Verslag van de vergadering van 27 november 2018 (2018/2019 nr. 9)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.31 uur
Mevrouw Prast i (D66):
Voorzitter. Ik dank de minister voor de zeer gestructureerde beantwoording van de vragen die ik mede namens de andere fracties heb gesteld.
Ik ga het rijtje af. Het eerste argument om geen ex-antefinanciering in te voeren, is dat de sector dat niet wil. Ja, het is logisch dat de sector dat niet wil. Het was indertijd overigens een van de redenen om het depositogarantiestelsel niet ex ante te maken, ondanks adviezen daartoe. In mijn ogen is dat niet het goede argument. Allen meebetalen? Je zou juist willen dat allen meebetalen en dat niet uiteindelijk degene die is omgevallen, misschien omdat die het meeste risico nam, dat doet. Allen meebetalen, ook degenen die van zichzelf zeggen dat ze echt niet omvallen? Nou ja, dat is nu eenmaal het idee bij een garantie. Mensen van wie het huis niet afbrandt, hebben ook meebetaald aan een verzekering.
Dan de driemaandentermijn van de curatrix, zoals de minister dat heel vriendelijk zei. Drie maanden is volgens mij heel erg kort om een heel exacte schatting te maken. Daarom is ook gekozen voor een tussenschatting. De minister zegt eigenlijk dat we niet weten of de curator aan de lage of aan de hoge kant gaat zitten. Hoe dan ook, er zitten aan beide kanten nadelen, maar daar kunnen wij niets aan doen.
Ik dank de minister voor het antwoord op de vraag of het bedrag dat de uitkeringsgenieter de eerste drie maanden te veel heeft gekregen over de tijd wordt uitgesmeerd. Dat gebeurt inderdaad. Dat is heel mooi. Ik zit dan wel te denken: als er een x bedrag moet worden teruggevorderd van mensen van 99 of van 70 jaar, dan heb je maar heel weinig tijd om dat uit te smeren qua verwachting. Betalen die mensen dan minder, of moeten ze een hoger bedrag betalen, afhankelijk van de levensverwachting? Ik zie de minister denken: daar heb ik niet over nagedacht.
Dan de overgang naar het pensioen. Ik blijf me daar zorgen over maken, maar ik snap dat dit heel moeilijk te garanderen zou zijn. Een verzekeraar kan niet, zoals een bank, tegen de vlakte door een bankrun. Dat is op zichzelf waar, zij het dat we weten dat een verzekeraar wel kan worden getroffen door wat men een "fast walk" noemt. Stel je voor dat een verzekeraar failliet gaat en dat ik kapitaal elders, bij een andere verzekeraar, heb opgebouwd. Ik zie nu dat degenen die de pech hebben dat zij hun kapitaal hebben opgebouwd bij verzekeraar x, de omgevallen verzekeraar, niet de garantie hebben dat ze het bedrag terugkrijgen dat ze hebben opgebouwd. Ik kan me voorstellen dat ik dan een rekensom maak en denk: dan koop ik mijn polis maar af. Dan neem ik de kosten die daarvoor staan voor mijn rekening.
Maar er is nog een ander, een principiëler argument. Als er geruchten zouden zijn over een gezonde bank die omvalt, omdat mensen bang zijn en daarom gaan rennen, dan is dat uiteraard zeer ongewenst. Dat zou bij een verzekeraar niet kunnen gebeuren. Maar als er nu eens berichten zijn dat een verzekeraar in een hele slechte toestand verkeert, dan zitten de pensioenspaarders, degenen die pensioen ontvangen en degenen die kapitaal hebben bij de verzekeraar, gevangen. Die zitten klem en kunnen niets doen. Dat kun je framen als een voordeel, maar je kunt het ook framen als een nadeel. Er is zeker geen marktdiscipline.
Ook bij banken is er geen 100% garantie. Nu zijn er natuurlijk wel meerdere verschillen tussen banken en verzekeraars, maar ik kijk even vanuit het perspectief van de polishouder, van de klant. Mensen met meer dan €100.000 weten dit en kunnen hun geld spreiden over meerdere banken. Zij zijn dan overal verzekerd. Maar we kunnen toch niet van werknemers en zzp'ers verwachten dat ze hun pensioenbesparingen over verschillende verzekeraars spreiden? In die zin hebben de polishouders bij verzekeraars minder macht of minder mogelijkheden om zelf te disciplineren en hun garantie te vergroten.
Dat is een reactie op de antwoorden van de minister. Ik kan de minister verzekeren dat wij verbeteringen zien in het huidige wetsvoorstel. Dat is hopelijk een geruststelling. Met de goudgerande toezegging ben ik wel tevreden op dit moment. Ik hoop dat ik dat mag zeggen namens de andere fracties. Dit betekent dat wij, als EIOPA is afgesloten, de informatie krijgen waarom ik in mijn eerste termijn heb gevraagd. Ik ben benieuwd of dat snel zal zijn.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Prast.
Ik vraag aan de minister of hij in de gelegenheid is om direct te antwoorden. Dat is het geval.