Verslag van de vergadering van 20 november 2018 (2018/2019 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.59 uur
De heer Wever i (VVD):
Voorzitter. Dank voor deze uitdaging. Ik ga mijn collega's niet zo lang vervelen.
Dank aan de minister en de staatssecretaris voor hun duidelijke beantwoording en de energie die zij daarin hebben gestoken. Ik ben zeer tevreden met de antwoorden van de minister over het bewaren van het evenwicht tussen investeren, lastenverlaging en een solide financieel beleid. Ik heb nog wel een paar vragen gesteld over de investeringen. Het CPB noemt digitalisering, klimaat en milieu als speerpunten. Ik heb gevraagd of dat ook de speerpunten zijn die de minister laat terugkomen en of hij kan aantonen hoe wij dat in de bedragen kunnen zien. Ik heb ook nog gevraagd of de minister bij die investeringen vermindering van regeldruk, multidisciplinariteit en cofinanciering ook als middelen gebruikt. Ik ben daar wel nieuwsgierig naar.
Ik ben ook blij met de antwoorden over waarom wij zo investeren in het vestigingsklimaat en waarom het zo belangrijk is dat wij aan de Vpb werken. Uiteindelijk gaat het over het goed neerzetten van ons bedrijfsleven, het aantrekkelijk houden van ons vestigingsklimaat en vooral het creëren van werk. Investeringsruimte en werk. Uiteindelijk zijn dat cruciale waarden in ons leven. Het is wel van belang dat wij hier in de Kamer de bedrijven blijven waarderen. Ik vind het ongelooflijk dat ik af en toe toontjes hoor over de douceurtjes die wij geven aan grote ondernemers als die een keer langskomen bij de kabinetsleden. Wat betekent dat voor de PO-Raad, Greenpeace en de ggz die bij de ministers langskomen? Krijgen die ook allemaal douceurtjes als we wat doen in de Miljoenennota? Volgens mij is dat niet zo.
Ik begreep het antwoord van de minister over het klimaat. Ik snap dat wij moeten wachten, maar om de alom gewaardeerde minister Wiebes te vergelijken met een broedende kip gaat mij iets te ver. Ik zou dat in de Handelingen graag vervangen door een peinzende panda. Ik ben benieuwd wanneer de antwoorden komen.
Met plaatjes over de koopkracht krijg je altijd mooie discussies, want het ene verschil is nog groter dan het andere. We hebben altijd wel een uitzondering. Ik begin een beetje pukkeltjes te krijgen als wij eenverdieners die veel verdienen gaan vergelijken met tweeverdieners waar twee mensen weinig verdienen. Zo kun je altijd wel een vergelijking trekken waardoor het allemaal heel ingewikkeld wordt. Ik heb daar niet zo'n behoefte aan.
Evenmin heeft de VVD-fractie behoefte aan werkverschaffing voor het kabinet om een uitgebreid epistel over lessen uit de crisis te gaan opstellen. We hebben net van collega's gehoord dat er een prachtig boek over is verschenen. Ik zou zeggen: kabinet, geef ons het ISBN-nummer. Dan lezen wij daar wel in wat de lessen uit de crisis zijn.
Er is wel een vraag blijven liggen die ik graag beantwoord wil zien. Dat is de vraag over de zorg. Die vraag hebben wij vorig jaar ook gesteld en daarover is een toezegging gedaan. Kan de minister aangeven hoe ver hij is met de gedachte over een ex-antekoppeling van de zorguitgaven, gerelateerd aan het bbp? Daar ben ik heel nieuwsgierig naar. Is daar al met het CPB over gesproken?
De heer Rinnooy Kan i (D66):
Ik wil niet onweersproken laten, omdat de spreker van de VVD ons verwijst naar het werk van de heer Teulings om beter te begrijpen wat de Nederlandse overheid van de crisis moet leren, dat ik dat in ieder geval een vrij magere afspiegeling vind van wat ze zouden willen leren.
De heer Wever (VVD):
Dat kan zo zijn, maar er ligt een boek, er liggen opgaven. Volgens mij zijn wij met zijn allen zeer goed in staat om die lessen uit de crisis te trekken. We hebben vandaag ook veel gewisseld waarvan we kunnen zeggen: daar zou je rekening mee kunnen houden.
De heer Postema i (PvdA):
Ter aanvulling. Het is niet zo dat er één boek ligt, er zijn boekenplanken vol geschreven over de crisis. Dat is maar goed ook. Het punt is nu juist wat de lessen zijn voor dit kabinet in dit land. Waar zien wij in het kabinetsbeleid terug dat we hier iets van geleerd hebben? Dat was de specifieke vraag.
De heer Wever (VVD):
Ik snapte de vraag. Ik geef aan dat wat mij betreft deze vraag niet nodig is omdat wij dat zelf met elkaar heel goed kunnen oppakken.
Ik ben ten slotte blij met de toezegging van de minister dat ik informatie vanuit het ministerie van EZ over de vermindering van de regeldruk kan krijgen.
De voorzitter:
Dank, mijnheer Wever.
Ik geef het woord aan de heer Van Apeldoorn. U heeft vier minuten.