Plenair Don bij behandeling Verbeteren toezicht, opsporing, naleving en handhaving in de zorg



Verslag van de vergadering van 17 december 2018 (2018/2019 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.36 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Don i (SP):

Voorzitter. Vandaag spreken we in de eerste termijn over de wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving. Ik zal vandaag mede spreken namens de Partij voor de Dieren.

Voorzitter. Dit is een hele mond vol voor een aantal wettelijke aanpassingen om fraude met zorggeld te bestrijden. We hebben een gecompliceerd zorgstelsel gebouwd, waar de drie kernpartijen, te weten de verzekerden, de zorgaanbieders en de zorgverzekeraar, zich op verschillende wijzen tot elkaar verhouden. Zo hebben deze partijen, naast een behandel- en financiële relatie, ook een taak in het voorkomen en bestrijden van fraude. Hoe ingewikkeld deze onderlinge verhoudingen tussen de partijen kunnen zijn, heeft minister Bruins recentelijk moeten ervaren bij het faillissement van het Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen. Het binnen 24 uur moeten verplaatsen van nauwelijks geïnformeerde zieke patiënten door het faillissement van deze ziekenhuizen getuigde niet echt van een intensive care. De politieke verontwaardiging was groot, waardoor de minister vol in de wind stond. Maar de minister was niet diegene die de financiële stekker uit deze ziekenhuizen heeft getrokken. De politieke verantwoordelijkheid lag wel bij de minister. Wat is nu zijn rol als stelselverantwoordelijke, kijkend naar deze faillissementen maar ook naar het onderwerp van vandaag, bij de fraudebestrijding in de zorg? Graag een reactie van de minister hierop.

Ons zorgstelsel is gebouwd om zorg en behandeling van patiënten mogelijk te maken en heeft daarmee een belangrijke financiële grondslag. We hebben daarvoor een zorgstelsel opgebouwd waarbij publieke zorgpremies in handen komen van particuliere zorgverzekeraars die verzekerden verplicht verzekeren voor de kosten van behandeling bij ziekte. Zorgverzekeringsgeld wordt uitgekeerd om de behandeling van patiënten te financieren. Met deze geldstromen komt ook de controle binnen. Rechtmatigheid is in dit verband een belangrijk begrip; een juridische term die aangeeft dat een handelswijze in overeenstemming is met de geldende regels en besluiten. Zorggeld moet besteed worden waarvoor het bedoeld is. De SP en de Partij voor de Dieren verzetten zich krachtig tegen het onjuist gebruiken van zorggeld. Fraude benadeelt de verzekerden en het ondermijnt de solidariteit. Fraude moet opgespoord en bestreden worden.

De omvang van de zorgfraude is echter moeilijk in te schatten, zo schrijft de minister in de memorie van antwoord van 31 oktober jongstleden. Het totaal door fraude onterecht gedeclareerde bedrag dat in 2017 met fraudeonderzoek door de zorgverzekeraars is vastgesteld, is 27 miljoen. Daarnaast registeren het Informatie Knooppunt Zorgfraude, maar ook het OM, de Belastingdienst en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid zorgfraude. Echter, een overzichtelijk beeld is er niet.

We hebben een zeer ingewikkeld declaratiesysteem opgebouwd met een stevige administratieve last voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Jaarlijks worden door de zorgverzekeraars ongeveer een miljard — een groot aantal; ik heb het niet gecheckt, ik heb het ergens gelezen — declaratieregels gecontroleerd. Die declaraties, gebaseerd op de dbc's, moeten wel door zorgaanbieders worden ingevuld. Hoe fijnmaziger een systeem is, hoe meer werk het oplevert, hoe groter de kans op fouten en hoe uitgebreider de controle. Is ons declaratiesysteem niet gewoon te ingewikkeld? De mogelijkheid voor het maken van fouten en het begaan van fraude zitten in het systeem ingebakken. Ik moet hier toch ongemerkt denken aan het fenomeen van upcoderen.

Het voorliggende wetsontwerp voorziet in een wettelijke basis voor een materiële controle bij de restitutieverzekering zonder betalingsovereenkomst tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder, maar ook om meer en dieper informatie uit te wisselen tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Op dit moment worden er door de zorgverzekeraars al de nodige materiële controles uitgevoerd om zorgfraude te bestrijden. Zorgverzekeraars maken in het kader van de huidige wetgeving nu al gebruik van een stappenplan fraude Regeling zorgverzekering. In de voorgestelde wettelijke aanpassingen van artikel 87 van de Zorgverzekeringswet wordt de medisch adviseur expliciet beschreven. Zo ook worden in deze voorgestelde aanpassingen de materiële en detailcontrole gedetailleerder beschreven. Moet ik, zo vraag ik de minister, dit zo lezen dat in dit verband de huidige uitwisseling van persoonsgegevens onvoldoende wettelijke grondslag kent? Is de huidige positie van de medisch adviseur en zijn of haar rol in het kader van een stapsgewijs fraudeonderzoek nu voldoende wettelijk verankerd? Waarom anders deze voorgestelde wettelijke uitbreidingen? Graag een antwoord van de minister hierop.

Voorzitter. In de voorgestelde aanpassing van de Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 1, lid 4 onderdeel w, wordt onder detailcontrole geschreven over onderzoek door de verzekeraar bij de zorgaanbieder en over gegevens, waaronder de medische en strafrechtelijke persoonsgegevens van de verzekerde. Klopt het dat een behandelaar dan op verzoek van de zorgverzekeraar in het kader van fraudebestrijding naast de diagnose ook moet melden wanneer zijn patiënt een strafrechtelijke voorgeschiedenis heeft? Hoe moet ik dit duiden? Ik verzoek de minister, als hij besluit tot aanpassing van dit wetsontwerp, dit inhoudelijk te verduidelijken.

Het medisch beroepsgeheim is eeuwenoud. Al plusminus 400 jaar voor Christus erkende Hippocrates het belang van het medisch beroepsgeheim en nog altijd staat het centraal in de artseneed en gedragscodes van de professional in de zorg: "Al hetgeen mij ter kennis komt in de uitoefening van mijn beroep of in het dagelijks verkeer met mensen en dat niet behoort te worden rondverteld, zal ik geheimhouden en niemand openbaren. Moge ik, als ik deze eed getrouwelijk houd, vreugde vinden in mijn leven en in de uitoefening van mijn kunst, maar moge het tegenovergestelde het geval zijn indien ik hem schend." Als ik dit gedeelte van deze eed zo voorlees, voel ik de waarde die deze in zich heeft. Deze waarde is terug te vinden in de artseneed, het wettelijk vastgelegde medisch beroepsgeheim en het daarbij behorende verschoningsrecht.

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

De SP heeft weinig vertrouwen in het medisch beroepsgeheim. Denkt u of weet u zeker dat gegevens van de patiënt doorgegeven worden aan de verzekeraar en dat daar verkeerde dingen mee gebeuren? Een medisch adviseur heeft zich wel degelijk te houden aan dat medisch beroepsgeheim, mede omdat hij onderworpen is aan het medisch tuchtrecht. Hij kan daar achteraf dus altijd op worden aangepakt. Heeft u dat vertrouwen niet in de medisch adviseur van de verzekeraar?

De heer Don (SP):

U heeft mij zojuist horen betogen dat wij tot een wettelijke aanpassing komen die het medisch beroepsgeheim van die medisch adviseur schijnbaar nog beter moet gaan verankeren. De opmerking die ik maakte, was: waarom deze wettelijke aanpassingen als wij die medisch adviseur nu al optimale ruimte geven? Ik heb dus geen uitspraak gedaan over het niet vertrouwen van het medisch beroepsgeheim van de medisch adviseur. Ik heb gevraagd waarom er noodzakelijkheid is om deze wetgeving hier te introduceren, want de medisch adviseur mag nu al met zijn materiële controle kijken. Waarom passen wij de wet dan aan en waarom verdiepen wij als het ware de uitgangspunten van die materiële controle?

Ik ga verder, voorzitter. Als ik dit gedeelte van deze eed zo voorlees, voel ik de waarde die deze in zich heeft. Deze waarde is terug te vinden in de artseneed, het wettelijk vastgelegde medisch beroepsgeheim en het daarbij behorende verschoningsrecht; dit stuk had ik al gehad. De patiënt moet erop kunnen vertrouwen dat zijn gegevens in veilige handen zijn. Het vertrouwen van de patiënt ten opzichte van de behandelaar is de basis van elke behandeling. Voor de fracties van de SP en de fractie van de Partij voor de Dieren is het medisch beroepsgeheim, zoals ik het symbolisch mag zeggen, heilig. Het voorliggende wetsvoorstel zet de materiële controle in het kader van de rechtmatigheid door een zorgverzekering hier recht tegenover. Dat zijn twee belangen tegenover elkaar, wel met een bruggetje ertussen, waarvan geen gebruik wordt gemaakt. Het voorliggende wetsvoorstel voorziet niet in een actieve betrokkenheid van de patiënt om zijn medische gegevens in het kader van fraudeonderzoek te delen. Hiermee wordt dit wetsontwerp een vorm van paternalistische wetgeving die de patiënt rond dit belangrijke onderwerp op afstand houdt. Betrek de patiënt erbij, minister, vraag zijn toestemming voor het gebruik van zijn gegevens of informeer de patiënt op z'n minst vooraf, want deze heeft ook belang bij fraudevrije zorg. Daarbij worden jaarlijks ongeveer 2.500 dossiers door verzekeringsartsen gecontroleerd. Dat is geen groot aantal; zo veel werk moet het dus niet zijn. Zou de minister niet geïnteresseerd zijn in een experiment waarbij verzekerden in het kader van fraudebestrijding een actieve rol krijgen? Graag een antwoord van de minister in dezen.

Hoe serieus gaan de tien zorgverzekeraars op dit moment om met fraudebestrijding? Dat is tenslotte een belangrijke taak. Ik kan mij herinneren dat een jaar of twee geleden een aantal zorgverzekeraars een kosten-batenanalysestrategie bewandelden ten aanzien van fraudebestrijding. De baten van de fraudebestrijding bleven achter bij de te maken kosten. Je zou toch mogen verwachten dat de zorgverzekeraars, als doorgeefluik van publiek geld, er op het punt van fraudebestrijding strak in zouden zitten. We zijn benieuwd hoe de zorgverzekeraars hun rol nu vervullen. Hoe coördineren deze tien zorgverzekeraars hun onderlinge aanpak van zorgfraude? Hoe beoordeelt de minister de inspanningen van de zorgverzekeraars in dezen? Is het optimale bereikt?

Bij het opsporen van zorgfraude spelen zorgverzekeraars een belangrijke handhavende rol. Dat zorgverzekeraars fraude signaleren en melden, is logisch, maar verzekeren en fraudebestrijding zijn wat de SP en de Partij voor de Dieren betreft geen activiteiten die in elkaars verlengde liggen. Het aanpakken van fraudeurs hoort wat ons betreft dus bij een andere instantie thuis, een instantie met als hoofdtaak het opsporen van fraude, die geen financieel marktbelang heeft bij medische gegevens van verzekerden, zoals verzekeraars, en die nauw samenwerkt met het Openbaar Ministerie, dat belast is met het strafrechtelijk vervolgen van fraudeurs. Wellicht zou het passender zijn om een fraudebrigade te koppelen aan onze marktmeester, de NZa, die door dit wetsvoorstel in een stevigere positie is gebracht om fraudeurs bestuursrechtelijk aan te spreken. Graag vraag ik de minister om zijn mening hierover, met daarbij ook de vraag of hij bereid is de mogelijkheid van zo'n fraudebrigade gekoppeld aan bijvoorbeeld de NZa te onderzoeken.

Twee jaar geleden heb ik voor dit onderwerp mijn zorgverzekeraar, DSW, bezocht. Dat was een interessant bezoek, zeker om te zien dat daar waar DSW bij fraudeconstateringen overging tot aangiftes, deze nauwelijks door de politie in behandeling werden genomen. Zichtbaar was ook de hierdoor ontstane frustratie bij de DSW-medewerkers. Een zorgverzekeraar pakt zijn opgelegde frauderol serieus op, maar loopt stuk op een verstopte justitieketen. We zijn nu twee jaar verder en gezien de recente berichtgeving over het afstoten van niet in behandeling genomen aangiftes bij de nationale politie verwacht ik niet dat de situatie bij de politie op dit punt is verbeterd. Het vanuit overheidswege nauwelijks strafrechtelijk optreden tegen zorgfraudeurs vergroot niet echt het solidariteitsgevoel. Graag de mening van de minister in dezen.

Voorzitter. Ik kom tot een afronding. We willen steeds meer weten, maar doen we met hetgeen we nu al hebben en weten het optimale om de zorgfraude te bestrijden? Ons zorgsysteem zit moeilijk in elkaar en nodigt uit tot het maken van fouten. Het voorliggende wetsvoorstel wil de huidige spelregels van de materiële controle richting de restitutiepolis verbreden en verdiepen door nog beter te kunnen kijken in de medische dossiers van de patiënt, ten koste van zijn of haar privacy. De echte omvang van de zorgfraude blijft onduidelijk en de fracties van de SP en de Partij voor de Dieren hebben nog wel de vraag of binnen de bestaande mogelijkheden het optimale wordt gedaan om de fraude aan te pakken. Werken de zorgverzekeraars wel voldoende samen om zorgfraude te bestrijden? Kortom, de fracties van de SP en de PvdD zijn kritisch. Het doet ons deugd om te merken dat de minister dit ook is. Graag horen wij van de minister de redenen waarom hij overweegt om het huidige wetsvoorstel aan te passen. Natuurlijk blijven wij als altijd geïnteresseerd in de beantwoording van onze vragen door de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Don. Ik geef het woord aan de heer Bruijn.