Verslag van de vergadering van 13 november 2018 (2018/2019 nr. 7)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 15.15 uur
De heer Köhler i (SP):
Voorzitter. Allereerst ook namens mijn fractie dank aan de initiatiefnemer, die het ons mogelijk maakt vandaag de deconstitutionalisering van de burgemeester en de benoeming van de commissaris van de Koning te kunnen behandelen.
Voorzitter. De SP-fractie stelt vast dat de burgemeester in Nederland nog steeds niet op een democratische wijze wordt gekozen. Weliswaar wordt de burgemeester door de regering benoemd op basis van een enkelvoudige aanbeveling van de gemeenteraad en in de praktijk dus gekozen door de gemeenteraad, maar de wijze waarop deze aanbeveling tot stand komt is zeker geen democratisch proces. De kandidaten zijn geheim, er worden er maar twee door de vertrouwenscommissie aan de raad voorgelegd, en die kiest na een besloten debat. Vervolgens mogen de gemeenteraadsleden niet naar buiten brengen op welke kandidaat ze hebben gestemd. Daardoor kunnen zij zich ook niet verantwoorden naar de kiezers. De inwoners van de gemeente worden dus gedurende het proces onwetend gehouden en uiteindelijk geconfronteerd met een voldongen feit, een al gedane keuze, waarover de raad zich niet eens mag verantwoorden. Dat is een heel ander proces dan de SP wenst. Wij zijn voor een openbare kandidaatstelling, een openbaar debat en een keuze waarover de gemeenteraadsleden zich juist wél verantwoorden naar de kiezers.
Voorzitter. Naar de mening van vele juristen en op hun advies ook van de regering verdraagt zo'n democratische verkiezing, zelfs als die bekrachtigd zou moeten worden door de regering, anders dan de huidige benoemingsprocedure, zich niet met artikel 131 van de Grondwet, waarin staat dat de benoeming van de burgemeester en de commissaris van de Koning bij koninklijk besluit plaatsvindt, dat wil zeggen: door de regering. Om een democratische wijze van verkiezing van de burgemeester mogelijk te maken moet dit artikel dus uit de Grondwet worden gehaald. In het initiatiefvoorstel-Jetten, dat in 2015 in eerste lezing door het toenmalig Kamerlid Schouw hier verdedigd werd en toen de steun van de SP-fractie kreeg, wordt het artikel vervangen door een tekst waarin staat dat de wijze van aanstelling van de burgemeester en die van de commissaris van de Koning bij gewone wet wordt geregeld. Na deze grondwetswijziging kan het parlement dan in een gewone wet bepalen of de huidige benoemingswijze vervangen wordt door een of andere democratische wijze van verkiezing. Mijn fractie steunt hierom het initiatiefvoorstel.
Voorzitter. Voor ons is het daarbij van groot belang dat artikel 125, lid 1 van de Grondwet, waarin staat dat de hoogste macht in de gemeente de gemeenteraad is en in de provincie de Provinciale State, niet wordt aangepast. Dat betekent voor mijn fractie dat een eventuele verkiezing van de burgemeester, in welke vorm dan ook, niet ten koste kan gaan van de positie van de gemeenteraad. Mijn fractie sluit een zogenaamd presidentieel systeem uit, waarin een direct gekozen burgemeester taken en bevoegdheden van de gemeenteraad overneemt. Ik vraag zowel de initiatiefnemer als de minister of zij dit met ons eens zijn.
Voorzitter. In de discussie over het initiatiefvoorstel tot nu toe, ook bij eerste lezing in deze Kamer, is door sommige sprekers betoogd dat de positie van de burgemeester zo bijzonder is dat de wijze van aanstelling in de Grondwet geregeld zou moeten blijven. Mijn fractie vindt de argumenten voor deze stellingname niet sterk. Dit staat haaks op artikel 132 van de Grondwet, dat luidt: "De wet regelt de inrichting van provincies en gemeenten, alsmede de samenstelling en bevoegdheid van hun besturen". Daarbij is van belang om te constateren dat de burgemeester sinds 1962 — ik ga dus niet terug naar 1848 — geen zogenaamd rijksorgaan meer is. Artikel 125, lid 2 van de Grondwet noemt de burgemeester ook slechts als gemeentelijk orgaan. Bovendien wordt de aanstelling van de burgemeester in de Grondwet geregeld, maar worden de taken van de burgemeester alleen in een gewone wet vastgesteld. Dat geldt ook de zogenaamde onafhankelijke positie van de burgemeester. Die wordt dus niet door een kroonbenoeming geborgd. Dat zijn allemaal argumenten om de wijze van aanstelling van de burgemeester niet in de Grondwet te regelen.
Voorzitter. Tot slot heb ik nog een aantal vragen aan de minister. De regering steunt het initiatiefvoorstel. Is de regering ook van plan om, als dit voorstel ook in deze Kamer een tweederdemeerderheid haalt, met een wetsvoorstel te komen om tot een gekozen burgemeester te komen? Zal aan zo'n voorstel eerst een publiek debat voorafgaan?
Voorzitter. De SP-fractie vindt het van groot belang dat over een voorstel tot verkiezing van de burgemeester een breed debat plaatsvindt, met van onze kant als inzet de vraag hoe we de lokale democratie het beste kunnen versterken.
Voorzitter, tot zover onze inbreng in eerste termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Köhler. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve.