Verslag van de vergadering van 18 december 2018 (2018/2019 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 12.17 uur
De heer Diederik van Dijk i (SGP):
Voorzitter. Ik heb een overzichtelijke bijdrage. Ik wil me graag focussen op het traject, het bestuurlijke en politieke proces, rond het pact van Marrakesh. Het pact van Marrakesh is een zompig verdrag. Je loopt er zomaar in vast en je kunt er moeilijk mee uit de voeten voor een evenwichtig en rechtvaardig migratiebeleid. Heel kort: de schaduwzijden van migratie worden onvoldoende belicht, het pact is overmatig gericht op het onderstrepen van de rechten van migranten, en de inzet om ervoor te zorgen dat staten de verplichting nakomen om hun onderdanen daadwerkelijk terug te nemen, is te mager. Ik verwijs voor het overige naar de inbreng van mijn SGP-collega’s in de Tweede Kamer voor een nadere uitleg van onze politieke opvattingen over dit pact.
Gedane zaken nemen geen keer. De regering heeft het pact inmiddels onderschreven, al leek het er even op dat de PVV nog een geitenpaadje had ontdekt. Wij horen straks wel de reactie van de staatssecretaris daarop.
Ik denk wel dat er een aantal lessen zijn te trekken uit het gelopen traject en dat juist de Eerste Kamer daar ook de vinger bij zou moeten leggen. Het zal onbetwist zijn dat aan internationale verklaringen en afspraken hoge eisen mogen worden gesteld wat betreft rechten en verplichtingen van deelnemende landen.
Over die rechten en verplichtingen mag geen ruis kunnen ontstaan, zeker niet op precaire terreinen zoals asiel en migratie, temeer omdat van internationale verklaringen onmiskenbaar een normerende werking uitgaat in het internationale recht. Deze ruis is echter in royale en in ergerlijke mate ontstaan. Elk land lijkt inmiddels zijn eigen interpretatie aan het pact te geven. Ik refereer ook even aan de recente woorden van mevrouw Merkel. Hoe waardeert de staatssecretaris die uitlatingen?
Bovendien bevordert deze ontstane ruis de verkoop van gele hesjes.
Voorzitter. Het publieke en politieke debat inzake het migratiepact van Marrakesh heeft een dieperliggende discussie blootgelegd over de doorwerking van verscheidene soorten internationaalrechtelijke rechtsbronnen en internationale afspraken, waaronder verdragen, pacten, gewoonterecht en besluiten van internationale organisaties, binnen onze nationale rechtsorde.
Deze discussie moet beslecht worden en dat vergt ook enig leiderschap van ons kabinet. De doorwerking van internationale afspraken in onze rechtsorde is immers geen bijzaak, maar uiterst wezenlijk! Hoe gaat het kabinet dit aanpakken en ook helderheid scheppen voor de toekomst?
Daarnaast zijn ook over de informatie-uitwisseling en afstemming tussen de betrokken departementen onderling, en tussen de betrokken departementen en ons parlement, de nodige vragen gerezen. Bijvoorbeeld in het licht van de aanvankelijke betrokkenheid van de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de uiteindelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die we nu in ons midden mogen hebben. Dit moet anders en beter. Ik vraag de staatssecretaris hoe hij dat wil bevorderen.
En is het niet denkbaar dat een denktank — we hebben er nogal wat — ons daarbij zou kunnen helpen? Zou het niet wijs zijn om bijvoorbeeld de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) te vragen om een advies waarin deze aangeeft hoe die verschillende internationaalrechtelijke rechtsbronnen en internationale afspraken hun doorwerking hebben in de nationale rechtsorde, en hoe de afstemming tussen betrokken departementen en het parlement inzake de totstandkoming, ratificatie en implementatie van internationaalrechtelijke rechtsbronnen en internationale afspraken optimaal kan worden vormgegeven? Is de staatssecretaris bereid om dit mee te nemen naar het kabinet?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik de beraadslaging en schors ik de vergadering voor enkele ogenblikken in afwachting van de minister van Economische Zaken en Klimaat.
De beraadslaging wordt geschorst.