747 volledig onbelast is. Zo is ook niet uit te leggen dat het mkb €0,29 energiebelasting per kubieke meter gas betaalt, terwijl grootverbruikers niet meer dan €1,48 per kubieke meter gas hoeven te betalen. Uit een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zelf — ik noemde het net al even — blijkt dat kleine Nederlandse bedrijven in vergelijking met de ons omringende landen relatief veel voor hun gas betalen, terwijl de grootste verbruikers in Nederland veel minder belasting betalen.

Voorzitter. Het is niet verwonderlijk dat grootbedrijven niet staan te springen om over te stappen op duurzame bronnen. Het gelijktrekken van de belastingen en het grootbedrijf even veel laten betalen voor gas, zou op z'n minst eerlijk zijn en het zou een versnelling betekenen in echte duurzame investeringen. Dit sluit helemaal aan bij het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen om de winning van het Gronings gas sneller te beëindigen, onder meer door de aardgasbelasting voor grootverbruikers te verhogen. Daarom vraag ik de minister om de Kamer toe te zeggen te onderzoeken hoe de aardgasbelasting kan worden ingezet om grootverbruikers te stimuleren om versneld over te stappen op alternatieven voor aardgas. Ik hoor ook heel graag op welke termijn hij dit onderzoek kan doen en kan delen met beide Kamers. Ik overweeg een motie op dit punt. Heel graag een reactie.

Voorzitter. Ik rond af. Met de voorgestelde wetswijzigingen zijn er twee verliezers: de Groningers en het klimaat. De minister doet hiermee, naar ons oordeel, voorlopig onvoldoende recht aan de veiligheid van de Groningers. Grootverbruikers blijven de winnende partij. Hun korte termijn economische belangen zijn veiliggesteld en hun belangen worden verkocht als algemene veiligheid. Goedkope semantiek, zoals jagers die tegenwoordig "faunabeheerders" heten. In aanvulling op deze semantiek zet het kabinet niet in op de hoogst noodzakelijke snelle omschakeling naar duurzame bronnen.

Voorzitter. Als het aan de Partij voor de Dieren ligt, gaat deze wetswijziging vooralsnog niet door, maar ik ben zoals altijd erg benieuwd naar de beantwoording van de minister. Ik laat me graag overtuigen van het tegendeel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve.